tmkfe tortel 22 juni 1984: DsS alarmerend bij de duintjes. 24 juni 1984: idem 30 juni 1984: DsS roepend, vliegend tussen Visdieven. 4 juli 1984: idem 6 juli 1984: idem 8 juli 1984: idem 11 juli 1984: idem 4 augustus 1984: DsS alarmerend tussen de Visdieven. 6 augustus 1984: Van een afstand (100 m) de DsS tussen de rijshoutschermen zien landen; even later via de noordkant zien wegvliegen. 17 augustus 1984: Vanaf de noordkant de DsS met een vis in de snavel zien aanvliegen, roepend tsju-wik; even later (ca 20 s) boven ons zonder vis weer het bekende "aahk-aahk" roepend. Vloog daarna in NW richting weg. 30 augustus 1984: DsS vliegend bij de duintjes gezien. 11 september 1984: DsS een vliegvlug jong zien voeren in de duintjes; adult vloog daarna via de noordkant weg. 20 juni 1985: DsS vliegend bij de duintjes. 1 juli 1985: DsS ter hoogte van de Ring gehoord. 2 juli 1985: DsS bij de duintjes zien landen Op 18 juli met de schuilhut bij de duintjes rondgekropen; geen DsS gezien of gehoord. 17 juni 1986: Waarschijnlijke waarne ming van een DsS in luchtbalts met een Visdief. 23 juni 1986: idem In 1986 zijn geen zekere waarnemingen bekend van de Dougall's-stern; tot broeden is het zeker niet gekomen. Zowel in Engeland, Ierland als Bretagne is het aantal broedparen van de Dougall's stern de laatste jaren sterk afgenomen, terwijl gelijkertijd op de Kaapverdische eilanden deze sternsoort in aantal toenam. Wellicht is er sprake van een verplaatsing van het broed- areaal waarbij klimatologische omstan digheden een rol kunnen spelen. Uit de literatuur is bekend dat slecht weer omstandigheden deze sternsoort in hoge mate beperkt bij het vissen; meer dan bij andere sternsoorten. Het is in ieder geval opmerkelijk dat de meeste waar nemingen v^n de Dougall's stern op de Hooge Platen stammen uit de mooie zomers van 1983 en 1984 en in de slechte zomers van 1985 en 1986 veel minder waarnemingen zijn gedaan. Rene Beyersbergen. Inleiding. De Turkse Tortel behoort nog niet lang tot onze inheemse broedvogels. Als gevolg van een enorme expansie vanuit zuid-oost Europa, waarbij ruim 2,5 mil joen km2 nieuw werd gekoloniseerd, is hij voor het eerst in 1949 in Nederland broedend aangetroffen. Sinds dat jaar heeft de Turkse Tortel zich in ons land via de hoge, drogere zandgronden naar de lagere, vochtige klei- en veengronden uitgebreid. De eerste bekende broedge- vallen uit West-Zeeuws-Vlaanderen da teren van 1960 en vonden plaats in de omgeving van Cadzand. Momenteel is de uitbreiding waarschijn lijk nog maar van geringe aard, hoewel de getelde aantallen in het PTT-project van SOVON nog wel gestaag toenemen. (Figuur 1). In de periode 1973-1977 broedde de soort al in 85,5 van de Nederlandse atlasblokken, terwijl het broedbestand toen uit 60.000 tot 100.000 exemplaren bestond. Het succes van de expansie van de Turkse Tortel is grotendeels te wijten aan het feit dat de soort in de landen die zij bevolkte geen of weinig concur rentie ondervond van andere (duive-) soorten. In Nederland is de soort nauwelijks een terkvogel: terugmeldingen van in Neder land geringde vogels betreffen hoofd zakelijk zwervers, terwijl vogels met buitenlandse ringen niet van veraf blijken te komen. Toch worden elk voorjaar tot 500 Turkse Tortels in april/mei waarge nomen bij de telpost te Breskens, soms gemengd vliegend met echte Tortel duiven (Streptopelia turtur). Methode. Door leden van de Vogel werkgroep van 't Duumpje" is in dec/jan 1984/85 geprobeerd voor alle dorpskernen na te gaan of er zich slaapplaatsen bevonden en indien dit het geval was, de aanwezige vogels te tellen. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1986 | | pagina 8