KORTE BERICHTEN V ZEEHONDEN 1991 huiszwaluwjaar Henk Zandstra, van het provinciaal konsulentschap Natuur-, Milieu- en Faunabeheer maakt jaarlijks een over zicht van alle meldingen van zeehonden, maar ook andere zeezoogdieren in Zee land. Het gaat dan ook om strandingen van zowel levende als dode dieren. In z'n verslag over 1990 maakt hij melding van het heuglijke feit, dat er zo goed als zeker in de Westerschelde een jonge zeehond is geboren. Een zeer jonge zeehond begeleid door twee vol wassen beesten is verschillende keren waargenomen. De beesten bevonden zich in een deel, waar ze weinig door de rekreatie-, noch beroepsvaart werden gestoord. Uit de najaarsperiode zijn uit de Westerschelde meerdere meldingen binnengekomen. Hij schat, dat er in deze Delta-arm waarschijnlijk 3 a 4 zeehon den aanwezig zijn. Voor het hele Daltagebied bleef het aantal ongeveer gelijk. Dat komt neer op tussen de 12 en 16 zeehonden. Ook zijn er het afgelopen jaar weer di verse strandingen van zeehonden ge meld. In totaal zijn er drie dode dieren gevonden. Eén huilder, aangespoeld bij Nieuwvliet, is per vliegtuig naar Pieter- buren gebracht. De huiler, die de naam Adrie (vr) meekreeg, is op 12 november uitgezet in de Dollard. Wat de andere zoogdieren betreft. Er zijn vijf dode bruinvissen aangespoeld, waarvan één te Cadzand. De dode dieren zijn naar het Rijksmuseum voor Natuurhistorie in Leiden gebracht. Hier wordt onderzoek gedaan naar de doods oorzaak, geslacht, leeftijd e.d. In het vooijaar is voor de kust van Noord-Beveland door verschillende mensen een school van zo'n 65 niet na der gedetermineerde dolfijnen waarge nomen. Zwemmend en springend hielden ze zich op bij een vissersbootje. Later zijn ze vertrokken in zuidelijke richting. Ongeveer in dezelfde periode is voor de Brouwersdam een tuimelaar gesignaleerd. Hij heeft daar de hele zomer rondgezworven. In juli is in de Sloehaven een butskop waargenomen. Met veel geduld en de nodige hulp is dit dier weer naar open zee geloodst. Het beest had een lengte van 6.2 meter en woog naar schatting 2400 kg! In het jaarverslag werd uitgebreid stil gestaan bij dolfijnen. Jaarlijks stranden er ongeveer 30 dolfijnen op de Neder landse kust. Gemiddeld zijn daar 2 le vende dolfijnen bij. Waarom stranden dolfijnen? Bijna alle op het strand gevon den dolfijnen zijn ziek. Ze zijn zo zwak, dat ze hun blaasgat niet meer boven wa ter kunnen houden, zodat ze als zoog dier instinktief hun kop op het strand leggen. Of ze zijn zo verzwakt, dat de stroming ze op het strand werpt. Bij na der onderzoek zijn er bakterieinfekties en ook uitwendige verwondingen aange troffen. Bijna alle dolfijnen dragen (vaak soortspecifieke) parasieten bij zich, die, als een dier eenmaal verzwakt raakt, de overhand gaan nemen. Na de stranding krijgt de dolfijn verschil lende problemen. Het beest krijgt last van oververhitting, uitdroging en een te hoge drukbelasting van het lichaams deel, waarop het dier ligt. Het zien van mensen en het horen van ongewone geluiden bezorgen de dolfijn na een stranding de nodige stress. Daarom is het zo belangrijk dat het dier meteen naar Harderwijk wordt getranspor teerd, de plaats waar ze een dolfijn ver antwoord kunnen verzorgen. De dolfijn moet zolang permanent nat gehouden worden, terwijl alle belangstellenden op afstand moeten blijven. In ieder geval meteen de politie bellen. Alle waarnemingen van zeezoogdieren worden verzameld door Henk Zandstra, Westsingel 58, 4461 DM Goes, tel. 01100-37254 of privé 01180-33623. In dit nummer van ons tijdschrift is een folder over de huiszwaluw bijgevoegd. Dat heeft twee redenen. De eerste is dat 1991 is uitgeroepen tot huiszwaluwjaar. De tweede, dat onze streek tot de dichtstbevolkte huiszwa- luwgebieden vanNederland behoort. En dat schept verplichtingen. In de folder kunt u van alles lezen over de huiszwaluw, en er zijn veel voorbeel den in opgenomen, hoe de huiszwaluw geholpen kan worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1991 | | pagina 13