Cs EKSKURSlEVERSL/fiEN w
VERSLAG EXCURSIE NAAR DE HOOGE PLATEN, 14-10-84.
Om 12 uur vertrokken we met 2 rubberboten en prachtig
weer naar de Hooge Platen. Beide boten moesten 2 keer
varen om de 30 geïnteresseerden er heen te krijgen.
Op de Hooge Platen aangekomen vertelde de excursie
leider en officieel beheerder van de Hooge Platen Renë
Beijersbergen eerst wat algemene dingen over het gebied.
Hij sprak over de oppervlakte, ovder de hoogte (hoogste
punt 2.70 meter boven N;A;P;) en over de dynamiek van
het gebied. Met dit laatste bedoel ik het steeds wisse
lende uiterlijk van het gebied. Dit wordt o.a. veroor
zaakt door zandverplaatsingen, door wind en water.
Daarna vertelde hij over de problemen die broedende
vogels op de Hooge Platen ondervinden. Want hoewel het
niet vaak gebeurt staan de Hooge Platen af en toe
geheel onder water. In het broedseizoen heeft dit
natuurlijk kwalijke gevolgen. De broedende vogels
worden daarom een handje geholpen. Het hoogste punt
van het gebied wordt beschermd d.m.v. met zand gevulde
zakken. Binnen dit beschermde gebied worden grote hoe
veelheden schelpen "gedumpt" om vnl. de dwergstern over
te halen binnen het beschermde gebied te gaan broeden.
Dwergsterns hebben immers hun nesten in een kuiltje
in het zand tussen de schelpen. Verder worden er rijen
takken geplaatst om het zand te laten ophopen en wordt
er een zeer taaie grassoort geplant om het zand vast te
houden.
De rest van de excursie bestond uit een wandeling over
de Hooge Platen met o.a. aandacht voor de zoutplanter
vegetatie. Gezien werden ondermeer zeekraal (zouterik)
schorrekruid en enkele zeeasters (zulte)Opmerkelijk
was dat er ook kroos, afkomstig uit Walcherse slootjes
door afwatering in de zee terechtgekomen te zien was.
Verder was er aandacht voor de schelpen en natuurlijk
ook voor de vele vogels (wat is immers een Duumpje-
excursie zonder vogels)Er bevonden zich grote groepen
vogels en het was een prachtig gezicht ze massaal te zien
opvliegen voor het opkomende water. Gezien werden o.a.
drieteenstrandlopereen dode grote mantelmeeuw, zwarte
ruiter en grote groepen ganzen, scholeksters en kluten.
Ook werd nog een aangespoeld visje gevonden, een
sprotje (schardijn)Deze is verwant aan de haring maar
kleiner
Tot slot bedank ik Renë hier voor de interessante
excursie.
Charles Kornelis.
-76-