KORTE BERICHTEN V ZWINNIEUWS 'n PLUUMPJE van 't DUUMPJE 15 We kenden zondermeer een slecht broedseizoen. Zo werden bij 15 broedparen ooievaars slechts 8 jongen opgekweekt. Momenteel bedraagt onze ooievaarpopulatie meer dan 50 vogels. Sedert half oktober zijn er trouwens 4 wilde ooievaars zich bij onze standvo gels gaan voegen. Met behulp van een te- leskoop konden we de ringnummers en het land waar ze geringd werden afle zen. Er zijn 2 Nederlandse en 2 Franse exemplaren bij. Deze met de aandui ding "Strasbourg" werden waarschijn lijk in de Elzas geringd, waar men even eens bezig is met herplantingspogingen, zoals deze reeds slaagden in het Zwin. De zachte augustusmaand, gevolgd door gunsige meteorologische omstan digheden in de herfst hadden een uitzon derlijke trek tot gevolg van kleine ooste lijke insekteneters. De medewerkers van ons Biologisch Station ringden meer dan 10.000 vogels sinds augustus. Daar waren heel zeldzame, zelfs dwaalgasten bij: Op 19 augustus ringden we een wilgen gors. Dit is een soort die in het uiterste noordoosten van Europa broedt en in Si berië. De trekroutes zijn vooral zuidoost gericht.. Steeds meer vogels worden als dwaalgast in West-Europa waargeno men. Het betrof een adult mannetje. In België zijn er slechts enkele waarne mingen bekend. Verder werden er nog geringd: 8 draai- halzen, 2 Blyth's rietzangers (het betreft de 2e en 3e waarneming voor België), 2 bladkoninkjes en 1 kleine vliegenvanger. Enkele waarnemingen van zeldzame vogels: - Sinds 20 oktober verblijft in het vogel park een baikal-taling, waarschijnlijk een uit gevangenschap ontsnapte vogel; - een koereiger, de 3 e waarneming voor België; - een roodpootvalk op 29 september; - een slechtvalk sedert 15 oktober en een tweede exemplaar sedert 27 oktober; - een roodhalsfuut sedert 25 oktober; - 2 kleine alken op 20 oktober. Op 27 oktober observeerden we de eerste kleine zwanen in het Zwin. Deze soort broedt in het uitserste noordoosten van Europa, doch vooral in Siberië. Sinds een 15-tal jaren overwinteren ze elk jaar in het Zwin en/of de omliggende polders. De konservator, Guido Burggraeve. In de zomer kunnen we volop genieten van hulszwaluwen, want ze mijden de omgeving van de mensen niet. Integendeel, ze zijn er zelfs van afhankelijk. Terug van een winter uit het zuiden van Afrika zijn de huiszwaluwen van april tot oktober in ons land. Ze bouwen hun nesten onder de dakranden en dakgoten van onze gebouwen. Vaak zitten er meer aan één gebouw, soms pal onder elkaar. Het zijn wat we noemen echte kolonievogels. Bij de eerste tellingen van huiszwaluwen in onze streek werd bij de familie N. Gielliet, die wonen aan de Wittestraat in Biervliet een kolonie van ruim 80 nesten gevonden. Het aantal nesten groeide tot ruim boven de 100. Toen de goot, waaronder veel zwaluwen zich nestelen rot was en vervangen diende te worden, hebben enkele leden van het Duumpje samen met de heer Gielliet een voor de huiszwaluwen geschikte goot aangebracht. Het resultaat was boven alle ver wachtingen, want het aantal nesten liep op tot maar liefst 184! Dat deze 184 huiszwaluwparen en hun jongen nogal wat uitwerpselen produceren mag je gerust a/s een overlast zien. De heer Gielliet zelf heeft hier/oor een oplossing gezorgd, door aan de topgevel een plank te bevestigen voor de opvang van de uitwerpselen. Voor de "huiszwaluw vriendelijke" opstelling en medewerking van deze familie Gielliet vinden wij dat ze een 'pluumpje van 't duumpje' verdienen. Lucien Boerjan foto: Cees Kostense Een aantal huiszwaluwen van de kolome aan de Wittestraat in Biervliet worden elk jaar van een ring voorzien. De heer Gielliet (l) en Pieter Simpelaar (m) kijken toe hoe Thijs Kramer (r) dat doet.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1991 | | pagina 17