GOED NIEUWS VOOR DE VLAAMSE PETERSELIE IJ m m Vlaamse peterselie Achteruitgang In West Zeeuws-Vlaanderen komen de enige Nederlandse vindplaatsen voor van de vlaamse peterselie, een zeldzame verwant van tuinpeterselie. Nadat deze plantensoort door de dijkverzwa ringen langs de kust een flinke klap had gekregen, verdween de laatste bekende groeiplaats beginjaren tachtig omdat de plek met bomen werd ingeplant en verruigde. Een nieuwe vindplaats uit 1990 wachtte eenzelfde lot. Door tijdig ingrijpen van 't Duumpje en de Stichting Landschapsverzorging Zeeland (SLZ) kon de teloorgang worden voorkomen. En, goed nieuws: op de voorlaatste groeiplaats is de plant weer terug doordat het dijkgedeelte weer werd beweid met vee. Kiemplanten van de Vlaamse peterselie De naam heeft de VTaamse peterselie te danken aan het voorkomen op (voorma lige) zeedijken in Vlaanderen, hoewel ze niet exklusief voor dit gebied is. Te genwoordig wordt ze dan ook wilde peterselie genoemd. De plant groeit vooral op zuidhellingen van kleiige dijken. Dat deze peterseliesoort ook in Nederland groeit is nog niet zo lang bekend. Voor het eerst werd ze in augus tus 1937 gevonden in een slootkant van de Oudelandsepolderbij Cadzand. Hoe wel het ging om een groot aantal exem plaren is de plant hier nooit meer terug gevonden. Zowel de bekende Zeeuwse botanikus de Visser als de heer Van de Vijvere uit Brugge hebben er verschil lende keren vergeefs naar gezocht. Maar in 1956 vond laatstgenoemde een flinke groep op de dijk van de Zwarte Polder, waar ook andere leuke planten groeiden zoals blauw walstro, ijzerhard, knopig doomzaad en nog twee zeldza me soorten: Zeeuws doomzaad en wilg sla. Zeeuws doomzaad is ook al van naam veranderd en heet nu akkerdoom- zaad. De Visser ontdekte op die dijk nog een andere plek en vond bovendien in 1959 een groeiplaats op de zeedijk oos telijk van Nummer Een. In 1960 vonden van Oostroom en Reichgelt (Unio) ook Vlaamse peterselie net westelijk van Nummer Een. De Vlaamse peterselie ging in de loop der jaren op beide groeiplaatsen achter uit. Van de Vijvere opperde de veronder stelling dat de plant, als zuiderling, moeite had met de winterse kou. Maar de Visser toonde aan dat dat niet klopt. Hij noemde de toegenomen betreding door rekreanten (Zwarte Polder), res- pektievelijk overgang van maaien naar beweiding (Nummer Een) als oorzaken. Laatstgenoemde oorzaak is twijfelach tig. Op de recentere vindplaatsen lijkt de Vlaamse peterselie namelijk juist te pro fiteren van het vee. De runderen zorgen voor afgetrapte kantjes op het dijktalud en de peterselie ontkiemt in het alge meen goed op verstoorde plekjes, zolang die nog onbegroeid zijn en niet verruigd. Hoe het ook zij, met het op deltahoogte brengen van de zeedijken leek de Vlaam se peterselie weer uit Nederland verdwenen. Tragies. De Oecologische Flora schrijft: "Vlaamse peterselie is be perkt tot Zuid- en West-Europa en komt oostwaarts tot in Italië, noordwaarts tot in Midden-Engel and voor. Aan de rand van haar areaal bereikt zij nog juist het westen van Zeeuws-Vlaanderen. In haar hele verspreidingsgebied behoort zij tot de bedreigde plantesoorten." Elke achteruitgang is dus jammer, maar bovendien is het bekend dat een 'rand- populatie' zoals de onze, belangrijk is, doordat ze meer aangepast is aan extre me omstandigheden. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 5