SLUIS onverkwikkelijk de 'burger' belangrijk, omdat het de mo gelijkheid biedt tegen een beslissing van de gemeente bezwaar te maken bij Gedeputeerde Staten. Als deze ook een niet bevredigende beslissing neemt, kan er zelfs in beroep gegaan worden bij de Raad van State. Zo heeft elke partiku- lier de mogelijkheid zijn of haar gelijk te halen tot in de hoogste instantie. Die mogelijkheid is er ook voor natuurbeschermingsverenigingen als het Duumpje. En dat is niet onbe langrijk, omdat de praktijk leert dat vooral lokale bestuurders geneigd zijn naar de belangen van partikuliere kie zers te kijken en niet zozeer naar zo'n vaag algemeen belang als natuurbe houd. Toch wordt dit wel van de over heid verlangt. Natuur is eigenlijk de zachte sektor in het ruimtelijk beleid. Met natuur beschermen verdien je geen geld of zorg je voor veel werkgelegen heid. Natuur is zodoende de laatste decennia vaak de dupe. De zorg voor de zwakkeren, in dit geval de natuur, die het in het vrije spel der maatschappelijke krachten niet redt, is bij uitstek een taak voor de overheid. Wat is er in de gemeente Sluis nu aan de hand? Elke gemeente heeft in de jaren zeventig een bestemmingsplan buiten gebied opgesteld. Dit leverde de nodige bezwaren op van verschillende kanten, zodat het plan ook aan de Raad van Sta te werd voorgelegd. De Raad van State vond een klein onderdeel van het aanleg- vergunningenstelsel dat hoorde bij de verschillende natuurbestemmingen, niet goed en, zoals dat heet,'onthield haar goedkeuring' aan dit kleine onderdeel. Dat betekende echter wel volgens de gel dende juridische regels, dat het gehele stelsel van aanlegvergunningen niet van kracht werd. Op zich natuurlijk heel raar, maar een klein deel klopt niet vol gens de Raad van State met als gevolg dat alles maar op de helling werd gezet. Het betekende wel dat alle natuurgebie den en agrarische gebieden met belang rijke natuur-en landschapswaarden geen bescherming genieten. Als er geen aan legvergunningen stelsel van kracht is, kan er ook geen vergunning aangevraagd worden, worden de aktiviteiten in zo'n gebied niet op hun schadelijkheid ge toetst, kortom in deze gebieden mag alles. In de praktijk betekende dat in Sluis, bv. dat er in de Krabbekreek ongestoord modder, die vrijkwam bij onderhouds baggerwerken in de waardevolle lage ge deelten gestort kon worden, dat er niet opgetreden kon worden tegen een grond- stort in de Stierskreek. Theoretisch gezien mag er ook van alles in het Zwin worden uitgevoerd, zonder dat de ge meente kan optreden. Theoretisch, om dat het Zwin in de praktijk natuurlijk in goede handen van het Zeeuwse Lan- schap. Alhoewel,het betekent ook dat het gemeentebestuur zich in de diskussie over het al dan niet uitbaggeren van de Zwingeul buitenspel zet Want het is nog maar de vraag of deze baggerwerk- zaamheden zo goed zijn voor de natuur waarden van het Zwin. Maar een toet sing in het kader van het bestem mingsplan kan ook in dit geval niet plaatsvinden. Wat had de gemeente kunnen doen? Er stonden voor het gemeentebestuur twee wegen open. De eerste is snel een nieuw bestem mingsplan maken en daarin het aanleg- vergunningenstelsel wijzigen op de manier zoals de Raad van State het wil. Over het algemeen duurt zoiets betrek kelijk lang, omdat iedereen weer van voren af aan bezwaar kan maken. Maar er bestaat een tweede weg, die bv. ook door de gemeente Oostburg bewan deld is. De gemeente kan nl. een voorbe- reidingsbesluit nemen. Ze kondigt daarin aan van plan te zijn het bestem mingsplan op een aantal punten te wijzi gen. Aan zo'n voorbereidingsbesluitkan een aanlegvergunningenstelsel worden gekoppeld voor de gebieden met natuur waarden. De gebieden met natuurwaar den zijn dan eigenlijk meteen op een goe de manier beschermd. Zoals gezegd, het Duumpje heeft bij het gemeentebestuur de laatste jaren re gelmatig aangedrongen op zo'n oplos sing. 'Teveel werk' of 'we gaan de boeren niet onnodig in de wielen rijden' was het antwoord. Eén onverkwikkelijke situa tie. Natuurbehoud is in ieders belang en de gemeente Sluis neemt daarmee op deze manier een loopje. In een tijd dat iedereen de mond vol heeft van natuur- en milieubehoud onbegrijpelijk en eigen lijk ook onverantwoord. Thijs Kramer. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1989 | | pagina 6