ONTWIKKELING NATUURBOS Populierenbosje in de Blikken in de Putting werd aangeplant, notabene een van de allerbelangrijkste ganzege- bieden). Ganze en weidevogelgebieden zijn binnendijks meestal beperkt van om vang en als de bosgebiedjes op enige afstand aangeplant worden zijn er geen ecologische problemen te verwachten. Buiten deze gebieden neemt de ecolo gische waarde meestal snel toe, met de aanplant van bos. Zelfs in een oersaai productiebos, waar de ecologische waarden meestal veel kleiner zijn dan in een natuurbos, zijn deze ecologische waarden toch nog een stuk hoger dan in kale akkerbouwperce len, terwijl de belasting met milieuver vuilende stoffen veel lager is. Door de aanleg van b.v. 200 ha. bos in een akker- gebouwgebied zal een aantal planten en dieren aldaar verdwijnen. Nu zijn de bo tanische waarden van akkerbouwgebie den meestal niet zo groot, maar voor vogels is het duidelijk dat bepaalde soorten verdwijnen. De bosaanleg be tekent b.v. het verdwijnen van een paartje roodborsttapuiten, steenuilen, kieviten, en meerdere paartjes gele kwik staarten, veldleeuwerikken en patrijzen. Maar wat komt daar niet allemaal voor in plaats? De ecologische waarden van de W.M.Z.-bossen bij St. Jansteen en Clinge zijn toch véél hoger dan die van 200 ha. akkergebouwgebied? En deze W.M.Z. bossen zijn vrij gewone pro- ductiebossen, vrijwel geheel bestaande uit uitheemse boomsoorten en zijn klei ner dan de genoemde 200 ha. Welke enorme ecologische potenties blijven onbenut door tegen bosaanleg te zijn! Bij de ontwikkeling van natuurbos kun nen we denken aan: 1Behoud en uitbreiding van stukken die al een hoge graad van natuurlijk heid hebben, en het eventueel nog verder laten ontwikkelen van die na tuurwaarden. Naast een aantal piep kleine kreekoeverbosjes, zoals langs de Westgeul in de Braakman, hebben we in Z.V1. eigenlijk alleen het wil genbosje in de Dekkerpolder, waar een spontane bosvegetatie met enige oppervlakte is ontstaan. 2. Het creëren van nieuwe natuurbos- sen. Als we nadenken over het creëren van nieuwe natuurbossen moeten we eerst weten welke soorten bos hier in Z.V1. thuishoren. Afhankelijk van bodem samenstelling kunnen in Z.V1. ver schillende soorten vegetatie ontwik kelen. Plantegemeenschappen noemt men die, de natuurlijke plantensoor tensamenstelling in een gebied. Het gaat te ver om hier alle potentiële bos- plantengemeenschappen te bespre ken. Daarom slechts een klein over zicht. De potentiële vegetatie van ongeveer 85% van het oppervlak van Z.V1. bestaat uit z.g. Essen- iepenbos. Klei nere delen behoren tot het Fluiten- kruidrijk Essenbos en het Elzen vogelkersverbond, op de klei, en Beu- ken-eikenbos op 't zand. Daarnaast komen nog een aantal bosplanten- gemeenschappen voor die ik hier voor het gemak maar even overgangsvor men noem. (1) 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1990 | | pagina 14