Evenals op Walcheren en Schouwen nemen de aantallen na '72 gestaag toe. Sinds die tijd wordt geconstateerd dat Kleine Zwanen in toenemende mate oogstresten eten. Daarvoor fourageerden de vogels in Zeeuws Vlaanderen vnl. op ondergelopen weilandenen kreken. Sinds "72 fourageren de Kleine Zwanen bijna uitsluitend op oogst res ten in Zeeuws Vlaanderen. Resten van suikerbieten vormen daarin het hoofdbestanddeel. De beschikbaarheid van deze oogstresten is afhankelijk van het het weer tijdens en na het oogstseizoen. De weersomstandigheden bepalen of veel of weinig bieten- of aard- appelresten achter blijven op het land. Het onderploegen van de resten maakt, dat Kleine Zwanen ze bijna niet meer kunnen bereiken Lichtere kleigrond maakt het vroeg ploegen van het land minder noodzakelijk. Dit was er de oorzaak van dat Kleine Zwanen rond Sint Kruis enkele jaren terecht konden op bietenafval, terwijl in het seizoen '82/'83 veel Kleine Zwanen rond Assenede en Boekhiute vertoefden toen in Zeeuws Vlaanderen bijna alles al geploegd was. Een slaapplaats en beschikbaar drinkwater zijn onontbeerlijke voorzieningen in het overwinteringsgebied van de Kleine Zwaan. De Braakman vervult dezes taak na de afsluiting. Meestal komen ook de zwanen die rond Assenede fourageren naar de Braakman slapen (Alleen niet bij strenge vorst!) Naast de Braakman heeft soms ook het Grote Gat van Oostburg die funktie. Dit werd in ieder geval opgemerkt in het seizoen 81/82 en »82/,83. De spaarbek ens bij de Braakman worden soms gebruikt als drink plaats. Vanaf het seizoen '76/'77 is een vrij kompleet beeld te geven van de verspreiding van de Kleine Zwaan in Zeeuws Vlaanderen Figuur 2 t/m 8 geven deze verspreiding weer. Legenda bij figuur 2 t/m 8: 1 - 10 ex. 10-50 ex. 50 - 100 ex. 100 - 200 ex. O Fig.2. Verspreiding Kleine Zwanen 10 - 50 ex. op slaapplaats Oen ->r\n -| - in Zeeuws Vlaanderen winter 76/177. 50 - 100 ex. op slaapplaats O 100 - 200 ex. op slaapplaats.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 32