OPVANG OLIEVOGELS lopen jaren aan natuurgebieden naar de knoppen zijn geholpen en hoe weinig be reidheid er is om de portemonnee te trek ken voor natuurbouw. Leg die weg dan maar door de Zak en watje daarmee uit spaart kan je gebruiken voor de aanleg van een heleboel nieuwe natuurgebieden. Hoogbouw -Zucht- Het kan er bij mij niet in dat als het gemeentebestuur iets niet wil, het er toch komt. Waar ze zich achter verschui len is dat er geen bestemmingsplan ligt, zodat je het bouwen toch niet tegen kunt houden. Nu heeft de gemeente een be stemmingsplan opgesteld mèt hoogbouw, maar je had het natuurlijk ook anders kunnen invullen. De PvdA heeft voor eeh kompromis gekozen, om de hoogbouw be perkt te houden. Als het nu toch meer wordt gaan ze natuurlijk ontzettend op hun bek. Persoonlijk vind ik hoogbouw langs de kust wel heel erg lelijk. Het langste kunstwerk van Europa? Na anderhalfjaar kan ik het nog altijd niet zien als een verfraaiing. Het doet wat on wezenlijk aan. Cadzand-Bad is een rustie ke badplaats met niet al te veel capsones. De rest van Cadzand-Bad past niet bij zo'n kunstwerk. Zo iets past beter bij een echte boulevard, in Zuid-Frankrijk ofzo. Waterschap? Dat is een zeer machtig instituut. Dat was wel een eye-opener voor mij. De invloed van het waterschap is overal merkbaar. Er kan niets in het buitengebied gebeuren of het waterschap zit er tussen. Als je het vanuit het demokratisch bestel bekijkt, dan horen ze niet zo'n invloed te hebben op het beleid. Daarvoor is het waterschap zelf, ondanks de waterschapsverkiezin gen, te weinig demokratisch. Natuurlijk is de uitvoerende taak van het waterschap wel belangrijk. Het vraaggesprek loopt op z'n eind. De drank is op en de rekening betaald. 'Toch goed dat de journalist van een krant in zo'n regio regelmatig wisselt, het gevaar bestaat datje een onderdeel wordt van de lokale politiek' We wensen Frans veel sukses toe in Apeldoorn. Toch meer dan 120.000 inwoners' voegt hij er snel aan toe. Hij zal er waarschijnlijk niet de ge meentelijke politiek, maar dan toch zeker de trappist missen. Thijs Kramer. Het gebeurt regelmatig tijdens een winter se wandeling langs het strand. Een dode vogel, besmeurt met olie. Soms leven ze nog en scharrelen ergens langs de water lijn. Velen kunnen het niet over hun hart verkrijgen zo'n vogel aan hun lot over te laten. Maar thuis blijkt al snel dat voor zo'n zeevogel een badkuip geen oplossing is. Het oplappen van olievogels kan beter aan deskundigen worden overgelaten Die deskundigheid is aanwezig in het vo gelpark van het Zwin. Daar hebben ze al jaren ervaring en weten ze hoe ze met de olievogels moeten omgaan. Verontreiniging van de zee door olie is niet een zaak van alleen de laatste tiental len jaren. Sinds het Pleistoceen (1 mil joen jaar voor Christus) komen er al na tuurlijke bronnen van olieverontreiniging voor. Het milieu bezit het vermogen om deze olie af te breken, maar er gaat wel een behoorlijke tijd overheen. De laatste eeuw is de oliewinning en het vervoer over zee enorm toegenomen. Dat heeft ook geleid tot een verontreiniging van de zee. De zee is niet in staat deze grote aanvoer allemaal af te breken. Thor Heyerdaal stak met zijn papyrusboot in het begin van de jaren zeventig de Atlantische oceaan over en konstateerde al ernstige olieverontreinigingen. De scheescheepsvaart is de grootste boos doener. De olie komt in zee bij scheepson gevallen of via lozingen. De jaren zeventig kenden enkele ernstige ongelukken zoals met de Torrey Canyon voor de Engelse kust en de Amoco Cadiz bij Bretagne. Een belangrijk onderdeel van de milieu- rampbestrijding op de Noordzee bestaat uit het opsporen en registreren van olie vlekken op zee en het vervolgen van de vervuilers. Opsporing van de vlekken vindt plaats via regelmatige surveillance door Rijkswaterstaat, zowel per boot als per vliegtuig. Het zal niemand verbazen dat vooral bij mistig weer olie stiekum geloosd wordt. Uit systematisch onderzoek, uitgevoerd in 1977, is gebleken dat er jaarlijks naar schatting 15.000 olievlekken voorkomen in het gebied dat door Rijkswaterstaat wordt bestreken. Ongeveer 15% van de vlekken heeft een omvang die voor bestrij ding in aanmerking komt. Wanneer er toch olie met een hoeveelheid van meer dan 5 m3 op de Nederlandse kust aan spoelt, worden er opruimingswerkzaam heden uitgevoerd. Ook hier heeft Rijkswa terstaat de eerste verantwoordelijkheid. Hulp aan olieslachtoffers onder de vogels behoort ook tot de taken die bij een olie ramp horen. De invloed die olieverontreiniging heeft op het zeemilieu komt het duidelijkst naar voren bij de vogels. In de vogelwereld zijn er enkele soorten die het grootste deel van hun leven op zee door brengen. Ze komen alleen aan land om te broeden. Voorbeelden daarvan zijn alken, zeekoe ten, Jan van Genten en stormvogels. Juist deze vogels zijn vaak het slachtoffer van olielozingen. Als ze op de één of andere manier met de olie in aanraking komen heeft dat meestal de dood tot gevolg. Soms zitten ze zo onder een dikke brij stookolie dat ze niet eens kunnen vliegen. Maar zelfs een minieme hoeveelheid olie is meestal al dodelijk. Om te kunnen over leven op zee hebben deze vogels een waterwerend en warmte isolerend veren kleed. Zelfs de geringste hoeveelheid olie tast de funktie van het verenkleed aan met als gevolg een longontsteking. Vandaar dat zeevogels, die op het strand worden gevonden er soms heel gaaf uit kunnen zien maar toch door de olie zijn gestorven. Vogels zijn heel zuinig op hun veren. Elke dag wordt geregeld de veren gepoetst. Als er olie tussen de veren zit kan het dus bij het poetsen gemakkelijk met de snavel worden weggepikt en ingeslikt. Olie werkt dan als vergif. Zeevogels zoeken vooral in de winter maanden de kustwateren op. Vandaar dat we ze vooral in de maanden januari en februari vinden langs het strand. Meestal krijgen we maar een deel van de gestor ven zeevogels te zien. Veel vogels-worden onderweg opgegeten, zinken of drijven juist van de kust af. Naast de echte zeevo gels worden ook vaak kustvogels zoals meeuwen en futen het slachtoffer van olie verontreiniging. Elke winter worden er olieslachtoffers gevonden. Vorigjaar januari was het echt raak. De Borcea verloor voor de Zeeuwse kust zoveel olie dat het 15.000 vogels het leven heeft gekost. Trouwens, er moesten er eerst een heleboel aanspoelen voor men in de gaten had dat er olie dreef voor de kust. Mocht u veel dode vogels langs de kusi vinden, meldt dit dan zo snel mogelijk. Het kan de voorbode zijn van meer vo gels of een teken dat er een grote olievlek drijft voor de kust. Meldt dit aan René Beijersbergen, de Millianostraat 28 in Breskens, tel. 01172-1809. Hij is de koördinator in WZV1 voor de opvang van olievogels. Met nog levende olieslachtoffers kunt u dus het beste naar het vogelpark van het Zwin. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1988 | | pagina 13