PLANOLOGIE
Naast deze aktieve manier om natuur- en
landschapswaarden te behouden is er ook
een passieve, te weten via de weg van de
ruimtelijke ordening. Veel tijd is er ge
stoken in de beoordeling van bestem
mingsplannen, want binnen de natuurbe
scherming wordt dit als één van de wei
nige mogelijkheden beschouwd om na
tuur en landschapswaarden te bescher
men. Dat is niet zonder succes gebeurt.
In de vele procedures die een bestem
mingsplan moet doorlopen zijn er veel
van onze verlangens ingewilligd. In theo
rie kunnen we stellen dat de natuurwaar
den in onze streek een goede planologiese
bescherming kennen. Jammer genoeg al
leen in theorie, want de praktijk is
anders.
Heel het stelsel van de planologiese be
scherming staat of valt met de kontrole
op naleving en de houding van de ge
meente bij overtredingen. De ervaring
leert dat het daar nogal eens aan schort.
Ten eerste overtredingen, en we denken
dan aan opvoeren van grond, het scheu
ren van weiland waar dit niet mag,
worden nauwelijks of niet door de ge
meente opgemerkt. Overtredingen moe
ten bijna altijd door derden, en dan vaak
uit natuurbeschermingskring worden op
gemerkt. Ten tweede de aanpak van de
gemeente is niet altijd even doortastend.
Nadat verschillende overtredingen de re
vue zijn gepasseerd is er in geen enkel
geval de toestand in oude staat hersteld.
De grondstort in het Grote Gat loopt nog
en daar doet de gemeente haar best,
maar in het geval van het scheuren van
een gedeelte van het natuurgebied de
Reep is er wel op bijzondere wijze met
het planologies instrumentarium gesold.
Tegen deze manier van doen zijn we in
beroep gegaan bij de Raad van State,
maar het kwaad is al geschied en in
plaats van een duidelijke aanpak is er een
vrijbrief gegeven aan een ieder die zich
niets wil aantrekken van de planologiese
bestemming.
De konklusie kan niet anders zijn dan
dat de sluipende nivellering van de
natuurwaarden, zoals een vracht grond
hier, het scheuren van een stukje weiland
daar, niet door een planologiese bescher
ming valt terue te dringen. En dat als het
puntje bij paaltje komt, de gemeente de
belangen van een individuele boer nogal
eens hoger inschat, dan de natuurbelan-
gen.
Heel de gang van zaken bij de Reep heeft
in onze kring nogal eens de vraag
opgeworpen: Heeft het wel zin om tijd
en energie te stoppen in netuurbescher
mingszaken, als je ziet, hoe bestuurders
daar gladjes overheen walsen. Is het pure
onwil of gebrek aan kennis van zaken als
het om natuurbelangen gaat?
PESSIMISTIES?
Het is ongetwijfeld zo dat de natuurbe
scherming als fenomeen zich nog niet zo
lang manifesteert. Het lijkt erop dat het
publiek zich meer van het probleem en
de noodzaak van natuurbescherming be
wust is, dan de bestuurders. Wat dat
betreft lopen bestuurders wel eens vaker
achter de feiten aan. Dat kan betekenen
dat met enig geduld, na verloop van tijd
bestuurders het belang van natuur en
landschap meer en meer zullen onder
kennen, min of meer gedwongen door de
publieke opinie. Dat zou betekenen dat
er nog perspektief is en het zin heeft om
tijd en moeite in overlegsituaties te ste
ken. Maar de vraag is hoe lang het nog
duurt voordat alle interessante gebieden
verdwenen zijn. Er is haast geboden,
zeker als het ook gaat om milieuver
vuiling. Het is dan ook van groot belang
buiten de overleg situaties om natuur en
milieu zaken op een kreatieve, aanspre
kende manier onder de aandacht van het
publiek te brengen, zodat bestuurders
ook vanuit die hoek op hun verantwoor
delijkheid wordt gewezen. Sommigen on
der ons zijn pessimisties gestemd en zien
de toekomst somber in. Het valt niet te
ontkennen dat daar wel enige aanleiding
toe bestaat.
tj
rs
S3
=3
Het gaat te ver om alle aktiviteiten die de
laatste 10 jaar zijn ontplooid de revue te
laten passeren. Enkele zaken moeten toch
genoemd worden. Onder meer door de
inbreng van het Duumpje is de Wester-
scheldeproblematiek uit de schaduw ge
treden en algemeen erkend. De veront
reiniging van het Scheldewater vormt een
groot probleem, mede gelet op de be
langrijke natuurwaarden die in de Wes-
terschelde aanwezig zijn.
De natuurbescherming heeft in Neder
land het laatste decennium een prima ka
der geschapen van lokale, provinciale en
landelijke organisaties. Het is een zeer
positieve ontwikkeling dat nu ook over
de grens heen uitstekende kontakten zijn
ontstaan met de natuurbeschermers uit
de Zwinstreek. Dat heeft zijn nut onlangs
weer eens bewezen.
Tot slot van dit overzicht een laatst kon-
kreet feit, een konkreet succes. Het Wa
terschap het Vrije van Sluis heeft bij de
uitvoering van de verbreding van het
afwateringskanaal Bakkersdam-Cadzand
over een lengte van 200 meter het talud
uitgespaard, zodat zich hier mogelijk oe
verzwaluwen kunnen vestigen. Dit geeft
aan dat de relatie met het waterschap
danig is veranderd en ook hier een ge
willig oor wordt gevonden voor een aan
pak waarin ook de natuurbelangen mee
spelen. De pessimisten zullen zeggen: een
zoethoudertje, waarmee je aan het lijntje
wordt gehouden, de optimist beschouwt
dit toch als een flinke stap op de goede
weg.
Kadzand vanaf de Vïerhonder dp olderdijk
9