*ktMteiteh i/eMfo$eh DE PLAOTE, EEN APART GEBIED Op 22 juni van dit jaar organiseerden de groep van Zeeuwse floristen i.s.m. het Rijksherbarium te Leiden een excursie naar de Plaote bij Oostburg. Voor leden van het Duumpje is dit niet onbekend gebied, maar de meeste andere belangstellenden kwamen er pas voor het eerst een kijkje nemen. De heer J. Loethe houdt zijn gebied namelijk zo goed mogelijk vrij van menselijke ver storing. Deze dag echter was hij zo vriendelijk het voor ons open te stellen, waarvoor nog onze hartelijke dank. Vanwege de organiserende instellingen hadden vooral planten de belangstelling, al gingen ook velen mee voor een aange name wandeling, Reeds het aangeplante populierenbos bleek interessant te zijn, in tegenstelling tot wat werd verwacht. Dit wordt ver oorzaakt door het drassige karakter van de bodem en het niet gesloten zijn van het bladerdek. Op het pad staat veel middelst vergeet-mij-nietje, ernaast nog al eens breedbladige wespenorchis en vreemd genoeg in het bos de moerswes- penorchis, die ik alleen kende van vol strekt open moerassen met hooguit kruipwilg-struweel. Doordat ze niet bloeiden, was determinatie niet gemak kelijk. Een vrij grote bijzonderheid is het voorkomen van het ruw walstro, die verder in Zeeland slechts op een enkele plaats in en bij de duinen groeit. Daar naast zit hier veel kruipwilg, de nodige waternavel en enkele andere planten van zoete moerassen. Het weiland ten zuidoosten van dit lang gerekte bos bleek vrij schraal te zijn. Het eerste kon worden gekonstateerd aan soorten als kamgras, goudhaver, gewone veldbies, vroegeling, gewone reigersbek, kleine klaver en liggende klaver. De overbeweiding was te merken aan de ka lere plekken met kleine brandnetel. Vooral aan de randen bevinden zich enkele moerasachtige stukken, waarvoor veel aandacht was. Die bleken namelijk enkele soorten orchideeën te bezitten: vleeskleurige orchis, rietorchis en gevlek te orchis. Ondanks hun vaak forse af metingen konden de kenners zich niet aan de indruk onttrekken, dat hun toe komst er somber uitziet. De groeiplaat sen bleken sterk verruigd met o.a. hoog opschiettende grassen. Daaronder was de overigens voor Zeeuwse begrippen zeld zame beemdlangbloem. Kenmerkend voor echte orchideeën-moerassen is de vrij korte vegetatie, bevorderd door een regelmatig maairegime. Behoud van deze mooie planten is dan ook alleen maar mogelijk met deze beheersmaatregel. Niets doen zal een langzame maar zekere verdwijning tot gevolg hebben. Iets soortgelijks geldt voor de drassige kreekoever die de zuidwest-grens van De Plaote vormt. Hier is de orchideeën- dichtheid niet zo groot, maar andere soorten duiden er op, dat het mooier kan worden dan het nu is. Op het ogen blik worden het zompvergeet-mij-nietje, de moerasrolklaver en de grote ratelaar overschaduwd door watermunt, wolfs- poot en heelblaadjes. Maaien zal ieder een plaatsje gunnen. Wellicht dat dan twee zeldzame varentjes, de maanvaren en de addertong, ook weer wat gemak kelijker gevonden kunnen worden, want dat lukte op 3eze excursie niet. Maaien en afvoeren zijn dus de toverwoorden. Maar wie gaat dat doen? Teruglopend naar het bos vond iemand in het westelijk gedeelte tussen het gras nog de tijm-ereprijs, een soort die maar op enkele plaatsen in vochtige weilanden in Zeeuws-Vlaanderen te vinden is. In gazons van begraafplaatsen komt hij va ker voor. Ook op mossengebied viel er wat te beleven. De heer Roorda van Eysinga ging mee en verzamelde als lokale zeldzaamheden in vochtig gras land het glad dikkopmos en op een zan dige plaats langs het bospad de gewone gaffeltand. Er was dus voor ieder was wils. Jan Willem Jongepier. BELGIESE NATUURBESCHER— MINGSDAG: Op 22 september werd de Belgiese na tuurbeschermingsdag gehouden in Knok- ke. Onderwerp van deze dag was de problematiek van de Zwinstreek. Niet alleen de problemen rond het Zwinreser vaat kwamen aan de orde. Vooral werd de nadruk gelegd op het feit dat de Zwinstreek een groter gebied vormt, dat het hele stroomgebied van de oude Zwingeul omvat. De polders en de kreekrestanten dragen het stempel van het verleden. Het landschap en de natuurgebieden daarin vormen één ge heel en kennen een eigen problematiek. Het verbreden van de problemen rond het Zwinreservaat naar de achterliggende polders, kreken, schansen en andere landschapselementen werd in enkele in leidingen van het druk bezochte middag programma toegelicht. De meer dan 1000 deelnemers werden in de ochtend uren opgevangen op 5 ver schillende plaatsen. Om het grensover schrijdende karakter van de Zwinstreek te onderstrepen was ook in Retranche- ment een ochtendprogramma voorzien. Meer dan 159 mensen werden door leden van het Duumpje rondgeleid over en rond de wallen van Retranchement. Verder werd een dia-serie vertoond en kon iedereen kennis nemen van de infor matie die in onze stand was tentoonge steld. We feliciteren onze Belgiese natuurvrien den met deze zeer geslaagde dag en hopen dat de vele publiciteit die dit met zich mee heeft gebracht voor de Zwin- problematiek zijn vruchten zal afwerpen. ZOMEREXCURSIES IN ZWIN EN ZWARTE POLDER: Een ongekend aantal deelnemers konden we verwelkomen op onze excursies in het nederlands deel van het Zwin en de Ver dronken Zwarte polder. Deze excursies werden georganiseerd in samenwerking met het Zeeuwse Landschap. In de maanden juli en augustus werden weke lijks excursies gehouden, in het Zwin 2 maal per week en in de Zwarte polder 1 maal, om ook de toeristen in de gele genheid te stellen deze natuurgebieden te bezoekn. Daar is massaal gebruik van gemaakt. In het Zwin werden 1700 mensen rondgeleid en in de Zwarte pol der 740. Zoiets kan natuurlijk alleen maar met de inzet van talloze excursie leiders. Een woord van dank aan hen is dan ook zeker op z'n plaats. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1985 | | pagina 15