?»Me>
VEGETATIE ZWARTE POLDER
De verdronken Zwarte Polder is de
afgelopen jaren onderwerp geweest van
diverse onderzoeken. Niet onterecht,
want hoewel klein in omvang moet het
gebied tot de meest waardevolle kustre-
servaten van Nederland gerekend wor
den. Met name de "achterduinse
strandvlakte" is vanwege haar open
verbinding met de zee heel bijzonder.
De beschutte ligging van het gebied
tussen zeedijken en duinen; de verschil
len in hoogteligging; de afwisselende
bodemopbouw van zand of klei,
gedeeltelijk weer overstoven met zand;
de invloed van het zoute zeewater, maar
ook regenwater of zoet drangwater uit
de duinen; de plaatselijke betreding
door mensen, de begrazing en bemesting
door konijnen en schapen, en de laatste
jaren ook maaien; dat allemaal heeft er
voor gezorgd dat er een wel bijzonder
gevarieerd vegetatiedek is ontstaan.
Elders zijn daar nauwelijks voorbeelden
van te vinden.
Het Schor
Het schor in het reservaat is al sinds
1962 onderwerp van een vegetatiekundig
onderzoek. Lees daarover nog maar
eens het interessante artikel in Duumpje
nr. 11 - 2 (zomer 1985). Dit schor is de
parel van de Zwarte Polder. Maar het
gebied biedt natuurlijk meer.
Allereerst de recente nieuwe schorvor
ming vóór de duinen, op het slibrijkere
deel van het strand in het noordwesten
van het gebied. Tegen de zeedijk bestaat
dit lage schor vooral uit Zeekraal,
verder doet vooral Engelse Slijkgras
haar best in het veroveren van nieuw
land. Sinds de afsluiting van de
afwateringsgeul is dit slijkgras flink
uitgebreid, en is in feite een fraaie
gordel ontstaan tussen het zandstrand
en het "gat" in de duinen. In dit gat
begint sinds de afsluiting van de geul
een zandige drempel te ontstaan, hier en
daar kan je beter spreken van jonge
duintjes! Hier voelen soorten als
Loogkruid, Zeeraket en Zeeposteiein
zi^h volkomen thuis.
Na de dijkverzwaring is in de uiterste
noordwesthoek van het gebied een heel
interessante ontwikkeling op gang
gekomen. Aan de voet van de nieuwe
zeedijk ligt daar een klein duintje, met
daarvoor in oostelijke richting de oude
pier. Tussen die pier en het duintje is op
het strand een fraai vloedmerk ont
staan. In het schelprijke zand blijft na
elke vloed het fijnere afval liggen.
Kustmelde en Gelobde Melde gedijen
daarin prima, evenals enkele Strand-
bietjes. Door de menselijke betreding
zullen die laatste de fase van hun
seksleven wel niet kunnen bereiken.
Ook de vele Zonnebloemen en Wonder
bomen die hier regelmatig neerstrijken,
hebben niet altijd veel overlevingskan
sen en moeten zich uit aangespoeld zaad
elk jaar opnieuw vestigen.
foto J. W. Jongepier
4