Met een experiment is aangetoond dat zang inderdaad
andere mannetjes op afstand houdt. In een bos werden
zingende Koolmezen uit hun territorium verwijderd.
Geconstateerd werd, dat opengevallen plaatsen binnen
enkele uren ingenomen werden door soortgenoten die geen
territorium hadden. Deze overnames lieten echter langer
op zich wachten als een bandrecorder met Koolmezenzang
in het territorium werd verstopt. Een mannetje dat een
territorium zoekt kan dus op afstand horen of er nog
ergens plaats is. Een aantal vogelsoorten heeft een truc
ontdekt om nieuwkomers af te schrikken. De vogels, die
al een territorium hebben, krijgen liefst niet teveel
buurmannen, omdat hun territorium daardoor mogelijk
kleiner zal worden. Bovendien, als ze nog geen wijfje
hebben, hebben ze al helemaal geen behofte aan concurren
tie. Deze vogels zingen meer dan ëën versie van hun lied,
zoals bijvoorbeeld de Koolmees, die een stuk of zes
verschillende liedjes kan hebben. Als nu zo'n Koolmees
zes verschillende liedjes zingt en bovendien ieder
liedje op een aparte zangpost binnen zijn territorium
zingt, dan lijkt het voor de buitenwacht net alsof zijn
gebied al boordevol Koolmezen zit, zodat een concurrent
al snel elders zal gaan zoeken. Voor een wijfje dat op
zoek is naar een mannetje lijkt het net, of daar een ruime
keus voor handen is, zodat de zanger wellicht dubbel
profiteert! Dit wordt wel de "Beau Geste" truc genoemd.
Deze benaming komt uit een boek over een fort van die naam,
dat nog slechts door ëën soldaat verdedigd werd tegen een
overmacht aanvallers. De verdediger had succes doordat
hij zijn gesneuvelde makkers rechtop op de muren zette
en zelf al heen en weer rennend van "overal tegelijk"
op de vijand schoot, die dacht met een zeer talrijk
leger verdedigers te doen te hebben, zodat ze het beleg
opgaven.
Hoewel alle mannetjes van een soort eenzelfde lied
zingen, heeft toch ieder individu min of meer zijn eigen
stem. Dit heeft het grote voordeel, dat buren elkaar
na verloop van tijd kunnen leren herkennen. Dat betekent
dat een zanger leert dat een bepaalde andere zanger niet
steeds behoeft te worden aangevallen, omdat de beide vogels
de gezamelijke territoriumgrens respecteren. Zo kunnen
territoriumhouders zich concentreren op "vreemde" soort
genoten, die mogelijk op zoek zijn naar een territorium
en slechte bedoelingen kunnen hebben.
Behalve een signaal naar andere mannetjes is de zang
natuurlijk ook een uitnodiging aan wijfjes om het terri
torium te betreden. In dit verband moet een studie
-65-