VOGELNIEUWS V Z WINNIEU W S DE IJSVOGEL PAARSE STRANDLO- PERS MET KLEURRINGEN De uiterst goede zomer, gevolgd door herfstweer met zeer gunstige meteorolo gische omstandigheden was gunstig voor uitzonderlijke trek van echte dwaalgasten die normaal een oostelijker trekroute volgen. De medewerkers van het Biologisch Station Het Zwin ringden vanaf half augustus meer dan 20.000 vo gels. Daarbij waren enkele uiterst zeld zame dwaalgasten: 2 raddes boszangers, 3e 3n 4e waarne ming voor België. 2 noordse nachtegalen, 3e en 4e waar neming voor België. 1 kleine spotvogel 2e waarneming voor België. 2 veldrietzangers, 2e en 3e waarneming, 1 Siberische snor, eerste waarneming voor België en wellicht ook voor West- Europa. 4 sperwergrasmussen. Enkele interessante terugmeldingen: Een in het Zwin geringde bonte strand- loper werd in Polen teruggevangen; Twee jonge kokmeeuwen werden gekon- troleerd in Cornwall. In dit uiterst zuid westelijke deel van Engeland heerst een zacht winterklimaat; Een stormmeeuw werd teruggemeld uit het uiterste noorden van Rusland in de broedperiode; Een stormmeeuw in 1970 in het Zwin geringd werd in 1989 uit Denemarken teruggemeld. Enkele zeldzame herfstwaamemingen: een kleine zilverreiger verbleef hier tot 2 oktober; een grote burgemeester op 7 september; een roodpootvalk van 10 tot 18 september; een slechtvalk sedert 21 september. Sedert half september is er een specta culaire invasie van goudhaantjes. Dit is het kleinste vogeltje van Europa. De po pulatie die in ons land broedt is waar schijnlijk standvogel. Sommige jaren echter is er een belangrijke doortrek van uit N.O.Europa. Deze vogels blijven dan hier overwinteren. De werken, om een snelle verdere ver zanding van het Zwin )zowel de slikken als de schorren) af te remmen zijn be ëindigd. De bevoegde diensten van het Ministerie van Openbare werken deden inderdaad een nieuwe geul graven dwars doorheen de kunstmatige zandrug die zich voor het reservaat had gevormd. In het Zwin zelf werd ook een zandvang gegraven, waarin de stromingen het meegevoerde zand zullen deponeren. Uiteraard zal deze geregeld moeten on derhouden worden. Dankzij deze ingrepen zal het Zwin weldra waar schijnlijk opnieuw zijn belangrijke na tuurhistorische rijkdom aan zeldzame vogels en planten herwinnen. In het Zwin dat na de stormen van half december gedeeltelijk overstroomd werd vertoeven momenteel enkele dui zenden eenden. Er zijn een tiental soorten. Daarbij is ook één ijseend. De Conservator, Guido Burggraeve. De ijsvogel is een mooi en schuw beest. Hij is vaak in Nederland als we slappe winters hebben. Dit jaar is het een slappe winter Daarom zitten er dit jaar veel ij svogels in ons land. De ijsvogels vind je meestal langs vaar ten en kreekjes. Ze eten het meest vis. Ze zitten meestal als ze aan het jagen zijn op een takje laag boven het water. Er zitten ook ijsvogels bij zee. Daar zitten ze meestal op een boot of een paaltje. Ze kijken dan naar kleine visjes. Als ze een visje zien doen ze een stoot- duik en pikken meestal dwars door het visje. Ik heb zelf ook al ijsvogels gezien op ver schillende plekken. 6-11-89 1 Jachthaven Breskens code 25840 6-11-89 1 Cambier Breskens c.52701 9-12-89 1 Strekdam Noord Braakman 28-12-89 1 Jachthaven Breskens 28-12-89 1 Boulevard Breskens 1-1-90 1 Veerhaven Breskens code 25840 2-1-90 1 Jachthaven Breskens code 25840. Het geluid is een hoog tjie of tjie-kie. In de vlucht kan je hem goed kennen. De blauwe rug is heel mooi. Ik hoop dat er nog gaan broeden in WZV. Martin de Poorter 11 jaar) Paarse strandlopers houden zich in Ne derland uitsluitend op langs de 'kunst matige rotskusten' van onze westkust. Het is echter ook weer niet zo, dat men ze op elke golfbreker kan aantreffen. Het totaal aantal overwinterende vogels wordt voor heel Nederland op ca 500 vogels geschat. In Zeeland vormen met name de Brou- wersdam/Kop van Goeree, de zeedijk bij Westkapelle en de golfbrekers tussen Breskens en Cadzand-Bad de plaatsen waar men in de winter bijna met zeker heid paarse strandlopers kan aantreffen. Op deze laatste lokatie overwinterden in de winter 1987/88 ongeveer 150 vogels. Een artikeltje in het Vogeljaar, dat waar nemers opriep in Europa uit te zien naar paarse strandlopers, die met kleurringen waren uitgerust in hun broedgebieden te Groenland, maakte me nieuwsgierig ge noeg om op 11 maart 1989 op zoek te gaan naar iets wat eigenlijk haast onmo gelijk lijkt. Toen ik om 11.00 uur de telpost bij de vuurtoren van Breskens verliet met als laatste waarneming 5 rouwkwikstaarten (er zouden er de volgende twee weken nog honderden volgen, maar hierover la ter nog eens meer), was het hoogwater. Dit maakte het mogelijk snel een relatief groot aantal paarse strandlopers af te zoeken op de hoogwatervluchtplaatsen. Voorwaarde is dan wel datje deze weet te vinden. Uit ervaring wist ik dat men deze soort niet ten oosten van Breskens moest zoeken (een uitzondering daar ge laten) en dat er zeker drie plekken moes ten zijn tussen Breskens en Cadzand- bad, waar ik mogelijk een hvp. kon aan treffen. Nieuwe Sluis was de eerste. Aan de bin nenkant van de kleine spuikom zit mees tal een klein aantal paarse strandlopers, 'verscholen' tussen de veel grotere groep steenlopers. Deze dag kon ik slechts een zes paar gelige poten tussen de oran je/rode poten van de steenlopers vinden. Helaas geen kleurringen. Ook de tachtig steenlopers, die men op enkele plaatsen in Europa van kleurringen heeft voor zien (o.a. honderden in de Oosterschel- de), waren 'kleurloos' deze dag. Mijn tweede lokatie was de westelijke zijde van de Zwarte Polder, waar waar schijnlijk de aankomende vissersboot jes van de 'sportvissers' (heeft iemand die wel eens geteld?) de aandacht trek- 14

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1989 | | pagina 16