■J
TER NAGEDACHTENIS AAN een rijke natuur was de toen nog zeer
BEREND FREDRIK RASKER jonge Frits Rasker al geboeid door alles
wat leeft en groeit.
In zijn latere leven toen hij zich met
Op 19 april 1986 ging van ons heen zijn vrouw in West Zeeuws Vlaanderen
Berend Fredrik Rasker, initiatiefnemer vestigde, groeide deze liefde en belang
en één van de oprichters van de vogel- stelling, maar ook de bezorgdheid om
wacht West Zeeuws Vlaanderen 'Het het behoud en instandhouding van
Duumpje'. natuur en landschap.
Afkomstig uit de Achterhoek, een streek Ik herinner mij nog heel goed de
rijk bedeeld met een fraai landschap en strenge winter van 1956. De Raskers [zo
werden de heer en mevrouw Rasker wat
oneerbiedig genoemd binnen het Duum
pje, ze waren altijd samen op pad]
hadden op hun tochten rond Oostburg
de noodleidende vogels waargenomen.
Er moest wat aangedaan worden. Ze
namen kontakt op met de burgemeester
van Oostburg en spoedig daarna was
met hulp van anderen een hele win-
tervoederingsorganisatie op poten gezet.
Het was in die winter dat ik voor het
eerst kennis maakte met Frits Rasker.
Ik was 11 jaar en de padvinderij was
ingezet om brood en gebak afval te
ronselen bij bakkers. Zakken vol
werden verzameld en na door ons eerst
van nog goed eetbare tompoezen en
krentekoeken te zijn ontdaan brachten
we het broodafval naar diverde punten
rond het Grote Gat.
Frits Rasker wilde deze aktie niet één
malig laten zijn en in de zomer van
1957 kwam het mede door zijn toedoen
tot de officiële oprichting van de vogel-
beschermingswacht 'Het Duumpje'.
In die begintijd waren de Raskers altijd
present op vergaderingen, filmverto
ningen of excursies. Het Grote Gat had
een bijzondere aantrekkingskracht op
hem. Was er iets aan de hand, dan
kreeg je steevast een telefoontje uit
'Finland'. Maar de Raskers zorg en be
langstelling ging verder dan het Grote
Gat, omvatte heel de streek en zelfs ver
over de grens als het ging om heemkun
de of voor behoud van natuur en
landschap.
In de moeilijke tijd van eind jaren zes
tig was het Frits Rasker die met raad en
daad geduwd heeft aan de tot stand ko
ming van het nieuwe Duumpje als een
meeromvattende natuurbeschermingsver
eniging.
Vooral de symphatieke wijze waarop
hij in de roerige 7Oer jaren onze aktivi-
teiten volgde heeft mij getroffen. Toen
wij misschien wel eens te ver over de
schreef gingen met het behartigen van
de natuurbelangen volgens hem. Ik werd
dan we! eens apart geroepen om over
één en ander uitleg te geven. Het zat
hem dan hoog, maar hij wilde niet
direkt het bestuur op de vergadering ter
verantwoording roepen. 'Jan, vertel
eens, hoe zit dat nu?'. Dat was zijn be
scheiden en terughoudende aard die
voor mij en voor anderen een stimulans
is geweest en tevens een sein tot naden
ken.
namens het bestuur
Jan de Zwart.
9