UIT HET GROTE GAT PLEZIERJACHT Vooral de laatste jaren bereiken ons in het najaar steeds meer klachten over de jacht in het Grote Gat van Oostburg. Met name omwonenden en de vele wandelaars, die van de Kaas en Broodsedijk gebruik maken ergeren zich aan de manier waarop de jacht hier wordt uitgevoerd. Behangen met snippen door kruisen de jagers in een flinke groep het riet en laten geen vogel ongemoeid. Watersnippen vooral, maar ook wintertalingen en slobeenden behoren tot de jachtbuit. Hagelkorrels dwarrelen tegen de ruiten en op het dak van de omwonenden. Dit alles levert regelmatig botsingen op tussen opgewonden toeschouwers en norse jagers, die de opmerkingen die ze naar hun hoofd geslingerd krijgen nauwelijks kunnen verstaan: ze spreken Frans, maar des te beter begrijpen. Ons standpunt t.a.v. de jacht komt overeen met dat van de Vereniging tot bescherming van vogels ("Vogelbescherming") Dit standpunt sluit plezierjacht uit en vindt beheersjacht pas dan acceptabel als alle andere methodes blijken te falen. Dat komt er dus op neer dat we vinden dat er op zoogdieren en vogels niet gejaagd mag worden. Alleen als er sprake is van schade aan cultuurgewassen en andere middelen, zoals verjagen of het inzetten van natuurlijke vijanden niet helpen, dan kan de jacht een middel zijn om de problemen te herhelpen. Plezierjacht, dus als dé noodzaak om te jagen niet aanwezig is, wordt door ons afgewezen. Plezierjacht is uit het oogpunt van natuurbeheer niet aanvaardbaar. Het Zeeuwse Landschap beheert het natte gedeelte van het Grote Gat en een klein deel van de weilanden. Ze heeft dat deel van het Grote Gat indertijd van de vroegere eigenaar overgenomen op voorwaarde dat het jachtrecht in bezit van deze eigenaar blijft. Het Zeeuwse Landschap is daarmee akkoord gegaan en heeft met deze heren een jacht contract afgesloten, dat een vrij lange periode bestrijkt. In het jachtcontract zijn enkele beperkingen opgenomen, zoals heb verbod op het schieten van smienten. Maar de jacht op een aantal onschadelijke soorten zoals de watersnip, talingen en de slobeend wordt niet door het contract aanbanden gelegd. Vandaar dat de heren naar hartelust de geweren kunnen richten op de watersnip. Vooral op deze vogel hebben ze het voorzien. Het is namelijk een plezier om op deze vogel te jagen, het vereist enige vakmanschap om de zigzag wegvliegende vogel te raken, terwijl een snippenboutje niet te versmaden is. Vanuit natuurbeschermings oogpunt is de snippenjacht echter -89-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1984 | | pagina 19