Merel. Daarom kan er nooit een teveel of een tekort aan Merels of Eksters zijn. Wat natuurlijk wèl kan, is dat er teveel of te weinig vogels van een bepaalde soort zijn naar de smaak van de mens. Ik persoonlijk kan geen genoeg krijgen van Spreeeuwen. Of Blauwborstjes. De vraag is nu: moeten wij de natuur inrichten naar onze smaak Natuur beheren is kiezen Tot op zekere hoogte doen wij dat nu al. Als wij de natuur haar gang laten gaan, groeit de heide langzaam dicht met struiken en bomen en verdwijnt. Dat willen wij niet. Wij houden van het wijdse gezicht, van de paarse kleur in augustus en van Piepers, Spechten, Klapeksters en hét laatste Korhoem; en daarom houden wij de hei open. En als wij de natuur haar gang laten gaan, wordt het eiland Griend een prooi van de, golven. Maar wij vinden Grote Sterns leuk en daarom leggen wij er een dam omheen. Aan ieder natuur- en en bosgebied in Nederland ligt een bepaalde beheersvi- sie ten grondslag. Hij is ook nodig, want er moet altijd een keuze worden gemaakt uil verschillende mogelijke beheersmaatregelen. En niet kiezen is ook kiezen. Heel wat natuurbeheerders kiezen tegenwoordig voor een beheer dat gericht is op het herstel van natuurlijke regulatiemechanismen. Dat betekent onder andere: grazen in plaats van maaien, verlrapppen in plaats van kap pen, opvreten in plaats van doodschie ten. En aangezien grazen, vertrappen en opvreten vakwerk is, kan het beheer gedaan worden door hoefdieren en predatoren in plaats van mensen. Deze keuzen hebben echter betrekking op de grote lijnen. Hoe een gebied er 'en detail' gaat uitzien, moeten wij mensen niet willen bedisselen. Het idee van natuurlijke regulatiemecha nismen houdt nu juist in dat de natuur zelf tot invullling komt van wat de mens in hoofdlijnen heeft vastgelegd. Aldus ontstaat een goed samenspel tussen de keuzen die wij maken en de verrassende uitkomsten die de natuur ons biedt. Blij met Eksters. Eén van de 'verrassende' uitkomsten kan zijn een toename van predatoren en aaseters. Met name deze dieren zijn lange tijd door de mens gezien als concurrenten of, minder diplomatiek uitgedrukt, als een rooftuig. Bijna een eeuw volksopvoediong resulteert in meer begrip voor de ecologische func tie van predatoren en aaseters. Veel mensen zijn dus blij met het her stel van de stand van de Havik met de areaaluitbreiding van de Vos, met de herintroductie van de Raaf. Wij moes ten net zo blij zijn met de toename van de Spreeuw, de Kokmeeuw en de Ekster! In de Middeleeuwse steden was de Rode Wouw een veel geziene aaseter. Shakespeare noemde Londen de 'city of crows and kites'. Een bezoeker schreef: 'Nergens heb ik zoveel wou wen gezien als op de Londen Bridge' De bewoners van Londen zeggen dat ze de straten vrijhouden van afval. Zij zijn zo lam dat ze vaak het brood met boter besmeerd uit handen van de kin deren nemen.' 4) De Middeleeuwse Rode Wouwen van vandaag zijn de Spreeuwen, Kokmeeuwen en Eksters. Tezamen met Huismussen, Merels, Gierzwaluwen, Koolmezen, Wilde Eenden, Blauwe Reigers en Futen behoren ze tot de tien soorten die de mens het meest nabij zijn gekomen. Dit tiental fungeert als ambassadeur voor alle andere vogels en moet als zodanig in ere worden gehouden. Eksters in de beklaagdenbank De vraag of de Ekster door -zijn onstui mige toename een bedreiging is gaan vormen voor andere vogels, is echter nog niet afdoende beantwoord. En zolang de Ekster in de beklaagden bank zit, is het voor ons niet goed mogelijk om onbekommerd van zijn schoonheid en gedrag te genieten. Een aantal jaren geleden kwamen Texelse vogel wachters met klachten over de rol van Eksters bij de achter uitgang van met name Kievit en Tureluur in natuurreservaat De Geul. Het aantal broedvogels van deze soor ten was sterk afgenomen en het was de Ekster, eventueel samen met de Zilermeeuw, die hiervoor verantwoor delijk werd gesteld. De vogelwachters wilden dat de Ekster werd bestreden. Het Rijksinstituut voor Natuurbeheer heeft in het broedseizoen 1978 ter plaatse onderzoek gedaan en conclu deerde dat bij de verstoring van kie vitsnesten de Ekster geen belangrijke rol speelt. In bepaalde gedeelten van De Geul werd wel waargenomen dat Eksters tureluurnesten predeerden. Of dit ook betekent dat de aantallen Tureluurs hierdoor nadelig beïnvloed worden, kan door het onderzoek niet worden bevestigd:Het was echter wel duidelijk dat het aantalsverloop van Kievit en Tureluur in De Geul vol strekt niet verschilde van dat in de overige reservaten van Staats-bosbe- heer op Texel, terwijl de predatiedruk op de nesten van deze soort in De Geul aantoonbaar hoger was dan elders'5) De onderzoekers stellen dan ook vast dat 'kennelijk andere factoren dan pre- datie verantwoordelijk (zijn) voor de achteruitgang van deze soorten in De Geul.' 6) En zo gaat het iedere keer wanneer de werkelijke invloed van de Ekster op de stand van andere vogel soorten wordt bestudeerd: het feit dat predatie optreedt, wordt bevestigd (wordt trouwens ook door niemand ontkend), maar dat de predatie nadelig is voor de stand van de gepredeerde soorten, kan niet worden aangetoond. Functie van predatie Toch geloof ik dat de eksterpredatie wel invloed heeft, maar op een andere manier dan de publike opinie wil. Uit een onderzoek dat tussen 1979 en 1981 in België is gehouden, blijkt dat de predatie op eieren vooral plaats vindt in het begin van de broedperiode (zie tabel 1) 7) Drie factoren zijn voor die verschuivende invloed verant woordelijk: 1) het feit dat in het begin van de broedperiode de broedende vogels nog frequent hun legsel verlaten en niet 'nestvast' zijn: 2) het feit dat de vegetatie vroeg in het broedseizoen minder dicht is, zodat Eksters gemakkelijker hun doel kun nen vinden; 11

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 13