kftiHAijk Op 21 mei j.l. verzond de Minister van Landbouw en Visserij aan de Natuurbe- schermingsraad de beschikking over de aanwijzing van Kruisdijk tot beschermd natuurmonument. Het betekent dat van af dat moment voor Kruisdijk de regels gelden voor een beschermd natuurmonu ment. Na een jaar, waarin belangheb benden in beroep kunnen gaan tegen de beschikking, kan de aanwijzing definitief worden. Het is een maatregel die maar bij hoge uitzondering wordt genomen. Alleen als er belangrijke natuurbelangen in het geding zijn doet de Minister deze stap nemen. In het geval van Kruisdijk gaat het om het voorkomen van de boomkikker. Eens te meer wordt daar mee onderstreept, hoe belangrijk onze streek is voor de boomkikker. In de toe lichting bij de beschikking kunnen we de overwegingen terugvinden die de Minis ter heeft gemaakt. Ligging. Het natuurmonument Kruisdijk is gele gen in de gemeente Sluis, tussen Sluis en Heille, en is ca. 3 ha groot. Het gebied wordt gevormd door een groot vrijwel vierkant perceel grasland met daarin een U-vormige gracht rond een op een verhoging gelegen voormalige schans. Rond deze gracht ligt een wal, waardoor het grasland een glooiend karakter heeft. Het gebied wordt aan alle kanten omgeven door wegen. Te vens maken twee stroken wegberm deel uit van het natuurmonument. Binnen het natuurmonument ligt een vijftal gebou wen met bijbehorend erf, die niet in de aanwijzing zijn opgenomen. Natuurwetenschappelij ke betekenis. Ontstaansgeschiedenis, bodem en water huishouding. Op de plaats van het natuurmonument heeft vroeger de Kruisdijkschans gelegen. Deze schans bestond reeds in 1604 ter verdediging van de overtocht over de Stierskreek. Later maakt deze schans onderdeel uit van de linie tussen Sluis en Aardenburg ter verdediging van de over tocht over de Eede, samen met de Elder- schans en de Krabbeschans. In 1762 werd de Kruisdijkschans groten deels geslecht en omgevormd tot een buitenplaats. De bodem van het natuurmonument is sterk door menselijk handelen beïnvloed. De uit de gracht vrij gekomen grond werd gebruikt om de schans en de wal op te werpen. De wal in het natuur monument ligt ongeveer 1.5 meter hoger NATUURMONUMENT "KRUISDIJK" BESCHERMD NATUURMONUMENT dan de maaiveldhoogte van de omrin gende polders. In deze polders bestaat de bodem uit zware zavel en lichte klei, beide kalkrijk, met op veel plaatsen vrij ondiep zand in het profiel. De bodem van het natuurmonument heeft ongeveer dezelfde samenstelling maar met een verstoord profiel. De gracht in het natuurmonument staat niet in open verbinding met andere wa teren; de bermsloten daarentegen wel. Flora. De vegetatie van het natuurmonument wordt gekenmerkt door vrij algemeen voorkomende soorten van vochtige gras landen en oevervegetaties van zoet water. Op veel plaatsen is de grasland vegetatie verruigd. De sloten aan de rand van het gebied hebben een enigszins bijzonder karakter door de aanwezigheid van de struiken. Plaatselijk bereikt deze struikenrij een hoogte van ongeveer 4 meter. In het zuidoostelijk deel ontbreekt de struiken vegetatie in en langs de sloot. De hogere delen van het talud en de wegberm hebben meer het karakter van drogere, voedselrijke graslanden. Ook hier komen verruigde gedeelten voor. De in het natuurmonument voorkomen de vegetatie is op zich niet van bijzonde re betekenis. De waarde is gelegen in de betekenis voor de insekten- en spinnen- flora, die op hun beurt als voedselbron van de amphibieën van groot belang is. De verruigde delen en de struikenbe groeiing dienen voor de dekking van de amphibieën en vormen tevens het win- terbiotoop. Fauna. Het natuurmonument is van buitenge woon belang door het voorkomen van de boomkikker. Een recente inventarisatie van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer toont aan dat zich in westelijk Zeeuws- Vlaanderen naar alle waarschijnlijkheid de grootste populatie boomkikkers van de Benelux bevindt. De in het natuur monument aanwezige populatie bedraagt een aanzienlijk deel van de totale popu latie in onze streek. De milieuomstandigheden in het natuur monument zijn bijzonder geschikt voor boomkikkers. Kruisdijk vertegenwoor digt het komplete leefgebied van de boomkikker, te weten zomer-, winter- en voortplantingsbiotoop. Deze situatie moet, mede gezien het hier ontbreken van barrières tussen winter- en voort plantingsbiotoop, als zeer bijzonder wor den aangemerkt. De populatie in het gebied kan als een afzonderlijke deelpopulatie beschouwd worden.. De populatie is kwetsbaar van wege de grote afstand tot andere voort- plantingsgebieden waardoor uitwisseling met de andere deelpopulaties in westelijk Zeeuws Vlaanderen waarschijnlijk niet mogelijk is. Het winterbiotoop van de boomkikker wordt zeer waarschijnlijk gevormd door de sloot in het zuiden van het natuur monument. Vanaf half april worden de boomkikkers weer aktief, gaan ze naar de gracht en vindt 'kooraktiviteit' in de gracht plaats. In mei vindt de eiafzetting plaats. Vanaf eind juli worden de juve niele boomkikkers in de buurt van de gracht waargenomen, ze verspreiden zich over het gebied en bezetten het zelfde biotoop als de adulten. Een onbekend, maar vermoedelijk klein aantal van de juvenielen steekt de weg over en verblijft in een tuin buiten het natuurmonument. Opvallend is dat de grootste concentratie boomkikkers gevonden wordt in het zui delijk gedeelte van het natuurmonument. In de sloot in het noordelijk gedeelte worden vrijwel geen exemplaren waarge nomen,waarschijnlijk doordat dit gedeel te een deel van de dag in de schaduw ligt van de in de berm aanwezige hoge populieren. Vanaf ongeveer eind oktober begint de periode waarin de boomkikker in winterslaap is.Deze periode duurt tot half april. Andere amphibiesoorten die in de gracht zijn waargenomen zijn bruine kikker, groene kikker, grote wa tersalamander of kamsalamander en kleine watersalamander. Alle genoemde amphibieën zijn aange- 13

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1985 | | pagina 15