k&tc M?AzAeliH$eH
ZWIN PERIKELEN:
Rond het Zwin is vanaf de zomer een
niet aflatende stroom publiciteit opge
borreld. Eerst was er de konsternatie
over de bouw van de zomerwoningen,
vervolgens konden de plannen van het
Zeeuwse Landschap voor het afsluiten
van de Zwinkom om een waardevolle
natuurlijke ontwikkeling van dit gebied
te beschermen geen genade vinden in de
ogen van Sluisse bestuurders.
Het één en ander heeft weinig verheffen
de taferelen opgeleverd. Met name het
gemeentebestuur van Sluis deed een flin
ke duid in het zakje. Zo konden we
vernemen dat volgens een gemeente
raadslid het goed was dat er mensen
door het gebied lopen, omdat er anders
maar rommel gaat groeien. Dat die rom
mel bestaat uit Schoorekruid en Zeepos-
telijn, vrij zeldzame planten van pionier
situaties, dat zal een gemeenteraadslid
weinig zeggen.
Maar vooral wethouder Du Fossé zet de
zaak helemaal op z'n kop. Naar de
mening van deze wethouder doet de
gemeente niets anders dan toegeven aan
natuurbeschermingswensen. Als we ech
ter zien wat er onder verantwoording van
het gemeentebestuur van Sluis aan re-
kreatieve ontwikkelingen bij het Zwin
heeft plaats gevonden, dan moeten we
eerder het tegenovergestelde konklude-
ren.Ten oosten van het Zwin is een
rekreatieprojekt tot ontwikkeling ge
bracht, waarvan Colthof nu het restant
vult. Daarmee is de bufferzone rond het
Zwinreservaat verdwenen, waartegen in
dertijd al door natuurbeschermers van
uit Nederland en België bezwaar is
aangetekend. Als het aan de gemeente
Sluis had gelegen was het hele gebied
tussen het afwateringskanaal en het Zwin
volgebouwd. Door tussenkomst van na
tuurbeschermingszijde heeft de Raad van
State goedkeuring onthouden aan het
noordwestelijk deel van het gebied.
Nu het Zeeuwse Landschap een gedeelte
van het vrij toegankelijke gebied van het
Zwin voor het publiek en crossers wil
afzetten om een waardevolle natuurlijke
ontwikkeling een kans te geven klaagt
Du Fossé ach en wee. Is het het Zeeuwse
Landschap kwalijk te nemen maatregelen
te treffen om een natuurlijke ontwikke
ling in een natuurgebied te stimuleren?
De gemeente Sluis had er beter aange
daan van te voren te bedenken, dat je
met een rekreatieprojekt naast het Zwin
om problemen vraagt. Het Zeeuwse
Landschap nu de zwarte piet toespelen is
wel erg kortzichtig.
ZEEHOND
Op 13 augustus 1985 werd door dhr.
Blaakman uit Schoondijke bij Nummer
Een een zeehond waargenomen. Het dier
probeerde op de kant te komen, maar
zwom even later verder in de richting
van Hoofdplaat. Mogelijk hebben meer
mensen het dier gezien. Waarnemingen
van dit dier zijn altijd welkom bij de
coördinator van de zoogdierenwerkgroep
(adres zie achter in dit nummer)(EM)
BROEDVOGELMONITORING PRO-
JEKT SINT-KRUISKREEK.
Eén van de vele aktiviteiten van de vo
gelwerkgroep is het inventariseren van de
broedvogels (van een deel) van de Sint—
Kruiskreek. Deze inventarisatie wordt
gedaan in het kader van het landelijke
Broedvogel Monitoring Projekt (BMP)
van SOVON, de stichting die veel lande
lijke vogelonderzoeken koördineert.
Hiervoor wordt in het voorjaar elke
week het gebied bezocht en de aanwezige
vogels genoteerd. Na het broedseizoen
worden de resultaten per soort opge
schreven en hieruit worden cte aantallen
broedparen op een gestandaardiseerde
manier berekend. Door dit onderzoek
jarenlang vol te houden, kan er wat ge
zegd worden over eventuele aantals—
schommelingen van bepaalde vogelsoor
ten in de Sint-Kruiskreek en ook in Ne
derland. Er worden namelijk jaarlijks
ruim 200 gebieden geïnventariseerd!
Als we de resultaten van twee jaar on
derzoek vergelijken vallen er een paar
dingen op. Opnieuw is er een broedge-
val van de Slobeend gekonstateerd; op
vallend omdat de Slobeend een zeldzame
broedvogel is in West Zeeuws Vlaande
ren. Het aantal broedparen van de Kievit
en Graspieper is gehalveerd (respektieve-
lijk van 12 naar 7 en van 6 naar 3
broedparen) De meest voor de hand lig
gende oorzaak lijkt de afgelopen strenge
winter. De Kievit en de Graspieper zijn
twee soorten die in Midden- en Zuid-
Eiiropa overwinteren en zoals waar
schijnlijk bekend, heeft de winter ook
daar hard toegeslagen dit jaar. Hierdoor
zullen veel vogels zijn omgekomen. Een
ander opmerkelijk feit is dat dit jaar 4
paar Blauwborsten in het onderzoeks
gebied hebben gebroed, terwijl vorig jaar
slechts 1 paar tot broeden kwam. Ook
op andere kreken zijn dit jaar veel
broedgevallen van Blauwborsten vastge
steld.
In een volgend Duumpje zal een uitge
breider artikel over de Sint-Kruiskreek
volgen en zullen er nog meer resultaten
besproken worden. Als iemand van u in
teresse heeft en ook mee wil doen met de
inventarisaties, kunt u kontakt opnemen
met ondergetekende.
Met dank aan de tellers.
Rob van Westrienen (01177-1789)
12