n*
VOGELS NAN HET
BR^KM/HXCEBIED
VOGELS VAN HET BRAAKMAN
GEBIED
Onlangs verscheen deel I van 'de Vogels
van het Braakmangebied'. Dit handelt
over de broedvogels van een deel van
deze in 1952 afgesloten zijarm van de
Westerschelde. Aanleiding tot de inven
tarisatie, die plaatsvond in 1984 en 1985
was het beschrijven van de zich wijzi
gende broedvogelsamenstelling als ge
volg van het veranderde landschap en
het gebruik daarvan.
In het achterhoofd van de samenstellers
zal ook zeker het feit hebben meege
speeld, dat er binnenkort een toekomst
visie voor het gebied op papier zal
worden gezet. Natuurbelangen zullen in
deze visie zeker ook zwaar meegewogen
moeten worden en dit rapport zal daar
zeker toe bijdragen.
De inhoud is overzichtelijk, systematisch
en goed leesbaar. Hoewel de gedetail
leerde soortsbeschrijvingen ongeveer 80
van de 130 bladzijden vullen is er ook
een goede beschrijving van het gebied
en alle deelgebieden gegeven.
Ook de inventarisatiemethode en de
bronnen van de oude gegevens zijn
vermeld. Dit maakt herhaling cq.
vergelijking in de toekomst makkelijker
en ook verantwoord.
Een evaluerend hoofdstuk toont de
sterke toename van kustgebonden
broedvogels meteen na de afsluiting,
gevolgt door een langzaam verdwijnen
als gevolg van de vegetatie-successie.
Weidevogels kwamen op en verdwenen
weer gedeeltelijk, een deel ervan nam af
door de intensivering van de landbouw.
De huidige broedvogelstand laat zich
volgens de auteurs het best karakteri
seren door 'broedvogels van (jonge)
bossen en kuituurvolgers met, vooral in
de aan de Braakmanpolder grenzende
gebieden, nog pioniersoorten (o.a. Kluut
en Kleine Plevier) en weidevogels
(Scholekster, Grutto, Tureluur, Kievit
en Gele Kwikstaart).'
In de gehele periode werden 107 zekere
en 4 waarschijnlijke en 3 mogelijke
broedvogelsoorten waargenomen.
Tijdens de inventarisatie in 1985 werden
er 76 zekere, 2 waarschijnlijke en 2
mogelijke broedvogelsoorten vastgesteld.
Het rapport besluit met een hoofdstuk
over bescherming en beheer. Met name
dit hoofdstuk geeft het rapport houvast
voor beheers- en beleidsmensen, die met
uitspraken als 'ornithologisch zeer be
langrijk' vaak niet uit de voeten
kunnen. De samenstellers, Henk Caste-
lijns, Marcel Capello, Jaap Poortvliet
en Max Janse, merken hierin terecht op,
dat aankoop van gebieden een uitste
kende garantie kan bieden voor behoud
van natuurwaarden, maar slechts dan
wanneer er ook een goed beheer wordt
uitgevoerd.
Wat de presentatie van het rapport
betreft geldt, dat er een ruime opzet
wordt gehanteerd en er duidelijke gede
tailleerde kaarten zijn opgenomen. De
tekeningen van Pieter Paul van Laake
geven de landschapssfeer van de Braak
man goed weer. Het is jammer dat de
vogeltekeningen van Gilbert van Aver-
maet niet geheel uit de verf komen. Het
geheel maakt een goed verzorgde
indruk.
Het is verheugend te konstateren dat
ook in Zeeuws Vlaanderen er systema
tisch en doelgericht vogelonderzoek kan
worden uitgevoerd door enthousiaste
mensen van eigen (hoewel... Henk)
bodem. Het zou overigens leuk zijn de
gegevens naast de door de P.P.D. uit
gevoerde inventarisatie uit 1986 te
leggen om beide inventarisatiemethoden
te vergelijken.
Het is te hopen dat het rapport niet
alleen zijn weg vindt naar vogelaars,
maar zeker ook naar bijvoorbeeld de
mensen van het Recreatieschap De
Braakman, die binnenkort een bestem
mingsplan voor dit gebied zullen opstel
len. (EM)
Castelijns, Henk. 1986. Vogels van het Braakmangebied.
Deel 1. Broedvogels. 130 pp.
Uitgave i.s.m. De Steltkluut.
Te bestellen door overmaking van 9,50 op girorekening
265961, t.n.v. Steltkluut, Axel, o.v.v. 'Braakmanrapport',
(voor leden Duumpje ook verkrijgbaar in clubgebouw
voor 5,-.)
10