V
KORTE BERICHTEN
Over het sterven
van een oude beuk
Ganzentellingen
BOMEN AKTIEPLAN
Zeer veel mensen uit Aardenburg en
omgeving kennen de monumentale beuk
in de Oude Kerkstraat, naast het voor
malige ziekenhuis te Aardenburg. Deze
Bruine beuk werd geplant bij de bouw
van dit ziekenhuis en is nu 125 jaar oud.
Met een stamomtrek van 400 cm be
hoort hij tot de dikste en oudste beuken
van Zeeuws Vlaanderen (1). Tot de
Tweede Wereldoorlog leidde deze beuk
een voorspoedig bestaan. In de oorlog
kreeg de boom, evenals veel andere bo
men, zware klappen te verwerken. Sinds
die tijd zit de stam vol met granaatscher
ven en alle takken aan de zuid-oost zijde
werden van de boom afgeschoten. Die
wonden zijn weer redelijk hersteld. Nog
steeds is te zien dat de takken aan die
zijde slechter zijn ontwikkeld. Het ter-
reintje direkt rond de beuk werd inge
richt als autoparkeerplaats, achter de
benzinepomp. Door de drukke autobe
drijvigheid werd de bodem verdicht. Dit
kwam het bodemleven niet ten goede.
Het regenwater stroomde langs de op
pervlakte weg.
Oudere beuken zijn zeer gevoelig voor
wisselingen in de grondwaterstand.
Hoewel 1986 geen echt droog jaar was
(neerslag 750 mm t.o.v. de gemiddelde
neerslag in Zeeland van 755 mm) wa
ren er in dat jaar de eerste tekenen van
watergebrek. Vanaf 1986 begint de vita
liteit achteruit te gaan.
In 1989 meldt zich de reuzenzwam aan
de voet van de boom. Hiermee begint de
doodstrijd van de beuk. De reuzenzwam
is namelijk één van de ernstige rot ver
oorzakende zwammen bij de beuk. Ken
merkend voor deze zwam is een rot
tingsproces vooral in de wortels van de
boom. De situatie werd nog problema
tischer doordat 1989 een erg droog jaar
was (slechts 600 mm).
In mei 1990 begint de boom in blad te
komen. Door een nieuwe droogte perio
de blijft het blad echter veel te klein. Een
bijkomend probleem is nu het zonlicht,
dat op de stam kan vallen. De beuk krijgt
last van zonnebrand. Daar kunnen beu
ken slecht tegen. En ook nu zien we weer
de op zich mooie vruchtlichamen van de
reuzenzwam!
In de zomerperiode bloeit de beuk als
nooit tevoren. Noodbloei heet zoiets.
Het kan gezien worden als een laatste
stuiptrekking. De laatste restjes energie
worden gebruikt om nog één keer veel
zaad te produceren.
De nieuwe en aanhoudende droogtegolf
in juli lijkt de doodsklap te geven. Het
blad en bijna ook alle twijgen drogen in.
De knopvorming komt niet of nauwelijks
meer op gang. Aan de stam begint een
Platte tonderzwam te groeien. Een te
ken, dat het houtrot nu ook in de stam
aanwezig is. De boom lijkt op dit mo
ment nog nauwelijks levensvatbaar. Een
definitief oordeel kan pas in het vooijaar
van '91 worden gegeven.
De eigenaar van de beuk zegt een ver
zoek om bewatering aan de gemeente
Aardenburg te hebben gericht. De ge
meente Aardenburg ontkent een ver
zoek hierover te hebben ontvangen en
geeft aan in principe wel bereid te zijn
om in droge zomers monumentale bo
men te bewateren. Bewateren had zeker
een positieve invloed gehad en ook een
op tijd uitgevoerde bodemverbetering
zou het leven van deze beuk gered kun
nen hebben. Hiervoor bestaan zelfs sub
sidiemogelijkheden.
Als de problemen tijdig waren onder
kend en er direkt zou zijn ingegrepen,
had de beuk waarschijnlijk nog vele
jaren meegekunt.
Het verhaal over deze beuk staat niet op
zich. Op tal van plaatsen in Zeeland
verdwijnen waardevolle bomen doordat
problemen niet tijdig worden gesigna
leerd en er onvoldoende aktie wordt ge
voerd om deze bomen te redden.
Nu bijna alle bomen in Zeeland zijn ge
ïnventariseerd, werkt de Stichting Land
schapsverzorging Zeeland (SLZ) aan
een bomenaktieplan. Hierbij valt bij
voorbeeld te denken aan een bomen-
wacht, bestaande uit mensen die op ver
schillende plaatsen in de provincie wo
nen. Mensen met belangstelling voor
dergelijke oude en waardevolle bomen.
De belangrijkste taak van deze bomen-
wacht zou zijn de mogelijke problemen
in een zo vroeg mogelijk stadium op te
merken en door te spelen, zodat bijstu
ring mogelijk is.
Ook het kontakt met allerlei eigenaren
en gemeenten kan verbeterd worden.
Mensen die het leuk en interessant vin
den om op de één of andere manier mee
te doen, kunnen zich opgeven bij de
SLZ, Postbus 286, 4460 AR Goes, tel.
01100-30936.
Lucien Calle
Het ganzenseizoen is weer aangebro
ken. Er is in de maand oktober al een
flinke doortrek geweest van grauwe
ganzen. Het wordt dus weer tijd om te
gaan tellen!
De vogelwerkgroep heeft de luwte op het
ganzenfront is november benut om naast
de ganzen ook de holen- en houtduiven
te tellen op 18 november (de uitslag
volgt). Maar op de volgende data zal de
telling van WZV1 zich geheel koncentre-
ren op de ganzen. Dit gebeurt in het ka
der van een internationale telling. De
jaarlijkse tellingen geven naast een beeld
van de verspreiding van de verschillende
ganzensoorten ook een indruk van de
aantalsontwikkeling binnen de gehele
populatie. Doordat deze tellingen al
tientallen jaren worden uitgevoerd heb
ben we een goed beeld van de ganzen die
in West-Europa overwinteren. Opvalt is
dat de aantallen van jaar totjaar behoor
lijk kunnen wisselen. Maar onveranderd
blijft Nederland ganzenland nummer
één. Iets om trots op te zijn!
Onze streek is voor de ganzent.elling ver
deeld in een tiental deelgebieden. Deze
gebieden worden verdeeld onder de vo-
gelwerkgroepleden, die er alleen of met
z'n tweeën op uit trekken om alle gan
zen en zwanen te tellen. Naast de aantal
len wordt ook het gewas genoteerd
waarop de groep verblijft, zodat een
beeld ontstaat van de voedselkeuze van
de ganzen en zwanen. Bij de zwanen kan
er ook een onderscheid worden gemaakt
tussen volwassen en jonge vogels. Die
worden dan ook apart genoteerd. Dat
geeft dan weer informatie over het
broedsukses.
Als je geïnteresseerd bent om eens zo'n
telling mee te maken met iemand van de
vogelwerkgroep, schiet gerust iemand
aan die je kent.
De teldata voor dit winterseizoen zijn:
16 december
13 januari
17 februari
17 maart.
1 B