2.HEGGEN
Hoewel nooii talrijk zijn er toch altijd
heggen van meestal Meidoorn en soms
Sleedoorn geweest in Zeeuws Vlaande
ren.Vaak kun je ook heggen aantreffen
waarin soorten als Vlier, Hondsroos,
lep, Liguster en Spaanse Aak naast
elkaar voorkomen.
Het heggenbestand in Zeeuws Vlaande
ren heeft weliswaar niet zozeer geleden
onder het bacterievuur zelf, maar vooral
onder de bestrijding ervan. Een groot
gedeelte van de heggen is, nadat ze
enkele jaren geleden helemaal afgezet
waren, nooit meer uitgeschoten. Een re
den temeer om het restant zorgvuldig te
beheren.
Onderhoud bestaat uit het opnieuw be-
plantenvan open stukken in de heg, het
afzetten van doorgeschoten holle heggen
en het vervangen en verplaatsen van
prikkeldraad dat in de heg is gegroeid.
3. VEEDRINKPUTTEN
Met de ontwikkeling van de waterleiding
verviel de oorspronkelijke funktie, bleef
als gevolg hiervan het onderhoud achter
wege en holde de kwaliteit van de putten
zienderoge achteruit. De oevers worden
vertrapt door het vee en verlanding
treedt op met droogstand als gevolg.
Vervuiling van het water ontstaat door
overbemesting en maar al te vaak wor
den ze helaas volgestort met puin en/of
landbouw en ander afval.
Slechts een klein gedeelte verkeert nog in
een goede staat blijkt uit de resultaten
van de PPD inventarisatie. Een opknap
beurt is in zo'n situatie dringend gewenst
en kan er uit bestaan dat een gedeelte
voor het vee wordt afgesloten met prik
keldraad of dat de put enigszins
uitgediept wordt met baggerbeugels of
een atlas, waarmee tevens het gestorte
vuil verwijderd kan worden. Om een
betere waterkwaliteit te bewerkstelligen
zou een strook om de put niet bemest
mogen worden en het aantal stuks vee
beperkt blijven.
Deze kunstmatig gegraven putten, mees
tal gelegen op een iets hoger gedeelte van
het weiland, werden uitsluitend gevoed
door zoet regenwater en waren dus in
het brakke zuidwesten van ons land erg
belangrijk. Het verschijnsel is dan ook
niet ze bekend in de rest van het land.
Hoewel er de afgelopen tientallen jaren
ongetwijfeld veel van zijn verdwenen,
blijkt uit een inventarisatie van de
Provinciale Planologiese Dienst dat in
Zeeuws Vlaanderen nog ongeveer 600
van deze landschapselementen aan te
treffen zijn. Het merendeel hiervan (on
geveer 450) bevindt zich ten westen van
het kanaal Gent-Terneuzen.
De hiermee gepaard gaande financiële
konsekwenties zijn mogelijk op te lossen
d.m.v. een vergoeding (zie verderop)
De natuurwetenschappelijke waarde van
veedrinkputten staat buiten diskussie. Bij
deze zoete-eilandjes in een overwegend
brakke omgeving kunnen interessante
vegetaties ontstaan en een soortenrijke
levensgemeenschap van kleine ongewer
velde dieren en amphibiën wordt in het
water ervan aangetroffen. West Zeeuws
Vlaanderen staat in de verre omgeving
bekend door het haast unieke voorko
men van de Boomkikker, die zich voor-
nemelijk in veedrinkputten voortplant.
4. HOOGSTAMFRUITBOMEN
Ofschoon men hoogstamfruitbomen juist
niet in Zeeuws Vlaanderen zou verwach
ten blijkt de streek met zeker enige dui
zenden bomen relatief rijk te zijn ten
opzichte van de rest van Zeeland. Ze
worden meestal met enkele bij elkaar,
een enkele keer wat meer, aangetroffen
op boerenerven.
Het onderhoud (snoeien) kan zich puur
richten op het behoud van de boom,
maar ook op het behalen van een maxi
male fruit opbrengst. Dit laatste lijkt
aantrekkelijker voor de eigenaar om de
bomen te behouden.
Uit de groeiwijze en de hoeveelheid dood
hout aan de takken bleek tijdens de in
ventarisatie dat een groot deel van de
bomen aan een onderhoudsbeurt toe
zijn. Daar dit laatste een specialistisch
werk is organiseert de Stichting Land
schapsverzorging Zeeland dit najaar een
cursus, die wordt begeleid door twee
ervaren oud-snoeiers.
Verder zouden opengevallen plaatsen
weer opnieuw beplant kunnen worden
om ook in de toekomst nog van deze
prachtige bomen te kunnen genieten.
5. HAKHOUTBOSJES
In Zeeuws Vlaanderen komt slechts een
enkel hakhoutbosje voor. Meestal wor
den ze gevormd door Elzen en gelegen
op drassige plaatsen. Oorspronkelijk
werd het uitgeschoten hout regelmatig op
de stobbe, in dit geval een zeer lage on
derstam, teruggezet,
Landschappelijk gezien oogst een sterk
doorgeschoten elzenhakhoutbos erg fraai
maar de draagkracht van de stobben is
beperkt en natuurwetenschappelijk is het
ook minder geschikt omdat er geen inte
ressante vegetatie op de bodem of op of
rond de stobben tot ontwikkeling kan
komen.
8