een populier kiet speelt en dat een boom met lange omloop (een eik of beuk) wat winst oplevert. Nu ligt er een kosten plaatje dat alleen al in de gemeente Oostburg, waar 176250 bomen staan, van eenjaarlijks onderhoud van ruim 3,5 miljoen uitgaat. Vind je het gek dat de gemeenteraad zich rot schrikt. Nog los van de vraag wie dat onderhoud uitvoert, is dat een belachelijk bedrag, vindt Geertje. In de begeleidingskommssie van het landschapsplan is de forse kritiek op verschillende momenten naar voren gebracht, maar het heeft tot geen tast baar resultaat geleid. Het financiële verhaal hebben we zelfs helemaal niet gezien, stelt Sjaak Herman, "dat heb ik naderhand bij de gemeente moeten opvragen". Zodoende zijn er ook een aantal financieringsmogelijkheden bui ten het plan gebleven. Want die zijn er wel degelijk. En wat dacht je van de vrijwillige bijdragen die partikulieren, burgers en boeren aan het landschap leveren. Uiteindelijk zijn dat de echte dragers van het landschap. Hun rol komt helemaal niet aan bod. Als leider van de knotploeg van 't Duumpje, die elke win ter de handen uit de mouwen steekt voor het onderhoud van knotwilgen en hoogstamfruitbomen, is dat natuurlijk een pijnlijke konstatering. Kortom de Heidemij heeft een wanpres tatie geleverd, waardoor de postieve houding van de gemeentebestuurders om iets voor het landschap te doen zwaar op de proef wordt gesteld. Volgens de deskundigen van 't Duumpje kan er op korte termijn best een nieuw plan opgesteld worden. Dat hoeft helemaal niet zo'n dikke nota te worden, vindt Sjak Herman. Uiteindelijk zijn de inventarisatiegegevens voorhanden en iedereen is het er wel over eens hoe het onderhoud er uit moet zien. Het landschapsplan moet vooral een visie bevatten hoe het karakteristieke landschap van deze streek verder versterkt kan worden en wie daaraan een bijdrage kunnen leveren. Maar dan wel een visie die uitgaat van een levens land- een visie, die uitgaat van een levend landschap en niet van een optelsom van bomen. En geschreven door iemand met verstand van de streek, konkludeert Sjaak Herman verontwaardigd. Thijs Kramer foto:Peter Verdurmen 10

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 12