De wilde meidoorn wordt vaak als een belangrijke
verspreider van het baoterievuur beschouwd,
onderzoek toont aan dat dit niet terecht is.
P. Nijhoff, algemeen directeur van 'Natuur en
Milieu'pleit in dit artikel voor een andere
aanpak van het baoterievuur.
Ook in onze streek is de bestrijding van het
baoterievuur ijverig ter hand genomen. Vandaar
dat we deze kritiese geluiden u zeker niet
willen onthouden. Eet artikel verscheen eerder
in het maandblad 'Natuur en Milieu'jrg.84/3.
IN EEN TIJD WAARIN DE NATUURLIJKE ELEMENTEN IN ONS CULTUUR
LANDSCHAP STEEDS MEER AANDACHT KRIJGEN, KOMEN DE MEIDOORNS
IN DE GEVARENZONE. OORZAAK IS 'HET BESLUIT BESTRIJDING
BAKTERIEVUUR*DAT DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW IN
DECEMBER 1983 HEEFT UITGEVAARDIGD; BOOMKWEKERS EN FRUIT
TELERS ZIJN OP HUN WENKEN BEDIEND, NAAR DE ECOLOGEN IS
NAUWELIJKS GELUISTERD.
De nieuwe regeling wil 'de boomkwekerij en de fruitteelt
beter beschermen tegen de schadelijke gevolgen van het
optreden van bacterievuuraldus de toelichting bij het
Besluit. De bedrijfsmatige teelt van vatbare struiken
en bomen wordt ongemoeid gelaten, de maatregelen richten
zich in hoofdzaak op de zogenaamde waardplanten van deze
plantenziekte buiten de kwekerijen. Daarvan is de meidoorn
de belangrijkste.
Meidoorns bepalen in grote delen van Nederland het gezicht
van het (cultuurlandschap. Zij zijn vanouds aangeplant
in heggen en hagen en langs wegen en kanalen. Spontaan
groeien zij in de duinen en het binnenduingebied, in het
rivierenland en de beekdalen, op de hellingen van de heu
vels en de randen van het Zuidlimburgs plateau. In al die
landschappen bieden meidoornstruwelen door hun dichte,
stekelige struktuur een veilige nestelgelegenheid voor vele
soorten (zang)vogels. In najaar en winter zijn de bessen
-33-