4 gaat schijnen, herleeft het helemaal: dan is het zichzelf meer dan genoeg. Ik ben verknocht aan de dijken met de bomen erop en de sloten erachter, met daar achter weer andere dijken. Scheef en diagonaal doorkruisen ze het landschap, alsof men ze op goed geluk op de juiste plek heeft gemikt Dat is een gevolg van het land dat aan slibde, waardoor men er steeds stukjes bij won. Iedere keer als er genoeg grond was aangeslibd, bouwde men er een dijk omheen, waarna weer nieuwe grond aanslibde, waar weer een dijk omheen werd gebouwd, enzovoort Aan de zeekant zijn die dijken zacht glooiend, aan de achterzijden steil, het ruikt, nee stinkt naar vlas. Ik zie maïs- en kolen velden, suikerbieten en gewassen waar van ik de naam niet ken. Hier en daar grazen schapen, de dijken zijn oorspron kelijk een weidegebied voor schapen, ik zie paarden en koeien liever in deze weilanden dan in de krappe hokken van de bio-industrie. Ik hoef hier niet te zoeken naar herkenning. Die ligt kant en klaar voor mijn neus. Stoppeldijk, Hengstdijk, De Vogel - een kreek bij Vogelwaarde, om Hulst de eeuwenoude wallen en een grachtengordel. Er lijkt niets veranderd. Voorbij Axel zie ik de schoorsteenpij pen van de fabrieken in de kanaalzone. Er stonden altijd al veel fabrieken langs het kanaal van Gent naar Temeuzen. het stonk er soms ondraaglijk Ik herin ner me de verhalen van vrouwen die vroeger in nylonkousen langs de che- mie-fabriek fietsten. Als de wind ver keerd stond hadden ze voorbij die fabriek geen kousen meer aan. Die waren door de vieze, gele damp opge lost, of er waren gaten in gevallen. Ze namen dikwijls een extra paar mee in hun tas. Ik weet het, ik heb er gewoond. Mijn moeder waste wekelijks de ramen, maar kreeg het blauwe waas er niet af. Een veeboer die tegenover de fabriek woonde, moest iedere twee jaar zijn veestapel vernieuwen. Aan de mensen dacht men niet Ik ga in Sas van Gent een café in. het kijkt uit op het grote kanaal waarop nu grote jachten liggen, ik vraag een sigaret aan de man achter de bar. "Hoe staat het met de fabrieksrook?" vraag ik "Dat ligt aan de wind", zegt hij. "Staat de kunstmestfabriek er nog?" "Ja ze ker", zegt hij, "er is daar zelfs een gedeelte waar het zo slecht werken is dat ze het er De Hel noemen." Een andere man die zich inzet voor het milieu in de streek, vertelt me dat de industrie zich sterk uitbreidt Wat is er dan de laatste dertig jaar, sinds het ka naal verbreed is, gebeurd? Het is begon nen met de Dow Chemical in Temeu zen, een Amwerikaans bedrijf, end e uitbreidingen van de haven activiteiten. "Er is pas een onderzoek gedaan naar het havenschap en de mogelijkheden voor industrie in dit gebied", zegt hij, "naar de uitgestoten stoffen, de geluids contouren en het milieu, maar het is nu al duidelijk dat een hoop buurtschappen zullen moeten verdwijnen. De Axelse Sassing, het Boerengat Met Sluiskil weet men geen raad. dat is eigenlijk al niet meer leefbaar. De Axelse vlakte en Terneuzen-West zullen worden inge vuld met industrie, net als de oude slib- velden die zijn vrijgekomen van de suikerfabrieken in Sas van Gent Er is sprake van een behoorlijke verslechte-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1991 | | pagina 6