Vooralsnog is het onmogelijk relaties te leggen tussen
de waterverontreiniging, de gehaltes cadmium en de doods
oorzaak van de scholeksters.
Het probleem is dat scholeksters, evenals de meeste andere
vogels die de Westerschelde bevolken trekvogels zijn,
die slechts voor een bepaalde tijd in het gebied verblij
ven. Ook bestaat er geen vergelijkingsmateriaal uit andere
gebieden.
Toch willen we meer dode scholeksters voor onderzoek
opsturen. De resultaten kunnen tenminste een aanwijzing
opleveren en hoe méér scholeksters er onderzocht worden
des te duidelijker kan de aanwijzing worden.
Natuurlijk zijn we niet van plan scholeksters moedwillig
af te schieten. We zijn dus afhankelijk van scholeksters,
die een natuurlijke dood sterven en aanspoelen langs de
oevers van de Westerschelde. Regelmatig zijn der gelijke
vogels te vinden in het vloedmerk.
Vandaar het verzoek: Mocht u een dode scholekster vin
den langs de kust, neem dan kontakt op met ondergetekende.
Deze zal voor verzending e.d. zorgdragen. Ook mensen die
zelf vogels opsturen naar het CDI doen dat het beste
in overleg met ondergetekende om het overzicht te bewaren
en de kontakten met het CDI, mede op hun verzoek, centraal
te houden.
Thijs Kramer
tel: 01178-1891.
Het is al enkele jaren een trieste traditie dat vanaf
half december tot in februari op gezette tijden stook
olieslachtoffers onder de vogels aanspoelen op onze kust.
Ook dit jaar werden tussen kerst en nieuw weer een aantal
dode of half dode vogels gevonden. De meeste van deze
stookolieslachtoffers behoren tot de echte zeevogels,
zoals alken, zeekoeten en drieteenmeeuwen. Vogels die
altijd op open zee verblijven en daar van vis en plankton
leven. Alleen om te broeden komen ze aan wal en dat zijn
dan de hoge klifkusten van de Britse eilanden, Noorwegen
of het hoge noorden tot IJsland en Spitsbergen. In de
wintermaanden zoeken ze het wat zuidelijker op en komen
vanaf half december ook in de nederlandse kustwateren
terecht. Al voedselzoekend komen ze in aanraking met de
olie, die op de druk bevaarde routes voor onze kust
over boord wordt gezet. Zo drijven er permanent grote
-138-
en kleine olie vlekken op het zeewater met alle fatale
gevolgen vandien voor de zeevogels.
Voor het leven op zee zijn deze vogels uitgerust met een
beschermende, isolerende laag tussen de veren, die hen
beschermt tegen het koude water. De olie tast de iso
lerende werking van deze laag aan, zodat ze kou vatten
en aan longontsteking sterven. Slechts een zeer geringe
hoeveelheid olie kan fataal zijn. Soms zien de aange
spoelde vogels er helemaal gaaf uit, maar vormt een
zeer geringe hoeveelheid olie de doodsoorzaak. De vogels
met olie in de veren proberen deze schoon te maken met
de snavel en krijgen ze een deel van de olie binnen,
wat een langzame vergiftiging tot gevolg heeft.
Er wordt intensief gepatrouilleerd voor de kust om
olielozers op heterdaad te betrappen. Nachtelijke lo
zingen maken het achterhalen moeilijk. De werkgroep
Noordzee, een samenwerkingsverband van enkele milieu
groepen, pleiten al geruime tijd voor het toevoegen van
herkenbare stoffen aan de olie, zodat de lozer aan de
samenstelling van de olie opgespoord kan worden. Het
wordt in ieder geval de hoogste tijd, dat aan de verdere
verontreiniging van de Noordzee een halt wordt toegeroepen.
Onze vereniging heeft i.s.m. het werklozenprojekt op
woensdag 4 januari jl. de hele kust van het Zwin tot aan
het Paulinaschor afgezocht op olieslachtoffers. Het
resultaat was een 8-tal zeekoeten, 1 drieteenmeeuw,
2 futen, 4 mantelmeeuwen, 2 zilvermeeuwen en nog enkele
steltlopers en eenden.
Tellingen kunnen een aanwijzing geven over de omvang van
het aantal slachtoffers. Ruwe schattingen wijzen er op
dat slechts 10% van de stookolieslachtoffers onder de
zeevogels ook werkelijk aanspoelen.
Regelmatig spoelen er ook met oliebesmeurde levende
vogels aan. De vogelasiels die olieslachtoffers be
handelen hebben de ervaring dat slechts héél weinig
van deze vogels weer opgelapt kunnen worden. MeestAl
redden ze het niet, ook al verlaten ze ogenschijnlijk het
asiel in een goede conditie, hun toekomst ziet er
somber uit.
Desalniettemin kunnen weinig mensen het over hun hart
verkrijgen de vogels zomaar aan hun lot over te laten.
Zelf vogels proberen schoon te maken is sterk af te raden.
De beste oplossing is dan de vogels te brengen naar het
vogelpark het Zwin te Knokke, waar ze ervaring hebben
in het schoonmaken en laten aansterken van deze vogels.
Wanneer komt er eens een einde aan deze traditie?
Thijs Kramer.
-139-