mei en gaat door tot in juni. De beste tijd om nesten te tellen is eigenlijk juli, maar we moeten voor het projekt rekening houden met de schoolvakantie. Het duurt ruim 6 weken tussen het leggen van de eieren en het uitvliegen van de jongen. Vaak zijn er 2-3 legsels, zodat het broedseizoen zeer lang duurt. Tot begin oktober kunnen jonge huiszwaluwen in de nesten aanwezig zijn. Het nest wordt gebouwd onder dakgoten en uitstekende randen. Niet alleen huizen komen in aanmerking, ook kan men de nesten aan treffen aan andere gebouwen, bv. boerderijen, schuren, gemalen, kerken en bruggen. Het materiaal waartegen gebouwd wordt moet wat ruw zijn om voldoende houvast te geven. In de meeste dorpen en stadjes in het landelijk gebied komt de huiszwaluw tot broeden. In de centra van de grote steden ont breken ze vaak. De verspreiding wordt vooral bepaald door de combinatie van drie factoren: gunstige gelegenheid tot nestbouw, aanwezigheid van bouwmateriaal en voldoende voedsel. Vandaar dat onze streek veel huiszwaluwen herbergt. De kleibodem levert hier zeer geschikt bouwmateriaal op voor het zwaluwnest en ook aan insecten geen gebrek, bv. boven de kreken tegen de avond. Het materiaal wordt uit de direkte omgeving van het nest gehaald, meestal zo'n 10-200 meter uit de buurt. Veel huiszwaluwen broeden in kolonies' van enkele tot tientallen paren. Vooral in onze streek bevonden zich eind zestiger jaren toen het onderzoek werd uitgevoerd grote kolonies. In Zeeland -werden in die periode 50 grote kolonies (van meer dan 50 nesten) geteld en in de rest van het land maar 37. Op het kaartje staan de grote kolonies aangegeven. In 1969 behoorden een aardappelloods in Groede en de boerderij H 82 te Sluis tot de grootste 10 van Nederland met respectievelijk 105 en 180 nesten. In WZV1 werden in 1967: 3712, in 1868: 4049 en in 1969: 4582 nesten geteld. Door het regelmatig tellen van grote kolonies kwam aan het licht dat de broedaantallen flink kunnen schommelen van jaar tot jaar. Toch lijkt er een tendens in te zitten van een teruggang in de aantallen Uit het onderzoek dat we willen uitvoeren zal moeten blijken of er van een voor- of achteruitgang sprake is in het aantal broedende huiszwaluwen in WZV1. We zijn benieuwd. Het resultaat hopen we eind dit jaar aan u kenbaar te maken. Petrus van t Westeinde Leo D'Hoore Eric Marteijn Thijs Kramer. 18.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 24