DE LEVENDE STENEN IN
HET GROTE GAT
ZIJN DOOD
ipi
GESCHIEDENIS
RIFFEN
De levende stenen in het grota gat van Oostburg hebben altijd tot de verbeelding gesproken. In elke VW-
folder wordt nog steeds van het vreemde fenomeen medling gemaakt. Ik kan me herrinneren, dat we tijdens
een excursie van de oude vogelwacht het Duumpje, zo'n 25 jaar geleden, tussen de bloemkoolachtige
stenen doorliepen. Ik mocht een stuk meenemen om aan m'n klas op de lagere school te laten zien. Daar
heeft het nog een hele tijd in een pot met water op de vensterbank gestaan. Achter het oude ziekenhuis van
Oostburg was zelfs een heel kapelletje opgetrokken uit levende stenen, zoals op de oude ansichtkaart te
zien is. De beheerder van het Grote Gat, de Stichting het Zeeuwse Landschap is bezig met het opstellen
van een beheersplan. De stenen werden nog eens goed bekeken, maar de konklusie was dat er
waarschijnlijk weinig leven meer in zit. Waterverontreiniging en/of de verlaging van de waterstand lijken
de boosdoeners.
Voor het beheersplan werd ook de nodige
litaratuur verzameld. Daart ussen ontdek
te ik een studie van Jelle Bijma uit 1983,
verricht in het kader van een doktoraals
onderwerp Biologie voor de universiteit
van Groningen:'Ectoprocton riffen en
Stromalieten in Zuidwest Nederland'
Gelukkig is er ook een minder ingewik
keld artikel van zijn hand verschenen in
het tijdschrift Bodemnieuws. Van deze li
teratuur is gebruik gemaakt voor onder
staand artikel over de levende stenen.
Het meertje de Waal te Rockanje is sinds
de 17e eeuw bekend door de zogenaamde
levende of groeiende stenen. In deze voor
malige arm van de Maas vond een myste
rieuze kalkafzetting plaats in de vorm van
bloemkoolachtige brokken op de bodem.
Dit verschijnsel heeft eeuwenlang weten
schapsmensen geboeid en bezig ge
houden. Al in het begin van de 18e eeuw
werd het fenomeen voor het eerst beschre
ven en nadien hebben velen geprobeerd
het verschijnsel te verklaren. In 1793 stelt
Prins Willem V zich in hoogst eigen per
soon, door middel van een boottochtje,
van dit verbazingwekkende natuurver
schijnsel op de hoogte. In 1823 en 1852
worden er twee scheikundige verhande
lingen gewijd aan de onbegrepen kalkvor-
ming.
In 1839 ontdekte J. Ab. Utrecht Dressel-
huis dat zich in het Grote Gat bij Oost
burg hetzelfde verschijnsel voordeed als
in het meertje de Waal bij Rockanje. Op e
bodem van het Grote gat vond de auteur
De devotiegrot opgetrokken uit levende stenen.
namelijk precies dezelfde groeiende
stenen als in de Waal. In dit meertje werd
een pyramide gebouwd van levende
stenen, dat als een bezienswaardigheid
gold. Ook in Oostburg kon men het niet
laten iets met de stenen te doen. Het
verschijnsel heeft hiet geleid tot een
bouwsel dat qua orginaliteit en omvang de
Rots van Rockanje bij verre overtreft.
Omstreeks 1935 heeft een zuster van het
St.Antonius ziekenhuis met behulp van
kinderen een devotiegrot van O.L. Vrouw
van Loerdes gebouwd van groeiende
stenen. Deze grot heeft in de tuin van het
oude ziekenhuis gestaan, daar waar nu de
Hoekzak gebouwd is. Bij het afbreken van
het oude ziekenhuis is ook de Lordes grot
afgebroken.
Bij het woord rif zullen velen vooral
denken aan de koraalriffen zoals die in het
Caraïbisch gebied, de Golf van Eilat of
aan de oostkust van Australië voor
komen.
Onder een rif wordt verstaan een golfslag
bestendige topografische struktuur, ge
maakt door aktief bouwende en sediment
bindende organismen. Hieronder vallen
behalve koralen dus veel andere planten
en dieren. Volgens deze definitie zou je
ook een mosselbank een rif kunnen
noemen.
De levende stenen vormen dus eigenlijk
ook riffen. De levende stenen worden
12