DE PLANTENGROEI VAN HET
PAULINASCHOR:
AANSLIBBING EN EERSTE
PLANTENGROEI.
VAN SLIK NAAR SCHOR
De schorren buitendijks bij de Thomaes-
polder en Paulinapolder (kortweg Pauli-
naschor) zijn één van de laatste schor-
rengebieden van West Zeeuws Vlaande
ren. Om wat zinvols over de planten
soorten en vegetatie van zo'n gebied te
kunnen zeggen is het noodzakelijk eerst
te beschrijven hoe een schor ontstaat.
Het verhaal begint bij de vele deeltjes die
de rivieren vervoeren. Dat kan variëren
van erosiemateriaal uit de bergen tot uit
gespoelde meststoffen van het akkerland.
Waar de stroomsnelheid van het water
niet te groot is, vindt afzetting/bezinking
plaats van deze deeltjes. In de Wester
schelde gebeurt dit vooral in de ondiepe
re delen en met name langs de oevers en
vooral bij de overgang van eb naar vloed
en omgekeerd. Er bestaat dan een tijde
lijke stilstand in het water.
Een algemene regel bij afzetting van
materiaal is dat de grotere, zwaardere
(zand)deeltjes sneller bezinken dan de
fijnere, lichte (klei)deeltjes. In de
Westerschelde zie je dat aan de stranden
dichter bij de Noordzee een zandstrand
ontstaat bij grotere stroomsnelheden,
slijkstrand op de delen met lagere
stroomsnelheden. Het laatste geldt dus
ook voor het Paulinaschor.
De invloed die diverse lagere organismen
Luchtfoto Paulinaschor
op het bodemvormingsproces van een
slijkstrand of -plaat hebben is moeilijk
vast te stellen. Bekend is dat diverse
algen door de afscheiding van slijm het
slik binden of er soms in korte tijd
doorheengroeien. Ook in het slik levende
diertjes verwerken voor hun voedselop-
name grote hoeveelheden in het water
zwevende vaste bestanddelen welke,
gemengd met slijm, als uitwerpselen
worden uitgescheiden.
Bij verdere opslibbing zijn zeekraal en
engels slijkgras de eerste hogere planten
die verschijnen. Zij kunnen zich al
vestigen vanaf 1 meter beneden gemid
deld hoogwater. De grond is dan nog
volledig met zoutwater verzadigd en dus
niet of nauwelijks doorlucht. Zeekraal
heeft nauwelijks een slibvastleggende
waarde. Engels slijkgras groeit in dichte
pollen. Deze kunnen veel slib en zand
vastleggen, zijn goed tegen erosie
bestand en overwinteren. Sinds 1900
breidde deze soort zich met grote
snelheid uit langs de Engelse zuidkust en
bleek hier de schorvorming aanzienlijk te
versnellen. Om deze kwaliteit is deze
soort ook op het vaste land van Europa
uitgeplant en sindsdien heeft ze de hele
Europese kust veroverd. In 1924 is de
soort op enkele plaatsen in Zeeland uit
geplant. Pioniervegetaties van zeekraal,
klein slijkgras e.d. heeft ze vrijwel geheel
verdrongen. Je kan dat bij Paulinaschor
zien: vóór het hoge schor is een brede
gordel van engels slijkgras, die zich elk
jaar uitbreidt. Daar groeien nog wel
groepjes of individuen zeekraal tussen,
maar een echte zeekraal vegetatie vind je
nog slechts hier en daar achter die
gordel.
Ontwikkeling van slik naar schor.
Bij verdere ophoging van slik/schor
komen en gaan steeds nieuwe planten
soorten in een bepaalde opeenvolging
van vegetaties en plantengemeenschap
pen. Deze 'suksessie' hangt nauw samen
met een aantal faktoren die we hier eerst
uit de doeken zullen doen.
Zoutgehalte, vochtigheid/luchtgehalte en
bodemsamenstelling zijn belangrijk in
het schor. Deze hangen nauw samen met
de overspoelingsfrekwentie en -duur.
Daar hangen weer mee samen de fase
van ontwikkeling van het schor en de
hoogteverschillen binnen het schor. Zo
wel het verschil tussen de eerste aanwas
sen en de hoogste delen van het schor,
zowel als de kleine verschillen binnen een
bepaald deel van het schor, die gevolgen
hebben voor de afwatering.
In de lage delen van het schor ontstaan
door kleine oneffenheden in hoogte en
begroeiing al gauw geultjes waarlangs de
ontwatering na vloed geschiedt. Bij
voortgaande ophoging van het schor
wordt de waterlaag die het terrein bij
hoog water overspoelt steeds dunner. Dit
betekent dat de stroomsnelheden op de
'platen', dit zijn de gebieden tussen de
afwateringsgeulen, geleidelijk afnemen.
Hierdoor zal het meeste materiaal steeds
dichter bij de diet>er worden geulen
('kreken') al bezinken. Zodoende komt
9