Dit jaar viert de Stichting het Zeeuwse
Landschap haar 50-jarig bestaan. Het
Zeeuwse Landschap beheert veel natuur
gebieden in onze streek. Allerlei festivi
teiten begeleidden dit jubileum. Een
manifestatie op 30 mei op het Abdij
plein te Middelburg, de opening van
observatiehutten, de uitgave van het
boek 'Mens&Zee&Land' en regio-bij-
eenkomsten, waar de Stichting zich pre
senteerde en er gelegenheid was voor
diskussie. Op 3 oktober vond een regio
bijeenkomst in Oostburg plaats, waarbij
namens de Stichting Chiel Jacobusse
(veldmedewerker) en George Sponselee
(bestuurslid) aanwezig waren.
Eric Marteijn feliciteerde het Zeeuwse
Landschap namens het Duumpje en
sprak de wens uit gezamenlijk aan het
natuurbehoud de komende 50 jaar
verder te werken. In de diskussie die
volgde ging er heel wat over tafel. Het
funktioneren van de Stichting in de
streek riep heel wat diskussie op. Desal
niettemin een konstruktieve en open
diskussie.
HISTORIE
In 1935 dreigde het landgoed Hoogduin
bij Domburg verkocht te worden, waar
na het zou kunnen worden opgesplitst
in bouwkavels. Dit feit vormde de di-
rekte aanleiding tot de oprichting van
het Zeeuwse landschap op 3 april 1936.
Het initiatief voor de oprichting ging uit
van Natuurmonumenten. Men was van
mening dat het aankopen en beheren
van Zeeuwse natuurgebieden beter kon
plaatsvinden door een provinciale orga
nisatie die dicht bij de plaatselijke be
volking stond en daardoor een grotere
bekendheid kon verwerven, dan door
een landelijke organisatie.
Hoewel de eigenaar van Hoogduin
bereid was het landgoed aan de nieuwe
Stichting te verkopen, is het ironisch
genoeg nooit tot een transaktie geko
men.
Het eerste beheersgebied van het
Zeeuwse Landschap is het Zwin gewor
den. Projektontwikkelaars droomden in
de jaren 30 van een gouden boulevard
van Knokke tot Breskens, vol met
hotels en pensions. Op initiatief van de
zuiderburen werd het Belgische deel van
het Zwin in 1939 beschermd tot na
tuurgebied, onder de voorwaarde echter
dat ook de Nederlanders maatregelen
zouden nemen om hun deel veilig te
stellen. Zo werd het Zwin, eigendom
van de Staat, het eerste natuurgebied
geworden dat beheerd werd door het
Zeeuwse Landschap.
Tot 1976 heeft de Stichting niet veel be
zittingen kunnen verwerven. In 1976
kreeg men na jarenlang onderhandelen
het uitgestrekte Land van Saeftinghe in
beheer en tevens kon 130 ha schor en
VOGELOBSER VA TIEHUT
Ook in het kader van het 50-jarig jubi
leum van het Zeeuwse Landschap paste
de bouw van een vogelobservatiehut in
het Grote Gat van Oostburg. De ope
ning werd verricht door Nico de Haan
van Vogelbescherming. Deze vereniging
houdt zich al geruime tijd bezig met het
promoten van deze hutten.
In een provinciaal overleg werden de
meest geschikte plaatsen voor schuilhut
ten onderzocht. Het ligt in de bedoeling
elke regio in Zeeland van zo'n hut te
voorzien. Al snel bleek het Grote Gat
één van de meest geschikte lokaties te
zijn. Het gebied is niet toegankelijk, ligt
vlakbij een dorp en de schuilhut kan op
een plek gezet worden waar veel vogels
te zien zijn.
En dat de plek goed gekozen is blijkt
wel uit de ervaringen van de laatste
maanden. Altijd is er wel wat te zien.
Waterhoentjes en kokmeeuwen zijn er
altijd, dat zal niemand verbazen. Maar
ook kluten, zwarte ruiters en watersnip
pen lieten bijna nooit verstek gaan.
Soms stapte een blauwe reiger op enkele
meters afstand voorbij. De schuwe
waterral wandelde regelmatig tot onder
de schuilhut!
Met spanning wachten we de komende
maanden af, want elk jaargetijde brengt
weer andere vogels in het Grote Gat.
Zullen we de roerdomp te zien krijgen
deze winter? Welke steltlopers kunnen
we verwachten in het voorjaar en wie
weet krijgen we de blauwborst en bruine
kiekendief te zien in het broedseizoen.
De vogelobservatiehut is voor iedereen
vrij toegankelijk, de deur is altijd open!
Voorzichtig de kijkgaten openen en zor
gen dat de deur dicht is, anders zien de
vogels je zitten. In de hut ligt ook een
notitieboekje, waarin de waarnemingen
kunnen worden genoteerd. Goed voor
het vogelarchief, maar ook leuk om te
zien wat anderen zagen.
slik in de Krabbekreek (Tholen) worden
aangekocht. De Stichting kreeg door de
gebiedsuitbreiding veel meer beheerssub-
sidie van de overheid en deze jaarlijks
terugkerende inkomsten maakten het
mogelijk om enkele vaste medewerkers
aan te stellen. Tot dan toe was al het
werk vrijwel uitsluitend gedaan door
vrijwilligers.
Vantoen af aan is de ontwikkeling ver
sneld gegaan. De Stichting groeide van
170 ha in 1975 naar 4200 ha in 1986.
BEZIT
Naast het Zwin beheert het Zeeuwse
Landschap nog meer natuurgebieden
langs de kust. De Kievittepolder bij
voorbeeld, gelegen tussen het Zwin en
Hotel Noordzee. Een prachtig duinter
rein begroeid met struweel en zeer
waardevolle duingraslanden, die we
verder langs onze kust niet meer aan
treffen. Het gebied werd van rekrea-
tiebouw gered door de natuurbescher
mingswet. De Verdronken Zwarte Pol
der kennen we allemaal, evenals de ge
varieerde plantengroei, die het gebied
maakt tot de meest waardevolle reser
vaten van Nederland. Verderop in de
Westerschelde ligt het Hooge Platen
complex, uitgestrekte slikken die worden
bezocht door, tienduizenden steltlopers
en eenden. De Bol op de Hooge Platen
heeft zich ontwikkeld tot de belangrijk
ste broedplaats van de dwergstern in
Nederland. Ook een belangrijk deel van
het Paulinaschor is in het bezit van het
Zeeuwse Landschap, evenals de inlaag
van Hoofdplaat slechts een schamel
restant van wat het eens was.
In het binnenland worden verschillende
kreken en dijken beheerd door de
Stichting. Het Grote Gat van Oostburg,
de Reep en een gedeelte van de Baar-
zande zijn waardevolle kreken die wer
den veiliggesteld. De weilanden in de
Willem-Leopoldpolder, ten zuiden van
het Zwin werden in enkele jaren tijd
omgevormd tot een botanisch juweeltje
met verschillende zeldzame plantensoor
ten.
BEHEER
Om de natuurwaarden in de gebieden
veilig te stellen is het niet voldoende de
terreinen te bezitten. Ze moeten ook
beheerd worden. Knotbomen op dijken
moeten regelmatig gekapt worden en
nieuwe bomen aangeplant. In de Kievit
tepolder worden delen gemaaid en
beweid om de waardevolle duingras-
landplanten te behouden. De gevarieerde
plantengroei in de Zwarte Polder is
voor een deel het gevolg van een gericht
beheer. Het oostelijk deel wordt met
schapen beweid, in het midden deel
wordt niets gedaan en het westelijk stuk
8