y
HUISZWALUWEN 1992
De achteruitgang van de Huiszwalu-
wenstand in West Zeeuws-Vlaanderen
van de laatste jaren heeft zich in 1992
niet noemenswaardig voortgezet. De
Huiszwaluwenstand is ongeveer gelijk
gebleven, wat toch een beetje tegen
viel. Het leek erop dat 1991 een goed
broedseizoen was geworden, dus een
stijging van het aantal broedvogels
zou logisch zijn. Blijkbaar was het
broedseizoen in 1991 niet zo goed, of
speelt het tekort aan goede nestplaat
sen een steeds grotere rol. Ook de
zware overlevingstochten van en naar
de overwinteringsgebieden eisen
natuurlijk hun tol onder de vaak jonge
vogels. Het zal duidelijk zijn dat om
de precieze oorzaken te achterhalen
ringonderzoek een voorname rol kan
spelen. Reden genoeg om flink door te
gaan met inventariseren.
In dit stukje worden de resultaten van
de Huiszwaluwinventarisatie van 1992
gegeven. In kaartje en tabel staan de
telresultaten van de laatste 3 jaar,
zodat er een klein beetje vergelijkings
materiaal is.
In 1992 bedroeg het totaal aantal nes
ten, geteld in de dorpen, 421Dal bete
kent ongeveer 5% minder dan in 1991.
Als we echter alleen de dorpen tellen,
waar zowel in 1991 als in 1992 is
geteld, bedraagt de achteruitgang
ongeveer 2%. Dat is niet erg veel,
zeker als je de resultaten dorpsgewijs
vergelijkt: in veel dorpen is namelijk
sprake van een lichte stijging van de
aantallen nesten. De achteruitgang in
het totaal wordt sterk bepaald door een
aantal dorpen waar het aantal nesten
drastisch is gedaald: zie Sluis, waar
ten opzichte van 1991 24 nesten min
der werden geteld.
Het aantal nesten op de kolonies is
vrijwel gelijk gebleven. Omdat er
enkele nieuwe kolonies zijn ontdekt,
zijn er meer nesten geteld dan in 1991:
756. Laten we deze nieuwe kolonies
getalsmatig even weg, dan blijven er
697 getelde nesten over, tegen 695 in
1991 (zonder de kolonie van Driel).
Ongeveer gelijk dus, maar bekijk ook
de kolonies onderling: op veel kolo
nies is het aantal nesten gedaald (met
10 tot 30%!), terwijl het aantal op
andere kolonies juist weer gestegen is.
Het is misschien wat vergezocht, maar
het is opmerkelijk dat rond Sluis en
Heille ook op de kolonies de daling
vrij fors is. Merk ook op dat op de
grote kolonies rond Biervliet er sprake
is van een sterke daling (neem ook
1990 in ogenschouw). Het is natuurlijk
bijzonder interessant om dergelijke
trends te blijven volgen en een poging
te doen ze te verklaren. Ze kunnen
natuurlijk ook op toeval berusten.
Hieronder staan de resultaten in twee
vormen: het kaartje geeft de toestand
in de dorpen weer, het tabelletje de
kolonies.
Rest mij nog alle tellers te bedanken
voor hun inspanningen. Hopelijk kun
nen we ook dit jaar en volgende jaren
weer op jullie steun rekenen.
Eric Blaakman
10