MOLEN SCHOONDIJKE WBBSSBSBSÊ *ktMteite h PAULINASCHOR EXCURSIE ZOMER EXCURSIES ZWIN EN ZWARTE POLDER De geschiedenis van de Schoondijkse molen begint in 1655, toen in de pas bedijkte Prins Willempolder een staak molen gebouwd werd, deze stond ca. 250 m. westelijk van de huidige molen. Toen deze in 1884 omwaaide werd in hetzelfde jaar de huidige stenen berg- molen gebouwd en wel door een Belgische molenmaker, zoals dat in onze streek veel voorkwam, de vorm van de kap had de typische Vlaamse vorm (Mansardekapje zoals in IJzendijke). In 1900 brandde hij geheel uit, alleen de romp was nog in takt. Hij werd weer geheel hersteld. In de oorlog (1944) liep de molen nogal wat schade op, maar was toch nog maalvaardig en was hiermee de enigste molen in W. Z.-Vlaanderen die, weliswaar zonder kap en met een inderhaast gemaakte vang, nog in bedrijf was. Na de oorlog is dan de kjtp definitief hersteld, maar dan wel naar "Hollands" model, want de Limburgse molenmaker kende zo'n Vlaamse kap niet en dus maakten ze het zoals ze het gewend waren. Op deze manier zijn er in de loop der tijden een heleboel streekeigen vormen weggerestaureerd. Hier lag en ligt voor de Rijksdienst voor Monumentenzorg een taak dergelijke zaken in de gaten houden! Een parallel is te trekken met de boerderijen in Nederland: een Groningse boerderij is nou éénmaal anders dan een "Zeeuwse". Hetzelfde geldt voor beplantingen: in W. Zeeuws-Vlaanderen horen knot- bomen op de dijken en géén Corsicaan- se dennen! Terug naar de molen: in 1963 kwam hij definitief stil te staan, een boterham was er niet meer mee te verdienen. Sindsdien staat hij daar aan de Molenkreek weg te kwijnen, lijdzaam en gelaten z'n lot af te wachten, afbraak door de natuurelementen (afbraak door mensenhanden mag niet, want hij staat op de Monumentenlijst), of zal hij binnenkort weer z'n wieken in 't rond laten vliegen? Want haast is geboden, de kap ligt half open, zodat weer en wind het binnen werk aantasten, het metselwerk is door de twee laatste strenge winters sterk aangetast, deuren en vensters zijn verrot en de roeden zijn ook praktisch weg- geroest. Als niet vlug met de (reeds begrote) restauratie begonnen wordt, zullen de herstelkosten weer uit de hand lopen, zoals dit o.a. met Zuidzande het geval was. Gelukkig heeft de gemeente Oostburg de noodzaak van dringend herstel ingezien en heeft de molen als eerste restauratie- objekt aangemerkt. Hier ligt een taak voor de gemeentelijke bestuurders, het herstelwerk nog dit jaar aan te besteden, op deze manier kan wellicht nog binnen de begroting gewerkt worden, ook al zijn er nog geen Rijksgelden beschikbaar voor de finan ciering. Diegenen in het Gemeentebestuur, die zich verzet hebben tegen Molenrestau raties, hebben hier nu eens een uitge lezen kans, door snel te handelen, de kosten zo laag mogelijk te houden! Wanneer de molen weer maalvaardig is, zal hij regelmatig draaien, weliswaar niet meer in vol bedrijf, maar toch zeker in de weekends. De huidige eigenaar en molenaar, A. de Hulster zal zich dan weer over de molen ontfermen. De molen zal dan ongeveer 100 jaar in het bezit zijn van de familie de Hulster. Sjaak Herman, oktober 1986. Een mooie nazomer avond met een fraaie zonsondergang waartegen zich op de slaapplaats invallende Regenwulpen fel aftekenen en groepjes Oeverlopers zich druk roepend gereed maken om weer in zuidelijker streken te gaan over winterenzoiets had ik in gedach ten toen de aankondiging voor deze excursie moest worden geschreven. Het bleek naderhand wel te gelden voor 2 en 4 september, maar de wet van behoud van ellende maakte 3 september weer een typische, dus beruchte Pauli- naschor excursie. Een bulderende windkracht 8 a 9 met een indrukwekkende, maar zeer drei gende wolkenhemel deed waarschijnlijk de meeste mensen besluiten toch maar liever thuis te blijven. Toch echter nog 6 deelnemers die genoodzaakt waren om onder aan de dijkvoet door het schor te lopen omdat anders elk woord volledig 'wegwoei'. Zittend tussen de Zeeaster vertelde ik hen, hoe mooi het had kunnen zijn. Met name Anton 'dacht er het zijne van'. De Kleine Jager en een met de wind vechtende Bruine Kiekendief maakten iets goed van mijn grote orni thologische beloftes. De Wilde Eenden vertrokken in de avondschemering naar het binnenland, waarschijnlijk om 's nachts op de juist geoogste graanakkers valgraan te eten. Ruim 1500 vogels vertrokken in één uur richting polders. Op de terugweg vielen nog een vijftal Regenwulpen in en bleef er nog iets van mijn sterke verhalen overeind. Er zijn weinig lokaties die ik na zo'n avond als deze nog eens zou bezoeken, maar voor de charme van het Paulina- schor zwicht ik, en mogelijk ook u, de volgende keer gegarandeerd weer. Mo gelijk is het juist die grote onvoorspel baarheid van weer en vogels, die er verantwoordelijk voor is, dat we toch iedere keer weer naar buiten trekken. Eric Marteijn. Het zomerseizoen zit er al weer geruime tijd op en daarmee kunnen we de balans opmaken van de excursies die ieder jaar in de maanden juli en augus tus door 't Duumpje worden georgani- 3

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1986 | | pagina 5