LUUT oor deze soort is vreemd genoeg geen ialectnaam bekend, onte Wulpe (Dbg) IEEUWEN Jn het algemeen spreekt men van :eemeeuw'n, soms wordt de naam ilechts gebruikt voor Zilver- Mantel- neeuwen. \ndere namen ontbreken waarschijnlijk loor de geringe interesse voor deze ogels in combinatie met het probleem n ontbreken van naslagwerken in 'roeger jaren. STERNS Visdiefjes als verzamelnaam voor alle ZWARTE STERN Zwarte visdief (Nwv/Cdz) -iOUTDUIF iosduve WZVL. -IOLENDUIF Potduufje (Abg) STEENUIL oepuul WZVL. chter (soms) ook Katuul (Groede/St.- r./Sls/ |}hijsen noemt dit woord voor dezelfde (oort voor Bsk/Cdz. ichietuul (Abg/ JCERKUIL Katuul WZVL. Ghijsen noemt dit woord vreemd genoeg liet. Rvnja noemt beide uilensoorten met de lier gegeven dialectnamen, maar voor .uid Beveland. IJSVOGEL Iespauwtje WZVL. Ghijsen geeft voor deze soort ook de naam Sluuswachter (Bvt). LANSUIL Sommigen gebruiken het woord Katuul >ok voor deze soort. üERZWALUW )nweerszwaluw (Nwv/ )nweerstieters (Nwv/ GROTE BONTE SPECHT Roffelaer (St.Kr./ STRANDLEEUWERIK Strandputter (Hfdpl) ZWALUWEN Noemt men in het algemeen Zwalems. HUISZWALUW Witkonte (Nwv) Ghijsen kent deze naam alleen voor Hommels met een wit achterlijf. GRASPIEPER Gospieper WZVL. Grastsjiep Eede GELE KWIKSTAART Koeiewachtertje (St.Kr) Hdpl/Bus/Bvt/- IJz/Eede/SIs/ WITTEKWIKSTAART Paerewachtertje WZVL. Paerestaertje (Abg/ Ghijsen kent ook beide dialectnamen voor Kwikstaart, maar geeft geen splitsing in gele en witte Kikstaart. GRAUWE KLAUWIER (Doorndraaier) Doorandraerer (Nwv) WIELEWAAL Gele Wiewouw (Eede/ KAUW Torenkraai (Gr) VLAAMSE GAAI (N)annewuite (St.Kr Ghijsen geeft dit voor land van Hulst. Wijtink (Eede/Biezen) WINTERKONING Duumpje (WZVL) KAREKIET SPEC. Rietmusse (Nwv/St.Kr) ROODBORST Poverjan (Eede/ MEREL Mer(e)laar (WZV) KOPERWIEK Goudlister (Eede/ GROTE LIJSTER Boerelister KRAMSVOGEL Tsjakker (IJz/ KOOLMEES Smidje (Sis/ Ghijsen kent het woord in deze betekenis alleen van (Rtrch). VINK Bogerdvinke (WZVL) Ghijsen geeft voor dit woord Cdz/Gr- /Osb in WZVL. Hoewel twee reakties voor bogerdvinke op goudvink betrekking hadden, lijkt dit gezien het sporadisch voorkomen van deze soort in de streek onwaarschijnlijk. (Enkelaar 1967/68). (Abg/Sls) GROENLING Vlasvinke (WZVL IJ/Nwv/Cdz/Grd/Sls Merkwaardig genoeg kent Ghijsen dit woord niet. Geelvinke (Abg). Slechts eenmaal gevon den. PUTTER Distelvinke (WZVL KNEU Kneuter (WZVL RIETGORS Rietvinke (Nwv/ GEELGORS Gosronker (Grd/Abg/Sls/ niet in Ghij sen. Geelvinke (Nwv/Wkje/ idem. Koegors (Hfdpl/ idem. GRAUWE GORS De zang van deze soort scheen in Breskens omschreven te worden als "Geld, geld, geld voor een bieiertje". In mijn ogen echter lijkt dit zinnetje meer op de zang van de destijds algemene Geelgors. Probleemgeval is het woord zevenzanger (Biezen) Zang uit zeven verschillende tonen bestaand. Mogelijk Fitis? Eric Marteijn Oranjestraat 11 IJzendijke 17

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1987 | | pagina 17