VOORWOORD VAN DE NIEUWE
VOORZITTER
Ofschoon er op de algemene ledenverga
dering door de aktieve kern van 't
Duumpje geprobeerd is het afscheid van
Thijs Kramer als voorzitter van onze
vereniging zeker niet geruisloos te laten
velopen, meen ik er toch goed aan te
doen in dit voorwoord als nieuwe
voorzitter Thijs nogmaals namens alle
leden van de vereniging dank te zeggen
voor de geweldige hoop energie, die hij
de afgelopen jaren op allerlei vlak in
onze vereniging heeft gestopt. Met name
naar buiten toe heeft Thijs op goede
wijze het gezicht van 't Duumpje
bepaald en bijgedragen aan het tot stand
komen van wat in mijn ogen een 'vol
wassen' vereniging mag worden ge
noemd. Zijn afscheid is gelukkig slechts
gedeeltelijk: op het gebied van de
planologie en het verenigingstijdschrift
blijft Thijs aktief en ook zijn verrekijker
heeft hij niet aan de (knot)wilgen
gehangen.
Het overnemen van de taak van een
voorganger, die veel heeft opgebouwd
kent voor- maar ook nadelen. Voorde
len, doordat niet alles opgestart moet
worden en er voortgebouwd kan worden
op wat er is. Nadelen, omdat men je
steeds vergelijkt met iemand die zijn
sporen heeft verdiend. Natuurlijk zal
ook door het verschil in persoonlijkheid
ook bepaalde zaken anders aangepakt
worden; één ding mag echter duidelijk
zijnWest Zeeuws Vlaanderen, met
zijn landschap, inwoners en rijke flora
en fauna ligt ons beiden zeer nauw aan
het hart.
Daarom is een vereniging als 't Duumpje
niet meer weg te denken uit de streek. Ze
vervult een aantal funkties, die zonder
haar aanwezigheid door andere instanties
nooit zo volledig zouden worden opge
vuld. Het krities volgen van ontwikke
lingen binnen de rekreatie en landbouw
in de streek is er één van. Maar ook
kennisverrijking van de flora en fauna
uit de streek behoort ertoe en het uitdra
gen van deze kennis aan geïnteresseer
den. Verder zijn vrijwillig landschapson-
derhoud en natuuredukatie voor met
name de jeugd zaken, die hoog in ons
vaandel geschreven staan.
De sterke druk van de rekreatie op onze
kuststrook, de sluipmoord vanuit de
moderne landbouw op weilandjes, over-
hoekjes, kreken en dijkrestanten en de
vervuiling van de Westerschelde zijn
aktuele problemen, die mij en hopelijk
ook vele anderen, de noodzaak van een
spreekbuis voor en van het milieu
duidelijk maken.
Ik hoop zelf in de toekomst als voor
zitter van 't Duumpje mijn steentje te
kunnen bijdragen aan het behoud van
deze fraaie streek. Met de inspanning
van al haar leden en een vruchtbare
samenwerking met gemeenten, water
schap en landbouw moet het mogelijk
zijn ook in het jaar 2000 nog Boomkik
kers, als toonbeeld van een gezond leef
milieu, te horen kwaken in een vee
drinkput bij Sint Kruis.
Eric Marteijn
DE WALMOLEN VAN IJZENDIJKE
Deze stellingmolen is gebouwd op een
restant van de wallen, die in de 80-jarige
oorlog IJzendijke tegen de Spanjaarden
moesten beschermen. Voor zover bekend
heeft er hier geen voorganger gestaan.
Meestal was het zo, dat er eeuwen lang
een staakmolen (een in z'n geheel draai
bare houten molen) stond. Werd die
bouwvallig of woei hij om, hetgeen
nogal eens voorkwam, dan werd
hij vervangen door een 'moderne' stenen
molen, die meer werk kon verzetten en
meer ruimte bood. Een dergelijke houten
molen heeft (en hoe kan het ook anders)
in de Molenstraat gestaan, ongeveer op
de plaats van de lagere school. In 1922 is
deze omvergetrokken. Een inwoonster
van IJzendijke, die een bezoek aan de
huidige molen bracht, wist te vertellen
dat zij dit spektakel nog had meege
maakt. Het hele dorp liep 'tehope' om
dit te zien. Er werd simpelweg een
steekband (een schuine balk die de
molen ondersteunt) weggetrokken en de
molen viel met een donderend gekraak
omver. De eerste tijd was er niets anders
te zien dan één grote stofwolk, een
mengsel van eèuwenoud stof, tarwe- en
houtwormmeel.
In 1841 werd de tegenwoordige molen
gebouwd. Dit is boven de noordelijke
ingang te lezen: J.J.C.M. en daaronder
het getal 18. Naast de eerste letters
S.C.D. en het getal 41. Dit alles heeft de
volgende betekenis: Johan Joseph Cam-
maert, de eigenaar en Sophia Carolina
Doens, de echtgenote en de getallen
vormen samen het jaartal 1841.
De molen was oorspronkelijk als grond-
zeiler/kettingkruier gebouwd, d.w.z. de
wieken gingen vlak langs de grond en de
kap werd d.m.v. een eindloze ketting,
die achter uit de kap hing rond
getrokken i.p.v. met een staartkonstruk-
tie. Dit is nog te zien aan de talloze
haken die zich onder aan de romp be
vinden: hieraan werd de ketting over-
kruis vastgelegd.
Blijkbaar was er teveel windbelemmering
want hij werd al spoedig verhoogd tot
stellingmolen, hetgeen nog te zien is aan
de slanke romp.
In 1930 werd de molen naar aanleiding
van een roedebreuk, waarbij de roe door
de stelling donderde, stilgelegd en werd
in het daarop volgende jaar onttakeld.
Zo heeft hij tot 1965 als 'peperbus' het
silhouet van IJzendijke bepaald, nadat
hij in de oorlog nog als uitkijkpost ge
diend heeft.
In 1959 werd de romp aangekocht door
de toenmalige gemeente IJzendijke, die
de molen in 1965 heeft laten restaureren.
Tot najaar 1982 heeft hij prakties stil
gestaan, hetgeen de gemeente Oostburg
én de bevolking van IJzendijke niet be
vredigde. In september 1982 werd een
gediplomeerd vrijwillig molenaar aan
gesteld en sindsdien draait en maalt de
molen weer regelmatig op de zaterdag
middag en hij gratis te bezichtigen is.
Sjaak Herman.