4. Inlagen en karrevelden. 5. Dijken 6. Kreken en kreekresten Inlagen en karrevelden komen in tegen stelling tot veel gebieden elders in Zeeland maar weinig voor. Bij een inlaag werd er aan de binnenzijde van de bestaande zeedijk uit voorzorg een extra dijk opgeworpen. De benodigde grond werd in het tussenliggende stuk uitge graven, waardoor een laaggelegen moe rassig gebied overbleef, meestal zout door kwelwater. Van de reeks inlagen tussen Hoofdplaat en Breskens zijn na de resente dijkverzwaring nog slechts fragmenten over. Deze zijn door hun zoete karakter zeer bijzonder. Het terrein van het Zeeuwse Landschap her bergt door goed beheer (maaien en afvoeren) nu o.a. de zeldzame soorten schaafstro en sturmia. Bij karrevelden werd er vlak achter de zeedijk materiaal uitgegraven voor de aanleg of ophoging van de zeedijk zelf. Ook hierbij ontstond een laaggelegen moerassige strook, waarvan alleen ten westen van Breskens voorbeelden te vinden zijn voor Zeeuws Vlaanderen met een lage zoute vegetatie. De mooist ontwikkelde en meest typiese dijken in West Zeeuws Vlaanderen zijn die rond de oude kernen, zoals Cadzand, Groede en Biervliet. De oorspronkelijke dijken waren laag en smal en kregen een kronkelig verloop, omdat zoveel moge lijk aangesloten werd bij de natuurlijke topografie. Ze werden uit allerlei ver schillend materiaal afkomstig uit de naaste omgeving opgebouwd, zoals zand, zavel en klei. Hierdoor ontstond een zeer gevarieerd milieu. Er groeien zeldzame soorten als donderkruid, vlaamse peter selie en zeeuws doornzaad. De laatste twee bereiken in Zeeland hun noorde lijkste verspreiding (door het zachte kli maat). Ook leuke soorten als ruige weegbree en ijzerhard zijn hier regel- o O Cö Ruige weegbreeeen kenmerkende soort van de dijken rond de oudste kernen. matig aan te treffen. Ook in de omge ving van Philippine komen zeer fraaie zavelige dijken voor met soorten als wilde marjolijn, ijzerhard, scherpe fijn- straal, fijne ooievaarsbek, echt duizend- guldenkruid, donderkruid en de zeer zeldzame slanke mantelanjer. Een bijzonder type dijken zijn de mili taire verdedigingswerken, die zeer fraai zijn rondom Aardenburg, Sluis en vooral Retranchement. In de laatste plaats groeien maar liefst 4 zeldzame klaver soorten! Voornaamste bedreiging voor de dijkve- getaties is de te sterke bemesting en intensieve begrazing, of het beplanten met populieren, branden en verruigen van de vegetatie. Onherstelbare schade wordt aangebracht bij het afgraven van dijken zoals voor de Aardenburgse steenfabriek en bij de dijkverzwaring. Fraaie zeedijken met zeldzame soorten als vlaamse peterselie en wilgsla en rots- planten als zeevenkel, zeekool en strand- biet zijn vervangen door eenvormige raaigrasdijken. In het rapport worden twee typen kreken onderscheiden. Bij de eerste is de struk- tuur van een echte doorbraakgeul nog goed herkenbaar. De kreek bestaat grotendeels uit diep open water, dat met steile oevers direkt grenst aan het om ringende hoog gelegen bouwland, al of niet voorzien van een rietkraag. Mooie voorbeelden zijn de Stierskreek, de Nieuwkerksekreek en de Zwartegatse kreek. Het tweede type is als kreekrest soms moeilijker te onderscheiden. Het is in het landschap herkenbaar als een strook drassige laaggelegen percelen, die af lopen naar een smal kreekrestant, waarvan soms alleen nog maar een slootje restaart. Voorbeelden zijn de Krabbekreek en de Reep. Overigens zijn er veel overgangen tussen beide typen. «s&sitot* "iiL :>"V Grote gat Oostburg o o "1 O O cr. O 2! Co Engels gras Zeeweegbreeeen algemene soort op de schorren. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1986 | | pagina 9