zoeken dit troosteloze landschap op. Behalve de vele vogels die van de rust gebruik maken en voorlopig nog voedsel kunnen zoeken in de weiden en langs de opspui tingen. In alle vroegte was de harde kern van vogelaars afge reisd, aangetrokken door de lokroep van allerlei zeld zaamheden die zich hier regelmatig ophouden. In Thierry de Schuyter hadden ze een gids die het gebied door en door kent, en het feit dat er die morgen maar liefst 100 verschillende vogelsoorten waargenomen werden maakt wel duidelijk dat het aan Thierry niet gelegen heeft. Het begin was meteen goed. In een rietkraagje zat een blauwborst in vol ornaat te zingen. Terug op de spoorberm vloog een beflijster voorbij, de tocht was nog maar nauwelijks begonnen of voor de meesten kon het al niet meer kapot. En wat werd er nog meer gezien: velduil, roodhalsfuut, verschillende temmincks strandlopers, Canadese gans, alleen voor de stelt kluten was het nog te vroeg. Om de 100 vol te maken werd de haven aangedaan waar kuifaalscholvers gezien werden en na een kleine klop jacht eindelijk nr. 100: een kuifleeuwerik. Thijs Kramer.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 7