AktMteiten
VERSLAG EXCURSIE NAAR HET
PAULINASCHOR, 15-12-85.
Eindelijk eens geen regen, wel.een krach
tige, koude wind en acht deelnemers.
Het was ongeveer twee uur voor hoog
water en het is altijd weer leuk om de
hoogwatervlucht van steltlopers en een
den vanaf de dijk te volgen.
De Zilverplevieren en Wulpen verdwenen
in kleine groepjes naar de omgeploegde
akkers in het binnenland. Nog 25 Kluten
waren er. Ze wijken zelden meer dan een
halve meter van de wat errand. Ook nu
weer verbleven ze op het uiterste randje
van het schor.
Er kwam veel water. Het schor stond ge
deeltelijk onder water. Een Haas en en
kele Fazanten vluchtten naar de dijk. Er
waren ook eenden, veel eenden. Enkele
duizende Wilde, een honderdtal Smienten
en Bergeenden, tientallen Pijlstaarten en
Wintertalingen en een enkele Middelste
Zaagbek en Eidereend.
Grote groepen Kievitten wolkten plotse
ling boven de dijk en een hele groep Zil
vermeeuwen vloog op van het water. We
konden de oorzaak niet vinden. Het
vermoeden werd echter een uur later be
vestigd door de mededeling dat op dat
moment een juveniele Slechtvalk over de
Zandplaat heen jaagde.
Een enkele Sneeuwgors tegen de wind in
tornend, een Smelleken dat over de dijk
heen scheerde en geen Velduilen (zul je
altijd zien).
Tot slot nog de slaaplaats van de Blauwe
Kiekendieven geteld. Er heerste nogal
wat verwarring bij de vogels toen hun
Spartina-bed onder water bleek te staan.
Slechts 4 kieken vonden eindelijk een
plekje. Waar waren de overige 4-6? Dat
weten we niet. Stom hè! (EM)
MOLENS IN ONZE STREEK
Wat hebben molens nou met natuurbe
scherming te maken? Zeker een molen-
gek die ook eens wat in 't Duumpje wil
schrijven!
Het was het idee van de redaktie zelf om
eens het vaste patroon van zuivere
natuurbeschermingszaken te doorbreken
en ook aandacht te schenken aan ver
schijnsels in ons Landje van Kadzand
die, al zou je het op het eerste gezicht
niet zeggen, toch erg veel met de natuur
beschermingsgedachte te maken hebben.
Zo'n verschijnsel is een korenmolen:
kleinschalig, milieuvriendelijk (alles gaat
op de wind), goed inpasbaar in een
woongemeenschap (geen lawaai of stank)
en is, net als alle flora en fauna in de
natuur gebonden aan een biotoop, d.w.z.
de noodzakelijke voorwaarden om te
kunnen bestaan (in dit geval de wind).
Door deze eigenschappen kan een molen
gerekend worden tot de kleine land
schapselementen, zoals de meidoornhaag,
knotbomen, hoogstamboomgaardjes en
veedrinkputten. Helaas is het voor de
molens dezelfde kant uitgegaan als de
knotwilgen: ze hebben hun ekonomisch
nut grotendeels verloren.
En zoals het met de natuurbescherming
gegaan is, zo heeft ook een groepje mo
lenliefhebbers zich het lot van de molens
aangetrokken om hen van een gewisse
ondergang te redden en een vereniging
opgericht in 1924, nl. 'De Hollandse
Molen', waarna later de provinciale
molenverenigingen volgden met in Zee
land 'De Zeeuwsche Molen'. Mede dank
zij deze verenigingen staan er nu nog 8
molens in West Zeeuws Vlaanderen.
Deze zal ik in de komende Duumpjes één
voor één de revue laten passeren.
'NOOITGEDACHT'
We beginnen met de 'jongste' molen, nl.
de bergmolen 'Nooitgedacht' in Cad-
zand.
De geschiedenis van deze molen gaat
terug tot het jaar waarin hij gebouwd is,
nl. 1898. Daarvoor stond er reeds een
standerdmolen, die in 1820 omgewaaid,
daarna weer opgebouwd en in 1897 afge
brand is. De molenaar A. de Hullu zal
toen wel gezegd hebben:Ik bouw een
stenen molen, dan is het omwaaien en
uitbranden klaar, en aldus geschiedde.
Tot op heden staat hij er nog. Weliswaar
niet meer zoals hij er in 1898 bijstond. In
de oorlog viel er een granaat door de
kap, waarna herstel volgde. Tot 1959 was
hij nog in bedrijf, waarna het gehele
gaande werk gesloopt werd en tot zo
merverblijf omgebouwd. In 1968 ver
kocht de toenmalige molenaar Voogdt de
molen aan Verbiest te Sas van Gent die
er een bar in maakte. Dit duurde tot
1974, toen de molen uitbrandde. En dit
zou het einde van de molen betekenen
ware het niet dat er een aantal molenlief
hebbers pas een stichting opgericht had
den die zich het lot aantrokken van de
molens in de streek, nl. de 'Stichting
Molenbehoud West Zeeuws Vlaanderen'.
Deze zagen hier een unieke kans de
molen in eigendom te verwerven. En zo
gebeurde het dat deze stichting een aktie
op touw zette om gelden voor de restau
ratie bijeen te krijgen, hetgeen ook lukte.
De molen werd feestelijk geopend in
1977 en een vakmolenaar P.Luteyn van
Sasput, geassisteerd door vrijwilligmole-
naar Hans Soet liet vanaf die tijd de
molen weer draaien en malen op geregel
de tijden. Tot 1984 hebben Hans en
Annelies Soet de molen alle mogelijke
publiciteit gegeven die maar mogelijk
was: molenfeesten bij het 5-jarige be
staan, molenroutes en koekenbakfeesten.
Zij werden opgevolgd door Sjaak Her
man, die als gediplomeerd vrijwillig
molenaar zijn opleiding gekregen heeft
bij diverde vakmolenaars uit de streek.
Hij is tevens vrijwillig molenaar op de
stellingmolen van IJzendijke.
De molen is te bezoeken praktisch het
gehele jaar op zondagmiddag, terwijl ge
durende het hoogseizoen van 1 juni tot
15 september de molen ook op woens
dagmiddag open is.
Door Sjaak Herman
3