De andere slaapplaatsen worden zoals
reeds opgemerkt slechts sporadisch
gebruikt en dit is dan ook meestal in
het late najaar en het vroege voorjaar
als we nog te maken hebben met door
trekkende Kiekendieven die niet speciaal
op de vaste slaapplaatsen komen. Het is
dan ook niet voor niets dat we op de
telling in januari alleen Kiekendieven op
de vaste slaapplaatsen telden want dan
hebben we te maken met de minste
doortrek, zeker als de winter niet te
kwakkelig verloopt.
Verder ontbreekt in deze lijst natuurlijk
de slaapplaats in het Zwin, het tellen
van de Kiekendieven aldaar hebben we
overgelaten aan een aantal Belgische
collega's maar daarvan zijn nog geen
resultaten bekend. We kunnen echter
wel aannemen dat er zich in het Zwin
een aantal Blauwe Kiekendieven 's
nachts plegen op te houden maar het
probleem is dan natuurlijk waar die
Kiekendieven overdag hun jachtgebied
hebben: In Nederland of in België en
dus weten we niet goed of we ze wel op
onze lijst mogen plaatsen. Hetzelfde
probleem doet zich ook voor bij de
Kruiskreek waar zich ook "Belgiche"
Kiekendieven kunnen ophouden maar
tezijnertijd zullen we daar een uitspraak
over doen op grond van de aankomst
richtingen die we nauwkeurig bijhouden.
RESULTATEN LANDELIJK
De resultaten landelijk zijn nog niet van
dien aard dat er belangrijke uitspraken
kunnen worden gedaan. Ik zal dan ook
niet al te ver vooruitlopen op de
verslagen van de landelijke contactper
sonen die pas later zullen verschijnen.
Wel kunnen we al enkele opvallende
punten aanstippen van de tellingen. In
de eerste plaats is het duidelijk dat we
met onze telprestatie weer een goede
indruk hebben nagelaten. West-Zeeuws-
vlaanderen is het best getelde deel van
Zeeland en ook wat de resultaten betreft
mogen we niet ontevreden zijn: Met de
Kruiskreek hebben we toch een slaap
plaats die goed is voor maximaal 15
Blauwe Kiekendieven terwijl de grootste
slaapplaatsen in Nederland (op Flevo
land en Ameland) goed zijn voor ruim
20 Blauwe Kiekendieven en daarmee
behoort ook de Kruiskreek tot de
grootste slaapplaatsen in Nederland.
III.: uit The Hen Harrier, Donald
Watson. Uitgave Poyser.
In de tweede plaats blijken de tellingen
al snel nuttig te zijn bij de roofvogel
tellingen die altijd plaats vinden in de
maand januari. Tijdens zo'n telling, die
overdag plaatsvindt, kom je' aanzienlijk
minder Blauwe Kiekendieven tegen dan
de aantallen die worden geteld op de
slaapplaatsen in het overeenkomstige
gebied. Bij ons is dat verschil nog
moeilijk aan te geven omdat we, zoals
al eens eerder opgemerkt, te maken
hebben met Kiekendieven die in Neder
land komen overnachten maar in België
hun jachtgebied hebben en dus on
mogelijk kunnen worden geteld op de
telling overdag.
In Flevoland blijkt het in ieder geval
zeer duidelijk. De roofvogeltelling lever
de nog niet eens 50% van het aantal op
de slaapplaatsen getelde kiekendieven!
De slaapplaatstellingen leveren een be
duidend beter beeld over de aantallen
Blauwe Kiekendieven in een bepaald ge
bied (dit geldt trouwens voor meerdere
roofvogelsoorten) en dat is op zich al
een goede reden om met de tellingen te
blijven doorgaan.
In ieder geval stemde de totale deelname
en het resultaat van de tellingen tot
grote tevredenheid bij de organisatoren
en we gaan de komende winter dan ook
door met tellen. Geïnteresseerden die
nog niet benaderd zijn kunnen kontakt
opnemen met ondergetekende. Tenslotte
wilde ik de volgende personen bedanken
die reeds tellingen hebben uitgevoerd:
Rob van Westrienen, Eric Marteijn, Leo
D'Hoore, Petrus van 't Westeinde, Rene
Beijersbergen, Ingeborg Sanderse, Lu-
cien Boerjan, Marcel Buysse, Huib van
Iwaarden, Anton Bun en Thijs Kramer.
Eric Blaakman
Peurssensstraat 23
4527 BK Aardenburg
tel. 01177-2277
(werkdagen) 040-415078
15