GROESE DUIN 1 19-12 16-1 20-2 duiker spec. l 1 fuut 157 2 4 dodaars 4 1 2 aalscholver 1 kolgans 23 - - rotgans 4 - - wilde eend 769 581 167 bergeend 30 35 6 kuifeend 1 smient 169 - zwarte zee-eend - - 3 middelste zaagbek 5 20 7 eidereend 3 1 meerkoet 3 2 scholekster 204 203 225 bontbekplevier 10 5 3 goudplevier 2 - - zilverplevier 43 39 47 kievit 60 kanoetstrandloper - 3 drieteenstrandloper 74 93 145 paarse strandloper 157 71 148 bonte strandloper 4 - 1 rosse grutto 2 5 5 wulp 16 4 3 tureluur 2 1 3 steenloper 445 347 492 torenvalk 1 - kokmeeuw 351 583 357 stormmeeuw 16 77 16 zilvermeeuw 728 1097 247 kleine mantelmeeuw 25 4 1 grote mantelmeeuw 20 - 2 drieteenmeeuw - 9 dwergmeeuw - - 1 dood eu bonte kraai 2 1 frater oever/waterpieper - 1 3 Tabel 1: Resultaten strand- en zeetellingen winter 1987-1988 Zwin-Cadzand niet geteld. 01-77 11-77 03-78 01-78 01-81 02-81 01-83 01-85 duiker spec. dodaars ------- 1 fuut 3-_____3 roodhalsfuut - - 1 - - - aalscholver -_____3_ kleine zwaan rotgans ------- 2 wilde eend 55 113 middelste zaagbek -_3_____ smient - - - 90 40 - 327 eidereend 26 - 14 2 6 10 22 38 fk wintertaling i zwarte zee-eend 1 brilduiker - - - - - - - 3 bergeend 1 2 2 7 3 15 3 86 meerkoet - - - - - - - 13 waterhoen scholekster 217 200 140 208 125 145 166 205 zilverplevier 58 21 - 45 55 25 78 121 bontbekplevier 1 19 3 32 20 10 15 16 steenloper 307 235 245 306 310 195 189 watersnip - 1 bontsnip rosse grutto i wulp 1 - 1 2 - 2 55 tureluur 7 1 17 2 6 24 kanoetstrandloper 4 - - 1 14 paarse strandloper 33 41 25 37 42 32 38 33 bonte strandloper 37 39 21 34 20 - 34 30 drieteenstrandloper 45 122 81 145 30 37 38 61 grote mantelmeeuw _______3 kleine mantelmeeuw zilvermeeuw 1000 - 281 stormmeeuw 131 kokmeeuw - - - -122 dwergmeeuw - 1 drieteenmeeuw -____6__ sneeuwgans -_____3_ oeverpieper 1 Tabel 2. Telgegevens uit de jaren 1977-1985 van het Noordzeekustgebied van West Zeeuws Vlaanderen. Bron: archief Rijkswaterstaat. Dinsdagavond 19 april 1988 brachten Thijs Kramer en ondergetekende een be zoek aan de Groese Duintjes: in het ooste lijk stuk werden we al direkt verwelkomd door de roep van een waterral. Wadend door het hoge water (normaal kun je hier op je sokken door), rond het rietveld, zagen we dat van de daar nu massaal groeiende oeverzeggen, bladeren op het water dreven, en er hele plekken kaal waren. Thijs, als notoir vogelaar, wist niet zo direkt hoe dit nou kwam, terwijl ik, als volslagen leek, iets mompelde van ganzen of zo. Aflijn, voorzichtig verder gaand (om het water buiten onze laarzen te houden, en niet teveel lawaai te maken), kwamen we, tegen de duinrand aangekomen, Huib van Iwaarden tegen, die wekelijks de vogel stand bijhoudt; een goede zaak, want regelmatig inventariseren over een aantal jaren geeft een betrouwbaar beeld van het verloop van stand- en trekvogels in een gebied. Voor beheerders en eigenaars is dit informatie, waaruit men kan aflezen, hoe belangrijk zo'n terrein wel is, ten/ijl voor het beheer hier ook gebruik van gemaakt kan worden. Op de vraag, of hij nog leuke waarnemingen heeft gedaan, zegt Huib: Ja en of!2 grauwe ganzen bij het rietveld! Dus zij waren het dus toch die de zeggen wegvraten. Dit is een algemeen bekend verschijnsel: grauwe ganzen kunnen grote oppervlak ten water openhouden, en vormen zo een onmisbare hulp bij het beheer. Hier rukten ze de oeverzeggen kompleet uit de bodem en eten de sappige knol letjes op: de scherpe bladeren laten ze ongemoeid. De aanwezigheid van de wa terral en de grauwe ganzen zijn een gevolg van de hoge waterstand: bij navraag bleek zich niemand te kunnen herinneren, dat het ooit zo hoog was. Dit geeft wel een unieke situatie: diep tot zeer ondiep zoet water, uitermate geschikt voor moerasvogels en amfibieën. Als dit meer regel dan uitzondering wordt, zal het beheer daar aan aangepast moeten wor den; daarom zou eigenlijk ook de water stand regelmatig gecontroleerd moeten worden d.m.v. aan te brengen peilbuizen, maar vooralsnog maken we ons meer zorgen over de bescherming van het ge bied: de zo gewenste afrastering rond het waardevolle terrein is er nog steeds niet, en het toeristenseizoen staat al weer voor de deur. Er wordt aan gewerkt om het nog op tijd aan te brengen. Sjaak Herman 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1988 | | pagina 14