WAAROM SCHIET MEN NOG STEEDS OP DEZE VOGELS? DE ELF NIET SCHADELIJK Van de 23 bejaagbare vogelsoorten in ons land berokken 11 soorten de mens geen enkele schade. Niemand betwist dit feit. Toch worden er elk jaar duizenden ge schoten. Wordt het niet tijd de jacht op deze 11 soorten te sluiten? De Vogelwet-1936 regelt de bescherming van de in Nederland inheemse vogelsoor ten. Er is één belangrijke uitzondering. Ruim vijftig soorten vogels vallen niet onder de Vogelwet, maar onder de Jacht wet. Op de helft van deze in de Jachtwet genoemde vogelsoorten mag niet worden gejaagd. De jacht op bokje, zomertaling en korhoen is jaren geleden gesloten. Ze waren sterk in aantal achteruit gegaan. De jacht was niet de oorzaak van de daling, maar het schieten van deze kwets bare soorten vond men (jagers?, overheid, natuurbeschermers) niet langer geoor loofd. De jacht op een groot aantal eende- soorten is in de loop van de jaren even eens gesloten. Jagen op eidereend, grote zaagbek of bergeend werd niet langer acceptabel geacht. Ze bezorgden de mens geen schade. Het doden van deze vogel soorten was zinloos en strijdig met het natuurbeschermingsbelang. Nu anno 1988, zijninNederland23 soor ten vogels bejaagbaar. Wie denkt, dat dit allemaal vogelsoorten zijn die schade of overlast veroorzaken, heeft het mis. Zwarte kraai, houtduif, fazant of kolgans richten plaatselijk schade aan de land bouw aan. Maar van schade door goud plevieren of van overlast veroorzakende houtsnippen heeft de laatste honderd jaar niemand melding gemaakt. Van de 23 bejaagbare vogelsoorten be zorgen er 11 de mens nooit schade of overlast. Ook bij het beheer van de natuur veroorzaken ze geen problemen, tenzij men met problemen bedoelt: de kwetsba re positie van de 11Deze 11 zijn: water snip, houtsnip, goudplevier, krakeend, pijlstaart, wintertaling, slobeend, kuif- eend, toppereend, tafeleend en patrijs. Om een idee te geven: in ons land worden per jaar gemiddeld 23.000 houtsnippen, 16.000 wintertalingen, 14.000 patrijzen, 11.000 watersnippen en 2.300 goudple vieren geschoten. De onschadelijkheid van deze 11 wordt door niemand betwist. Ze eten geen voor de landbouw, tuinbouw, fruitteelt of bos bouw kwetsbare gewassen. Ze veroor- Kttn IMMitji' vmM' nqrk 8

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1988 | | pagina 10