Zeeland schakelde DGW in. De opdracht aan deze dienst is om zowel een oplos sing aan te dragen voor het vastleggen van de Zwingeul als de verzanding van het Zwin. Coossen stelt dat het uitstromende water (debiet) van de Zwingeul te zwak is om het zand dat deels van Knokke komt de baas te kunnen. Zonder ingrepen zal de monding op een natuurlijke wijze ver zanden. RWS benadert dergelijke problemen tegenwoordig met een geïntegreerde aan pak, waarbij alle aspekten worden mee genomen. Er werden twee studies verricht. De meetkundige dienst van RWS heeft de vegetatie van het Zwin in kaart ge bracht. Dat was slechts 2 maal eerder gebeurd, door Mörzer Bruyns in '52 en Jansen in '79. Daardoor konden de veranderingen in de vegetatie bepaald worden. De grootste veranderingen in het gebied zijn het totaal kaal worden van de Zwinvlakte op Nederlands grondgebied. Dit is een gevolg van ver stuiving van het vele zand dat door de monding naar binnen komt (en betre ding). Door het uitgraven van de zand- putten is de komberging vergroot. De geul is daardoor wijder geworden en heeft een deel van de duinenrij wegge nomen. Jon stond ook verbaasd over de ingrepen die de Belgen hebben uitgevoerd. Er is in het Zwin geen klassiek schorpatroon aanwezig. Alleen op Nederlands grond gebied vind je dat terug. Op de vegetatiekaart zijn er grote witte plekken verschenen, deels door de in tensieve betreding, deels door het stagnante water ontstaan. Zoutmelde is sinds '79 sterk toegenomen al dringen de strenge winters deze overjarige plant weer enigsinds terug. Het opstuiven van een primair duin is een heel leuk aspekt, dat aan waarde kan winnen door het af sluiten van de Nederlandse Zwinvlakte. In een tweede studie heeft RWS een hydrologies model van het Zwin ge maakt. Van alle geulen werd de stroom snelheid gemeten tijdens een volledige getijcyclus. Met dit model in handen kunnen scenario's worden opgesteld om de komberging te vergroten. Dit is het centrale punt wil je het zandtransport de baas blijven. De stroomsnelheid en het getijvolume worden dan vergroot. Bekeken is hoe je dat kunt realiseren door het minste graafwerk te verrichten. Het ligt dan voor de hand de bestaande geulen en kanalen te gebruiken. Het voorstel is de beide kanalen met elkaar te verbinden en de Zwingeul uit te diepen. Verder moet de getijwerking ongestoord tot ver achter in het gebied kunnen doordringen. Daardoor krijg je een veel natuurlijker systeem met kreekjes e.d. en zorg je voor een natuur lijke afwatering. Berekend is welke diepte de geul moet hebben om een bepaalde hoeveelheid water binnen te krijgen. Als de geul tot 50 cm wordt verdiept zal er 135.000 m3 zeewater binnenstromen. Op een niveau van NAP wordt dat zelfs 150.000 m3. Nu stroomt er bij vloed slechts 103.000 m3 naar binnen. De hamvraag is hoe lang de geul op diepte blijft. Uiteindelijk kan het Zwin onvoldoende komberging leveren om de geul open te houden. Het blijft dus on danks de ingrepen een tijdelijke zaak. 'Eigenlijk doen we niets anders dan een methode zoeken om de verzanding zo lang mogelijk uit te stellen. Met deze plannen kunnen we het een aardig tijdje uitzingen, maar het blijft een hopeloze strijd', konkludeert Jon. Uit de kontakten met de Belgen blijkt, dat men daar wel oren heeft naar de plannen. Dat is nodig ook, wil het tot uitvoering komen. De kosten moeten door België worden opgehoest. De ideëen die door DGW zijn ontwik keld worden nog binnen RWS bespro ken. Na de zomer zal de definitieve ver sie van de plannen gepresenteerd worden. BEHEER De natuurwaarden van het Zwin zijn sterk beïnvloed door menselijke ingrepen en het langzame proces van verzanding. Daarnaast speelt de toeristiese druk een belangrijke negatieve rol, zowel door verstoring als betreding. De nu aanwezi ge natuurwaarden blijven achter bij de potentiële natuurwaarden. De natuurwaarden kunnen op verschil lende manieren worden vergroot. De be langrijkste zijn: ingrepen in de water huishouding, de begeleiding van rekre- anten en het beheer van de door enkele soorten gedomineerde vegetaties. Wat betreft de waterhuishouding en de verzanding. De plannen waar RWS op zit te broeden bieden de mogelijkheid een natuurlijkere waterhuishouding in te stellen. Door het toelaten van de getijde werking tot achter in het gebied zal het klassieke schorpatroon ontstaan. Het is ondoenlijk het Zwin eeuwig open te houden. Maatregelen moeten tevens ge richt zijn op een zo natuurlijk mogelijke suksessie in het gebied. De grote aantallen bezoekers, zowel op Nederlands als Belgies grondgebied moeten goed begeleid worden. Vooral als het RWS-plan wordt uitgevoerd ontstaat er een nieuwe situatie, die ook voor de betreding konsekwenties heeft. Een nieuwe betredingsregeling, waarbij de in Engeland ontwikkelde kennis over be zoekersgeleiding dienstig kan zijn, be hoort tot de mogelijkheden. De negatie ve invloed op de natuurwaarden moet geminimaliseerd worden. Het wordt hoog tijd dat de al in '79 door Jansen voorgestelde beheersmaat regelen van maaien en beweiden van de verruigde schordelen in praktijk worden gebracht. De desinteresse die de beheer ders blijkbaar hebben voor dit aspekt staat in schril kontrast met de goede sier die ze met dit gebied maken. SLOT Een regelmatig overleg tussen Neder landse en Belgiese natuurbeschermers kan de aanzet geven tot een aktiever be heer van het internationale natuur reservaat. Het Zwin kan als natuurgebied nog flink in waarde toenemen. Thijs Kramer. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1987 | | pagina 15