GEROTZOOI IN HET ZWIN V De aanleiding is bekend. Guido Burg- graeve, conservator van het Belgisch deel, klaagt al jaren over de verzanding van het Zwin. Het gevolg van de verzan ding is, dat de slikken verdwijnen en daarmee de kenmerkende steltlopers, zoals bonte- en krombekstrandlopers. Ook zorgt de verzanding voor minder overstromingen van het schor, zodat er veranderingen optreden in de zoutmin- nende plantengroei. Ik heb al eerder in dit tijdschrift m'n bedenkingen geuit over de mogelijkheden om de verzan ding tegen te gaan. Het middel kan wel eens erger zijn dan de kwaal. Op verzoek van België werd de interna tionale Zwinkommissie weer nieuw le ven ingeblazen. In een werkgroep met deskundigen uit beide landen werd een werkplan opgesteld. De Zwingeul zou opnieuw uitgediept worden, zodat het probleem enkele jaren vooruit gescho ven kan worden. Tijd die men wil gebrui ken voor bezinning en onderzoek. De eerste de beste dag werd het werk schema al overboord gegooid door de aannemer. Hij vond het makkelijker om het Zwin een paar weken af te dam men. De verontwaardiging aan Nederlandse zijde was groot. Vele werkgroepverga deringen waren voor niets geweest. Het graven in een natuurgebied kent zo z'n risiko's. Vandaar dat was besloten met een kleine zandzuiger te werken. Nu reden er grote vrachtwagens rond. Het afsluiten van de Zwingeul heeft grote konsekwenties voor het bodemle ven in de geulen van het Zwin. Dit bodemleven, schelpdieren en pieren, is helemaal ingesteld op een regelmatige overstroming. Een bemonstering lever de het resultaat op dat de dieren waar schijnlijk wel een paar dagen zonder vloed kunnen overleven, maar weken achtereen zou desastreus zijn. Een kom- promis werd bereikt. De Zwingeul mocht door de weeks worden afgesloten maar moest in het weekend weer worden doorgestoken. Het idee om in de mon ding een zandvang te maken werd aan vaard. Daardoor kan het uitdiepen van de geul mogelijk voor enkele jaren een oplossing bieden. Met het vrijkomende zand werd een strandhaak aangelegd op Nederlands grondgebied. Dit was een oude wens van het Zeeuwse Land schap. Hierdoor ontstaat een nog maar sporadisch overstromende strand vlakte. Dit natuurlijke milieutype is bijna overal verdwenen langs onze kust. Of de zandvang goed zal werken is maar de vraag. De geul is om financiële rede nen maar over een breedte van 40 meter uitgegraven en niet zoals eerder was af gesproken 100 meter. Veel tijd om nieu we plannen te bedenken is er dus niet. Binnen enkele jaren zijn we weer net zo ver. Van Nederlandse kant zal er in ie der geval de eis gesteld worden om niet meer met een Belgische aannemer in zee te gaan. Het lijkt me vooralsnog beter het werk verder aan de zee en de wind over te laten. Thijs Kramer. B

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1989 | | pagina 10