herintroduktie
maaien zonder veel
te rijden
Naast het verbeteren van de leefomstan
digheden voor dagvlinders in de natuur
gebieden, zal de landschappelijke sa
menhang moeten worden hersteld. Dit
vraagt om een grote aandacht voor be
houd en herstel van natuurwaarden van
kleine landschapselementen als spoor
dijken, dijken, wegbermen, oevers van
watergangen.
De versnippering en de kwaliteit van ons
landschap is van dien aard, dat veel van
de vlindersoorten die landelijk of regio
naal zijn verdwenen, niet meer van natu
re kunnen terugkeren. In veel natuurre
servaten zijn beherende instanties bezig
met een herstelbeheer. De karakteristie
ke dagvlinders van die gebieden kunnen
echter alleen terugkomen door herintro
duktie. In het kader van de Conventie
van Bern heeft Nederland zich al ver
plicht om de herintroduktie van drie dag
vlindersoorten te bevorderen.
Meer aandacht in het natuurbeheer voor
dagvlinders is dus beslist geen soortbe-
heer. De voorgestelde aanpak richt zich
op de inrichting en het beheer van land
schappen en biotopen. Heel veel andere
dieren, maar ook planten zullen hiervan
profiteren. In de praktijk komt dit neer
op een verfijning van de inrichtings- en
beheersplannen en de bijbehorende be
heersmaatregelen. Dagvlinders geven
haarscherp de veranderingen aan, die
zich in de natuur voltrekken. Meer vlin
ders, meer kwaliteit in het natuurbeheer.
Jan van der Made
(Dit artikel verscheen eerder in Natuur
behoud, mei 1989. Natuurbehoud is het
tijdschrift van de Vereniging tot behoud
van natuurmonumenten in Nederland)
Foto: Kars Bocklandt
lopen en bereden. Met de maaimachines
wordt het terrein 5x zoveel bereden, het
gewas wordt in zeer korte tijd gemaaid
en afgevoerd. Ook al worden lichtge
wicht machines gebruikt, de effekten op
de dagvlinders die op het moment van
het maaien als ei, rups, pop of vlinder
aanwezig zijn, zijn bijzonder groot. In
korte tijd worden alle bloemen/nektar-
bronnen voor de vlinders gemaaid. In de
direkte omgeving van hooilanden vinden
de vlinders tegenwoordig immers geen
nektar van betekenis meer. Dit kan tot
gevolg hebben dat het volgend jaar min
der vlinders aanwezig zijn. Uit de na-
tuurbeheerspraktijk zijn er helaas voor
beelden waarbij ook door een verkeerd
maaitijdstip bepaalde soorten zijn
verdwenen. Meer zal ook rekening ge
houden moeten worden met de planten
voor de eiafzetting. De eitjes van de vlin
ders mogen niet het gevaar lopen voor
het merendeel afgevoerd te worden.
In natte gebieden zijn, wanneer een gra
zige vegetatie wordt nagestreefd, de mo
gelijkheden beperkt. In natuurgebieden,
kleiner dan 10 ha, met een korte vegeta
tie, wordt dan ook meestal gemaaid.
Maaien heeft gedeeltelijk een andere sa
menstelling en struktuur van de begroei
ing tot gevolg. Door het maaien ontstaan
scherpe grenzen met andere vegetaties
en wordt de vegetatiestruktuur abrupt
veranderd. De maaifrekwentie en het
maaitijdstip is afhankelijk van de voed-
selrijkdom en vochtigheid van de
bodem.
Naast de nadelige invloeden van ontwa
tering en vermesting op de vegetatie,
heeft vooral de manier van maaien een
belangrijke rol gespeeld in de achteruit
gang van de vlinders. Vroeger werden
deze terreinen met de zeis gemaaid. De
hooilanden werden toen slechts 30% be
Dijken, ook ideale vlinderbiotopen