zaten, die voor de nodige ontspannen sfeer zorgden. Reeds om 11 uur kwamen we aan in Drimmelen, waar we het Biesbos-bezoekerscentrum zouden bekij ken. Hoewel alles netjes van te voren was afgesproken bleek deze instelling op zaterdag-voormiddag gesloten! Eerste schoonheidsfoutje dus. Dankzij een snelle aktie van de organisatie werd een en ander spontaan opgelost en konden we genieten van een permanente ten toonstelling over de geschiedenis van de Biesbos. Enkele grepen uit de ontstaans geschiedenis van dit gebied: Oorspron kelijk, zo rond 1230 behoorde het gebied tot de Groote of Zuidhollandse waard, waar druk aan turfsteken en zoutwinning werd gedaan. De Hoekse en Kabeljouwse twisten werden er 200 jaar later uitge vochten en in 1421 kwam de grote over stroming door de St. Elisabethsvloed, die maar even 20 dorpen verwoestte. Bedijkingen werden uitgevoerd en er ontstond nieuw land.Het hele gebied was echter doorsneden van kreken en geulen en onderhevig aan eb en vloed, een getijdegebied dus. Er ontstonden biezen- vegetaties, waarvan de mensen gebruik maakten voor vlechtwerk van stoelen e.d. De naam Biesbos vindt hier zijn oorsprong. Door aanslibbing werd het gebied steeds hoger en dus droger. Men ging er wilgen planten. In deze zoge naamde grienden werden de wilgentak- ken geoogst en gebruikt voor allerhande doeleinden, zoals oeverversteviging, zink- stukken enz. Ook deze periode ging voorbij. Door uitvoering van het Deltaplan verdwenen in 1970 eb en vloed uit de Biesbos. Aan het grienden kwam een einde en de wil gen konden ongestoord doorschieten, hetgeen een drastiese verandering van het landschap teweeg bracht. De tentoon stelling gaf verder een indruk van het rijke planten- en vogelleven in het ge bied, waarbij de nadruk natuurlijk viel op de vele soorten watervogels, die er in alle seizoenen voorkomen. De dia-pre sentatie viel me persoonlijk een beetje tegen. Werken met een overvloei systeeem is prachtig, maar dan moeten de beelden niet te snel gewisseld worden, anders is het één overvloedspektakel! Na eerst in het plaatselijke bruine kafé een echt Brabants bakje koffie te hebben genoten gingen we varen. Varen door de Biesbos! Daar kwamen we tenslotte voor. De haven van Drimmelen is ken nelijk berekend op grote groepen bezoe kers, maar het toeristen seizoen was nog niet op gang dus we hadden alle ruimte. Het weer was uitstekend, een beetje aan de frisse kant. Maar droog. De mensen met laarzen en regenpakken hadden die echt niet nodig. Van de watervogels die we te zien kregen viel de fuut natuurlijk het meest op. Ook de bruine kiekendief en de blauwborst kregen we te zien. Halverwege de vaartocht gingen we aan land voor een excursie onder leiding van een deskundige, die het gebied op z'n duimpje kende. We werden gewezen op planten, typies voor dit gebied, zoals de reuzen blasemien, spindotter, speenkruid en valeriaan. Bij het verlaten van de boot deed zich nog een klein incident voor. Een van de dames van het restauratie personeel was kennenlijk wat al te vlot met het van boord gaan. Ze haakte namelijk met haar rok achter een reling-paaltje, ging onderuit en rolde model tussen kaai en heemtuin hadden aangelegd. Dus daar heen met de bus. Een andere vrijwilliger, die het kruidentuintje aan het bijhouden was bleek spontaan bereid het hele gezelschap rond te leiden. En ook hij deed dat, hoewel geheel onvoorbereid, op een uitstekende manier. Ze hebben daar op zeer verschillende grondsoorten plantengemeenschappen samengebracht, die kenmerkend zijn voor de verschil lende biotopen. Het meest treffend was een klein ven, waarop van elders aange voerde bodem veenpluis en zonnedauw zich spontaan ontwikkelden. Het ter- reintje was ter bescherming afgezet met draad, zodat de met kijkers uitgeruste vogelaars op afstand toch alles goed konden zien. Misschien een nieuwe dimensie, plantjes kijken met een verre kijker? Aan deze excursie is ook nog een per schip. De plons die dit veroorzaakte deed de kapitein uit z'n kajuit komen. Hij bleef evenwel ijskalm en gaf enige aanwijzingen alsof dit dagelijks werk was. Ook de spartelende dame bleef er nuchter onder gezien haar opmerking 'dat is me nog nooit overkomen', waarop één der omstanders reageerde met 'het moet eens de eerste keer zijn. Typerend voor de ontspannen sfeer dacht ik. Nog maar drie uur en nu al naar huis zou zonde zijn van de dag. Ook daar wist de voortreffelijke organisatie een oplossing voor. De goede Bies'oos-gids bleek tevens betrokken bij een projekt in Made, waar vrijwilligers met toestemming van de gemeente een soonlijke ervaring verbonden. In Bra bant, dacht ik, vind je overal wel een friettent of iets dergelijks. Dus veel eten meenemen hoeft niet zo nodig. Dat klopte vrij aardig, maar ik had me enigszins vergist in het strakke schema van de excursie. Het frietkot dat ik op het oog had werd zonder pardon voorbij gereden en ik moest genoegen nemen met een half rolletje drop dat nog ergens diep in m'n broekzak zat. Je hebt dan van die mensen die in zo'n situatie ont zettend met je meeleven, maar pas een boterham voor de dag toveren als je al molentjes ziet draaien van de honger. Toch wel leuk, zo'n dagje Biesbos. W. de Koek 4

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1986 | | pagina 6