VOGELNIEUWS
23 mei boven het
Zwin: roofvogels!
vogelwerkgroep
rü
Op 23 mei 1989 telden Frederik Wille-
myns en Thomas Defoort maar liefst
235 roofvogels op trek boven het Zwin.
Dit valt te lezen in een verslag in het vo
geltijdschrift voor Noordwest-Vlaande
ren MERGUS van juni 1989. Aange
zien er geteld werd precies op de grens
op de Intemationaledijk van het Zwin is
het resultaat ook voor onze streek van
belang.
Op 21 en 22 mei werden al opvallend
veel roofvogels op trek gezien in de
Vlaamse kuststreek. Dat deed de beide
tellers besluiten op 23 mei post te vatten
op de Intemationaledijk. De dijkover-
gang op de grens is een bekende goede
plek om roofvogels te tellen.
In het verslag van de telling in Mergus
wordt gesteld dat er op één dag op één
plaats langs de kust van Vlaanderen nog
nooit zoveel roofvogels zijn waargeno
men. Dat zal alles te maken hebben met
het weer. Op 21 mei waaide de wind
eerst matig, later vrij krachtig uit het oos
ten na al enkele dagen aanhoudend mooi
weer. Op 22 mei kwam de wind vrij
krachtig uit het ZO en op 23 mei was er
een zwakke ZO wind. Het aanhoudende
mooie en warme weer boven grote delen
van Europa en vooral de zwakke Z—
wind van 23 mei stuurde ongekende
aantallen roofvogels naar onze streek.
Op 23 mei werd zonder onderbreking
geteld van 10.30 uur tot 17.55 uur. Na
het middaguur kwam de inderhaast gea
larmeerde Thierry De Schuyter de tel
lers versterken. Hieronder volgt het o-
verzicht van de getelde roofvogels op 23
mei:
80 Wespendieven
85 Bruine Kiekendieven
14 Blauwe Kiekendieven
3 Grauwe Kiekendieven
6 Blauwe/Grauwe Kiekendieven
5 Boomvalken
21 Torenvalken
1 Roodpootvalk
4 Valk spec.
1 Visarend
9 Zwarte Wouwen
1 Arend spec.
5 Roofvogel spec.
De opmerkelijkste waarneming van de
dag was de Arend spec. Het was duide
lijk een Bastaardarend of Schreeuw-
arend, maar de waamemingsomstan-
digheden waren zodanig dat het onmo
gelijk was de arend te determineren.
De vogelwerkgroep neeft voor het win
terseizoen weer een aantal gebruikelijke
aktiviteiten op het programma staan.
BLAUWE KIEKENDIEVEN
Voor het vijfde en laatste seizoen wor
den de bekende slaapplaatsen van Blau
we Kiekendieven geteld. Eric Blaakman
koördineert ook dit jaar de telling.
PATRIJZEN
Er was al vaak over gepraat, maar nu
moet het maar eens gebeuren. Meer aan
dacht voor de Patrijs. Deze vogelsoort
gaat overal keihard achteruit, maar in
onze streek kom je er nog heel wat tegen.
Zaak dus om kennis te verzamelen om
tijdig ook een terugloop in ons Patrij-
zenbolwerk voor Nederland te kunnen
voorkomen misschien. De vogelwerk
groep pakt dit op de volgende manier
aan.
Elk lid van de werkgroep heeft een
formulier gekregen waarop losse
waarnemingen kunnen worden inge
vuld. Daarnaast worden er korte vaste
routes geteld met een minimale frekwen-
tie van drie weken. Eric Marteijn koör
dineert dit onderzoek en zorgt ervoor dat
de routes zoveel mogelijk verspreid o-
ver de hele regio komen te liggen. En als
het gesneeuwd heeft is er de mogelijk
heid om een goede telling uit te voeren,
want dan steken de kluchten Patrijzen
goed af in de witte wereld.
Meer informatie bij Eric Marteijn
(03200-49460)
GANZEN
In principe worden ook dit wintersei
zoen weer maandelijks alle ganzen
geteld. Daarvoor gelden internationale
afspraken. In januari wordt er op de 14e
geteld en in februari op de 18e. Of het
daarna nog zinvol is om te tellen is af
hankelijk van het weer.
DODAARS
Meer dan tien jaar geleden is er in het
hele Deltagebied een tellingen uitge
voerd van Dodaarsen. Je kent ze wel, die
kleine bolletjes op het water die om de
haverklap onderduiken. Uit de telling
bleek dat op onze afwateringskanalen en
kreken heel wat Dodaarsen overwinte
ren. Maar de indruk bestaat dat die aan
tallen zijn afgenomen. Vandaar dat tij
dens de ganzentelling in januari ook de
Dodaars meegeteld wordt.
Trouwens, tijdens zo'n telling wordt
echt heel West Zeeuws Vlaanderen ge
teld. Het gebied is opgesplitst in onge
veer 10 vaste telgebieden. De meeste le
den van de vogelwerkgroep hebben een
'eigen' telgebied. Dat gebied wordt ver
volgens op de afgesproken datum soms
op de fiets, meestal met de auto door
kruist. Iedereen kent het telgebied dan
ook bijzonder goed en is het mogelijk op
één dag de afgesproken vogelsoorten te
tellen. De telgegevens worden na afloop
in het clubhuis verzameld en daar wor
den ook de ervaringen uitgewisseld. De
ganzentelling bijvoorbeeld is een onder
deel van een internationale inventarisa
tie. In het zelfde weekend zijn in heel
West-Europa tellers op pad. Zo kunnen
we van jaar tot jaar nagaan hoe de gan-
zenpopulatie zich ontwikkelt.
0