breskens vossekaai Op alle punten staat dit projekt haaks op het nieuwe provinciale beleid. In de gemeenteraad van Oostburg stond de meerderheid in eerste instantie posi tief tegenover dit projekt. Bij nader in zien was de voorlichting over het pro jekt nogal summier geweest. Pas op het allerlaatste moment kwam men er achter dat het hotel aanmerkelijk hoger zou worden dan men in eerste instantie dacht. B&W moesten het voorstel van de raadsagenda afvoeren. De gemeente raad krijgt nu een extra maand bedenk tijd. Die tijd kan goed gebruikt worden om dit projekt nog eens tegen het licht te houden en de vraag te stellen of een kuuroord in deze vorm nu werkelijk de elkweer voorziening is die men nastreeft. Vooral de aanslag op het landschap en de forse vergroting van de rekreatiedruk die de realisatie van het projekt met zich meebrengt, zijn goede argumenten om definitief van dit projekt af te zien. is. s o 8 rekreatieve druk langs de kust erdoor fors zal toenemen. 250 zomerwoningen erbij betekent zo'n beelje een verdubbe ling van wat Cadzand-Bad op dat gebied momenteel bezit En-dat alleen maar om een kuuroord exploitabel te maken, dat helemaal geen kuuroord is. Tot die kon- klusie kwam de voorzitter van 't Duum- pje, Cees Konstense, toen hij de plan nen eens nauwkeurig bestudeerde. Van een kuuroord, zoals dat in de vaklite ratuur wordt beschreven is absoluut geen sprake, was zijn konklusie. Eigen lijk gaat het om een hotel, met nauwe lijks meer voorzieningen dan de bestaan de hotels in Cadzand-Bad al hebben. Zo'n hoog hotel doet daarentegen af breuk aan het imago van Cadzand 'rust en ruimte'. De projektontwikkelaar verwacht per jaar 150.000 bezoekers. Volgens 't Duumpje betekent dit alleen maar meer auto's die de wegen naar de kust zullen bevolken, omdat het kuuroord nauwe lijks met het openbaar vervoer te berei- De uitbreiding van de jachthaven van Breskens en de bouw van een groot appartementenkomplex is het derde pro jekt dat ons de komende jaren te wach ten staat. De milieuinspektie probeert nog roet in het eten te gooien, door te zwaaien met toekomstige normen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde, maar deze interventie lijkt weinig kans van slagen te hebben. De bezwaren van 't Duumpje zijn vooral gericht op de gevolgen van de aanleg van de jachthaven voor de rust op de Hooge Platen, het belangrijkste natuurgebied van de gemeente Oostburg. Daarnaast wordt er ook hier weer fors de hoogte ingebouwd, zodat de openheid van de streek ook hier weer onder druk komt te staan. Al heel lang wordt er gesproken over een zomerwoningenprojekt in de inlaag Vossekaai bij Hoofdplaat. Dit was de gemeenschap beloofd ter kompensatie van het verlies van de haven in het kader van de dijkverhoging. Van tijd tot tijd heeft een projektontwikkelaar zich over de mogelijkheden gebogen, maar zag er even snel weer van af. Nu lijkt het er eindelijk van te komen. Het gaat omeen oud plan dat al lang planologisch is geregeld. Jammer eigenlijk, want de tijd heeft niet stil gestaan. De rest van de Vossekaai is opgenomen in de uitwerking van het Natuurbeleidsplan voor Zeeland als natuurontwikkelings gebied. Eigenlijk was het veel beter geweest een zomerwoningpark aan de oostkant van het dorp aan te leggen. Dan kan de hele Vossekaai voor de natuur gereserveerd worden. Maar de gemeen te wilde daar niet aan om geïnteresseer de projektontwikkelaars niet voor de voeten te lopen. Binnenkort gaat het nieuwe plan in pro cedure. Het oude bestemmingsplan moet op enkele punten gewijzigd worden. In ieder geval één punt roept bij 't Duumpje grote bezwaren op. Dat is de (wederom) de bouwhoogte van enkele woningen die op het zanddepot zijn gepland. De projektontwikkelaar wil de toekomstige bewoners zicht op zee aan bieden, maar dat heeft natuurlijk wel konsekwenties voor het landschap. Hoog boven de dijk uittorende wonin gen passen hier niet. Zeker niet met het oog op de te ontwikkelen natuur in het gebied. Thijs Kramer De nieuwe kamping die in het kader van het Natuurbeleidsplan voor sanering in aanmerking komt.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 10