y SCHUILHUT GROTE GAT De zomer van 1992 zit er intussen allang weer op. Maar hel is leuk om even op die zomerperiode terug te blikken. De schuilhut in Oostburg, bij het Grote Gat, trekt over het algemeen veel bezoe kers. Hoewel zich daartussen ook baldadi ge jongelui bevinden, komen de meesten er met dezelfde bedoelingen: eens rustig vogels van dichtbij bekijken. En dat kan in de schuilhut goed. Je moet er wel af en toe wat geluk en wat geduld voor hebben! Als het voorjaar voorbij is, en de meeste trekvogels weer verdwenen zijn, wordt het wat rustiger in het Grote Gat van Oostburg. De enige vogels die dan nog lawaai maken .zijn de Grauwe Ganzen. Een flinke groep blijft in het Grote Gat zit ten. De andere vogels besteden de meeste aandacht aan het broeden en grootbrengen van hun jongen. Zo zijn heel gemakkelijk de Wilde Eenden, Meerkoeten en Waterhoentjes te zien met hun jonge sprui ten. Iets meer geluk is nodig voor Bergeenden. Vaak zie je jonge Bergeenden in grote groepen. Dit komt omdat groepjes jonge Bergeenden samen komen en dan door 1 ouderpaar verder worden opgevoed. Groepen van 20 tot 30 van die koddige jonge eendjes zijn dan ook niet abnormaal. Vanuit de schuilhut was het maximum 13 jongen op 6 juni, terwijl in juli ook nog een tijdje een groep van ongeveer 10 jon gen ronddobberde. Wat ook altijd mooi te zien is vanuit de hut, is het snel over de kreek scheren van de zwaluwen. Zowel Boerenzwaluwen en Huiszwaluwen als Gierzwaluwen vliegen laag over het water, het slik of het riet om insekten uit de lucht op te pikken. De Huiszwaluwen kwamen ook wel eens om iets anders: Om slik (klei)! Dit gebruiken ze om hun nesten te maken onder de dak goten aan de huizen. Op het slik zelf zijn verder veel Steltlopers bezig. Ze pikken met de snavels in de grond op zoek naar voedsel. Het meeste werden Kieviten en Kluten gezien, soms met 3 of 4 jongen. Ook de zwart/witte Scholekster valt goed op. let op zijn rode snavel. Minder goed vallen de Tureluur en de Kleine Plevier op. Ze zijn kleiner en over het algemeen bruin. Goed kijken en geduld hebben! Het allermoeilijkst blijven toch nog de vogels in het riet. Vooral de onervaren vogelaars zullen deze vogels niet snel opmerken. Meestal worden ze namelijk door hun geluid (zang) verraden. Om het te leren kun je het beste een paar keer mee gaan met iemand die de geluiden al kent. Je kunt dan langzaam leren welke vogel welk geluid maakt. Het is lastig, maar met een beetje moeite kun je dan de volgende vogelsoorten vinden: Kleine Karekiet, Rietgors, Rietzanger en Blauwborst. Natuurlijk ontbreekt in en boven het riet de Bruine Kiekendief niet. Het blijft een prachtig zicht om vanuit de hut deze roof vogel te bekijken. Er heeft in het Grote Gal van Oostburg 1 koppel gebroed. Na de zomer verandert er weer heel wat in de vogelwereld. Veel vogelsoorten verla ten de broedplaatsen op zoek naar andere plaatsen, waar genoeg voedsel is om te overwinteren. Ook in het Grote Gat van Oostburg kun je die verandering snel mer ken. De Ganzen verzamelen zich tot een grote groep van zeker 250 vogels. Ook de Wilde Eenden doen dit: soms worden er 600 geteld. Op het slik komen steeds meer Steltlopers bijeen. Zij hebben in Noord-Europa gebroed, en vliegen nu naar het Zuiden op weg naar Afrika. Vanaf augustus zijn dan bijvoorbeeld regelmatig Oeverlopers (11 op 20 september), Watersnippen (20 op 28 september), Kemphanen (16 op 17 septem ber). Groenpootruiters en Zwarte Ruiters te zien. Heel interessant is ieder jaar weer de Porseleinhoen. Deze vrij schuwe, bruin achtige ral strijkt gewoontegetrouw neer in augustus en verblijft dan een paar maanden in het Grote Gat. De eerste waarneming werd gedaan op 2 augustus, de laatste op 2 oktober. Een nduw verwant familielid is de Waterral. Deze vogel is ook schuw, maar komt iets meer voor dan de Porseleinhoen. De schuilhut is bij uitstek geschikt om deze schuwe vogels te bekijken. Let dan vooral goed op het verschil tussen beide vogels. Met name de blauwgrijze kop en de lange rode snavel van de Waterral is een opvallend kenmerk. Om alle vogelsoorten, die rond de schuil hut te zien zijn, op te noemen, is nogal een karwei. Kort samengevat werd er van alles gezien: Aalscholver, Blauwe Reiger, Ganzen, diverse Eendesoorten, diverse Roofvogels, Waterral, Porseleinhoen, Meerkoet, Waterhoen, diverse Steltlopers, Meeuwen, Duiven, Koekoek, Zwaluwen, Graspieper, Gele en Witte Kwikstaart, Blauwborst, Merel, Koolmees, Baardmannetje, Ekster. Zwarte Kraai en diverse Zangvogels zoals Kleine Karekiet, Rietgors, Spreeuw, Winterkoning, Putter en Groenling. Het totaal aantal waargeno men vogelsoorten bedroeg 70! Dat is niet mis. Tot slot volgt hieronder nog een kort lijstje met bijzondere waarnemingen vanuit de schuilhut: 29-05: Zomertaling, 20 ex. 24-06 en 25-06: Snor. 1 ex. 25-08 en 17-09: Temmincks Strand loper, 1 ex. 06-09: Waterrietzanger. 1 ex. 06-09: Grauwe Franjepoot, 1 ex. 13-09 en 16-09: Kleine Strandloper, 2 ex. resp. 3 ex. 16-09: Boomvalk, 1 ex. 01-10 en 02-10: Bonte Strandloper, 1 ex. Voorts nog diverse waarnemingen van Porseleinhoen en Baardmannetjes. Natuurlijk wil ik iedereen weer bedanken voor het inschrijven van de waarnemingen. Ik zou wel willen vragen: Probeer aub. zo netjes mogelijk te schrijven. Het uitzoeken van de waarnemingen is soms een heel gepuzzel. Alvast bedankt! Met dank aan de waarnemers: Henk Bondewel, Peter Meininger, Dick Krabbendam. Jochen Heimann, Carinha Uijtterhoeven, Lucien Boerjan, Peter Simpelaar, de dames Sigrid, Jessica, Cato, Karin, Noortje, Maureen en Annemarie, Thijs Kramer. Anton Bun, Huub de Loos, W. Buijtaert, Rob Reinmerts, Alex de Meijer, Eric Blaakman, Jacqueline Puijenbroek, Awie de Zwart, "groepje" Walcheren (rest onleesbaar). Rob van Westrienen, Jessica Kips, P. Dhalvin, Ton en Dick. Steven v/d Woestijne. C. Riemslag en de Natuurclub van "De Schelphoek". Eric Blaakman 17

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1992 | | pagina 19