DANK
VERGELIJKING MET
ANDERE GEBIEDEN
LITERATUUR
13
Dit levert het volgende overzicht op:
-boerderij 1
- woonhuizen en grote gebouwen in dor
pen 14
- kerken 8
- industrieterreinen (o.a. vissershaven)
7
- molen 1
- ziekenhuis 1
- nieuwbouwwijk 1
- boomkwekerij 1
- steenfabriek 1
- oude vlasfabriek 1
Wat opvalt is dat er wordt gebroed in
verschillende biotopen, maar wel in de
direkte nabijheid van menselijke aktivi-
teiten. In vergelijking met andere delen
van Nederland valt op dat de biotopen
waar niet wordt gebroed (bijvoorbeeld
bruggen, stations en scheepswerven)
hier ook niet voorkomen. Terreinen
waar weinig wordt gebroed (nieuw
bouwwijken, steenfabrieken) zijn hier
dan ook juist relatief weinig te vinden en
plekken waar veel wordt gebroed (boer
derijen) zijn hier juist veel te vinden.
Hieruit kan gekonstateerd worden dat de
zwarte roodstaart kwa biotoopkeuze een
opportunistische soort is. Het gaat blijk
baar meer om de oppervlakte kaal, steen
of beton en om de rommelige struktuur
van een biotoop dan om de omgeving
waar dat biotoop zich bevindt.
Hierbij dank ik alle leden van de vogel
werkgroep van 't Duumpje, Henk van de
Brink en Gerard van Zuylen (Provincie
Zeeland) voor het beschikbaar stellen
van hun gegevens.
Rob van Westrienen
In vergelijking met Oost-Zeeuws-
Vlaanderen (250-300 paar) broeden er
hier minder (Buise en Tombeur 1988).
In vergelijking met de rest van de pro
vincie broeden er in Zeeuws-Vlaande
ren echter veel (Walcheren 10-20,
Noord-Beveland 5-10, Zuid-Beveland
30-40, Schouwen-Duiveland 6-12 en
Tolen en Sint Philipsland 5-10; gege
vens van 1979-1983 uit Meininger
1987). Wat de oorzaak is van dit ver
schil is mij onbekend.
In vergelijking met de rest van "laag"
Nederland komt de soort hier relatief
veel voor. In Noord-Holland bijvoor
beeld broedden tussen 81-89 250-350
paar (Ruitenbeek etal 1990) en in Gro
ningen tussen 1970 en 1980 180-300
paar (Boekema etal 1983). In "hoog"
Nederland komen nog steeds de meeste
paren broeden: meer dan 1000 paar in
1965-1983, in Limburg (Ganzevies etal
1985)en 1000-1200 paar in 1975-1980
in Drenthe (St. Wad 1982).
Aantal paren zwarte roodstaart per dorp
in de jaren 1985-1987. De gegeven
aantallen zijn minimum aantallen. Niet
genoemde dorpen onbekend.
IJzendijke 0-1
Schoondijke 0-1
Hoofdplaat 1
Breskens 4
Groede 3
Cadzand-Bad 1
Sluis 3
Oostburg 9
St. Anna ter Muiden 1
St. Kruis 2
Heille 1
Eede 0-2
Draaibrug 1-2
Aardenburg 7-8
- Boekema E.J., P. Glas en J.B. Heel-
scherd (red)( 1983). Vogels van de
provincie Groningen. Wolters-
Noordhoff/Bomma's Boekhuis, Gro
ningen.
- Buise, M.A. en F.L.L. Tombeur
(1988). Vogels tussen Zwin en Saef-
tinghe; De avifauna van Zeeuws-
Vlaanderen. Stichting NRJ, Middel
burg.
- Enkelaar, H. (1967). De avifauna van
West Zeeuwsch-Vlaanderen 1957-
1967. Oostburg.
- Enkelaar H. (1972). Aanvulling nr. 11
van de avifauna van West Zeeuwsch-
Vlaanderen 1957-1967. Ongepubli
ceerd stencil.
- Ganzevles W., F. Hustings, F. Sche
pers, J. Ummels en W. Vergoossen
(1985). Vogels in Limburg. Natuur
historisch Genootschap in Limburg,
Maastricht.
-Kramer, T. (1984). Vogels in West
Zeeuws-Vlaanderen; jaaroverzicht
1982-1983. 't Duumpje, Oostburg.
-Meininger, P. (1987). Broedvogel-
schattingen 1979-83 in Zeeland. On
gepubliceerd stencil.
- Ruitenbeek, W., C.J.G. Scharringa en
P.J. Zomerdijk (red)( 1990). Broedvo-
gels van Noord-Holland. Stichting
S.V.N. Assendelft.
- Stichting Werkgroep Avifauna Dren
the (1982). Vogels van Drenthe. Van
Goraun, Assen.
- Vleugel, D.A. (1960). Waarnemingen
betreffende de areaal-uitbreiding van
de Zwarte Roodstaart (Phoenicurus
ochruros) in ons land 1942-1950.
Limosa 33 nr. 1-2; 6-18.