"V
de kant gezet, waardoor het moerassige
karakter verloren ging:
2) het slik op zijn beurt zotgde weer voor
een verdere verrijking van de bodem:
3) er ontstonden nu scherpe overgangen
van nat naar droog, en 4) het watemivo
zakte nog verder, terwijl dit door de
waterbeheersingswerken van het
waterschap toch al zo verlaagd was.
Het nivo werd op verzoek van een
Consulent Natuur, Milieu Fauna
beheer wel is waar met een duiker wat
minder laag gehouden, maar dit bracht
niet de oude toestand weer terug.
De hopelijk laatste aanslag werd
gepleegd door de aanleg van een
wandelpad over de wallen: op zich een
goed idee, waar 't Duumpje zich in
principe ook wel in kon vinden, zij het
met enige kritische kanttekeningen.
Onze bezwaren richtten zich met name
tegen de uitvoering ervan: een veel te
breed ruimtebeslag van schelpepad en
grasbermen. Verder de afschuwelijke
"vermaken" aan weerszijden van het
pad: de wandelaar kan hier geen natuur
beleving ervaren, hij zit opgesloten
achter prikkeldraad!
Een bijkomend nadeel is, dat de
pachters hun weiden opgedeeld zagen,
met het gevolg dat het nu minder
aantrekkelijk is, zodat er nu stukken
"vage" liggen.
Het onderhoud van zo'n pad is
behoorlijk duur: regelmatig worden de
graskanten gemaaid en het pad zelf
wordt uit zgn. netheidsoverwegingen
onkruidvrij gehouden: we hopen dat de
gemeente Sluis z'n verantwoordelijk
heid kent, en dit niet met bestrij
dingsmiddelen doet, zoals dit wel in
Sluis gebeurt. Het gaat hier tenslotte om
een natuurgebied!
Hier had toch een beter oplossing
bedacht kunnen worden: b.v. geen
prikkeldraadrasters, maar aan het begin
en einde van een wei klaphekken of vee
roosters. De gemeente Goes heeft dit op
de Hollandse hoeve tot volle tevreden
heid van de bezoekers toegepast.
Het zal hopelijk nu voor eenieder toch
wel zo langzamerhand duidelijk worden,
dat al deze voor de boomkikker zo
negatieve ingrepen er op den duur toe
zullen leiden, dat er steeds minder over
blijven, tot ze tenslotte, waarschijnlijk al
binnen 5 jaar niet meer te horen zullen
zijn in Retranchement, en kijk, daar
kunnen wij ons nou zo "dul" over
maken!
We weten zeker dat de Truzemènte-
noars dit zeker niet op hun geweten
willen hebben!
Om nu de boomkikker van de dreigende
ondergang te redden, is het nodig dat een
instantie, niet gehinderd door politieke
en/of economische belangen, de wallen
gaat kopen en beheren. Zo'n instantie is
het Zeeuwse Landschap: zij heeft,
samen met ons en het Rijksinstituut voor
Natuurbeheer (het instituut dat in de
streek al een 8-tal jaren onderzoek doet
naar boomkikkers) de kennis in huis om
de wallen weer om te toveren in een
paradijs voor d'n "aohepüt".
Dit hoeft niet te betekenen dat het
Zeeuwse Landschap zelf gaat beweiden:
het ligt voor de hand dat er normaal weer
gepacht kan worden. Het kan ook zijn
dat er b.v. regelmatig een schaapskudde
met een "schaper" over de wallen trekt
(over een toeristische attraktie gespro
ken).
Wel zal het zo zijn dat er geen "vette" of
bestrijdingsmiddelen meer gebruikt
zullen worden.
Voor wat de beplanting betreft zou het
het beste zijn dat de populieren en strui
ken op de wallen geleidelijk aan weer
plaats gaan maken voor knotwilgen en
doornhagen, zoals in de jaren '40.
We hopen, dat de slepende kwestie over
de overdracht van de wallen aan het
Zeeuwse Landschap maar gauw z'n be
slag krijgt, voordat het te laat is.
November 1989
I. Herman, bestuurslid
7