<5 NIEUWS VAN HET ZWIN
Broedvogelbevolking van de Bol op de Hooge Platen In de
Westerschelde.
1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984
Dwergstern
12
60
46
83
112
110
125
Visdief
3
30
100
140
350
475
550
Noordse stern
1
1
Strandplevier
1
5
24
25
31
24
45
Kluut
2
20
68
32
54
29
62
Scholekster
4
8
7
7
7
8
7
Bonte strandloper
1
Kokmeeuw
1
20
15
9
Sinds augustus verblijft in het Zwin een ooievaar (een
echte wilde vogel) tussen onze standvögelpopulatie.
Men kan dit exemplaar herkennen aan de ring boven het
loopbeen (onze vogels zijn onder het loopbeen geringd)
Het betreft êën van de allerlaatste wilde ooievaars die
nog in Nederland broeden. Bovendien is het reeds de derde
opeenvolgende winter dat deze vogel hier overwintert.
De strom van 10 september 11. samenvallend met een
springvloed, had de overstroming van de Zwinschorre tot
gevolg. Dergelijke hoge waterstanden bevorderen de aan
komst van enkele duizenden eenden van verscheidene soor
ten. Op 12 september waren er reeds meer dan 150 smien
ten. Deze soort broedt in het uiterste noorden van
Europa en van Azië. Ze overwinteren hoofdzakelijk langs
estuaria en op vochtige weidegebieden in de kustzone. In
volle winter zijn er soms vele duizenden smienten in en
bij het Zwin.
Die zelfde storm gaf ons ook de gelegenheid enkele
eerder zeldzame "open zeevogel" te observeren:
- 7 noordse pijlstormvogels, deze soort broedt vooral op
de rotskusten bij Groot-Brittanië en overwintert in
volle oceaan (het zuiden van de Atlantische) tot voor de
kust van Argentinië.
- 3 grauwe pijlstormvogels, deze vogels zijn in deze
periode op terugtrek naar hun broedgebieden in
Australië.
-82-